Bewustzijn creëren van maatschappelijk impact voetbal

Dat blijkt uit het rapport ‘De maatschappelijke impact van betaald voetbal in Nederland', dat gisteren tijdens een evenement met Kamerleden in Den Haag is gepresenteerd. PwC en de KNVB onderzochten voor de derde keer de maatschappelijke impact van betaald voetbal. Volgens Anthony Blokland, clubadviseur betaald voetbal bij de KNVB ‘een mooi middel om aan de samenleving te laten zien dat betaald voetbal zowel direct als indirect bijdraagt aan maatschappelijke thema's.’

Binnen de vijf thema's van het onderzoek (verbinding, welzijn, educatie, economie en duurzaamheid) laat het rapport duidelijke cijfers zien. Zoals gezegd geeft onder meer 44 procent van de voetballiefhebbers aan dat betaald voetbal bijdraagt aan hun sociale netwerk en zegt 48 procent van de respondenten dat betaald voetbal bijdraagt aan hun mentale welzijn. Verder investeren betaaldvoetbalorganisaties (BVO's) jaarlijks ruim 45 miljoen euro in hun jeugdopleiding. Ook levert betaald voetbal een directe bijdrage aan het bruto binnenlands product (2,83 miljard euro).

Volgens Blokland laten deze cijfers zien dat de maatschappelijke impact van betaald voetbal groot is. ‘Kijkend naar onder meer de bezettingsgraad van de stadions wordt betaald voetbal alleen maar groter. Het publiceren van het rapport, in combinatie met het evenement rondom de EK-wedstrijd tegen Oostenrijk, is bedoeld om meer bewustwording te creëren binnen de politiek, de maatschappij en de branche.’

De KNVB heeft meerdere strategische pijlers en Blokland heeft als clubadviseur de taak om die programmering verder te brengen binnen de clubs. ‘Binnen betaald voetbal ligt onze focus op zichtbare maatschappelijke impact, betaald voetbal op een hoger niveau, en gastvrij en veilig voetbal. Het onderzoek en dit rapport zijn daar onderdeel van.’

De KNVB had al behoorlijk wat data verzameld en vroeg PwC om opnieuw een rapport over dit thema uit te brengen. Blokland: ‘We willen een zo onafhankelijk mogelijk rapport naast het feit dat PwC een vertrouwde partner is.’

Dante van der Heijden, vanuit PwC bij het onderzoek betrokken, vult aan: 'Om die onafhankelijkheid te waarborgen, gebruikten we zoveel mogelijk ruwe data. Samen met de KNVB bepaalden we het doel en welke data we daarvoor nodig hadden.’ 

‘We hebben de data ook vergeleken met de rapporten uit 2015 en 2021, maar er is inmiddels veel veranderd. Vooral op het gebied van duurzaamheid, tegenwoordig een veel breder thema. Bovendien stamde het rapport van 2021 uit de coronaperiode, dus het is niet helemaal één op één te vergelijken’, legt Van der Heijden uit. 

Het rapport belicht naast de positieve impact ook de uitdagingen in de praktijk. Zo blijkt het thema duurzaamheid nog lastig te meten. ‘Er was weinig data beschikbaar’, zegt Van der Heijden. ‘Het wil niet zeggen dat clubs niks doen, maar er is weinig van terug te vinden op hun websites.’ 

Ook op het vlak van veiligheid is er nog werk aan de winkel. 57 procent van de seizoenkaarthouders zegt zich wel eens zorgen te maken over de veiligheid in en rond het stadion. De KNVB heeft meerdere initiatieven lopen om die negatieve maatschappelijk impact te bestrijden. ‘Een van onze doelstellingen is gastvrij en veilig voetbal’, zegt Blokland. ‘We hebben hiervoor een routekaart opgesteld, waardoor we steeds meer grip op de situatie krijgen. Daarnaast zijn we in 2020 gestart met het initiatief OVIVI, Ons voetbal is van iedereen, om racisme en discriminatie in het voetbal te bestrijden. Dat doen we op zowel amateur- als op betaaldvoetbalniveau. En ook binnen de KNVB zelf zijn we ermee bezig. Als we de clubs hierop willen aansturen, moeten we zelf voorloper zijn.’