De boodschap in de Audit Firm Letter 2024 die Eumedion, de belangenvereniging van institutionele beleggers in Nederland, eind vorig jaar publiceerde, is duidelijk. Eumedion verwacht van de externe accountant onder meer dat deze tijdens de AvA ‘ondersteunende context en details’ biedt als toelichting op de controle en de belangrijke controlebevindingen, en een ‘constructieve houding’ toont bij het beantwoorden van vragen van aandeelhouders. Aan die verwachtingen is in het AvA-seizoen 2023 nog niet voldaan, concludeert Eumedion. Als belangrijkste tekortkomingen staan in de brief de volgende punten opgesomd:
Een ‘meer betekenisvolle dialoog’ tussen de onderneming en haar externe accountant en aandeelhouders, dat is wat de NBA-handreiking zou moeten faciliteren volgens Eumedion. De vraag die dat oproept is hoeveel ruimte accountants kunnen nemen om hun feitelijke bevindingen meer betekenis te geven door ook hun professionele opvattingen daarover te uiten.
Abma: ‘Laten we eerst een stapje terug doen: waarom vinden wij het optreden van de accountant in de AvA zo belangrijk? Uiteindelijk is dat omdat jullie, de accountants, worden aangesteld door ons, de aandeelhouders. En aan wie benoemt, moet ook verantwoording worden afgelegd wat ons betreft. Het is niet voor niets dat de accountant al sinds de invoering van de Code Tabaksblat geacht wordt bij de AvA aanwezig te zijn, juist om verantwoording af te leggen en transparantie te bevorderen. Wij waren dan ook erg blij met de handreiking van de NBA. Weliswaar werd die pas vlak voor het AvA-seizoen gepubliceerd, toch hadden we meer verwacht van het optreden van accountants op de AvA.’
Abma: ‘In de meeste gevallen werd eigenlijk niet meer gezegd dan wat al in de schriftelijke controleverklaring stond. Wij hadden gehoopt dat de accountant wat meer kleur zou geven en ook het verhaal achter de cijfers zou vertellen, en daar wat proactiever in zou zijn. De casus die ons wat dat betreft hoog zit gaat over het remuneratierapport van een AEX-fonds. Dat rapport beschrijft weliswaar transparant welke methode is gebruikt om de hoogte van de bonus voor een bestuurder te bepalen, maar wij hadden grote vraagtekens bij de toepassing van die methode. Maar op onze vraag tijdens de AvA wat de accountant daarvan vond, was het antwoord alleen dat het klopt wat er in het remuneratierapport staat. Ja, dat konden wij zelf ook wel lezen.
Wij vinden dat de accountant in zo’n geval ook zijn of haar eigen opvattingen over de gang van zaken zou moeten geven. Vind je het aanvaardbaar wat hier gebeurt? Wat zegt dit over het gedrag en de cultuur binnen de raad van bestuur? Staan de commissarissen stevig genoeg in hun schoenen om daar weerwoord aan te bieden? Daar zou de accountant meer openheid over mogen verschaffen, zeker ook omdat dit onderwerp maatschappelijk zo gevoelig is. Ik vind het dan heel raar dat de maatschappelijke antenne van de accountant niet zo is afgestemd dat deze hier in zijn of haar presentatie proactief aandacht aan besteedt.’
Abma: ‘Nee, dat geeft nog steeds niet echt kleur. Ik wil graag horen wat je als professional van de gang van zaken vindt. En we vragen niet jullie mening over het beloningsbeleid, maar wat jullie vinden van de toepassing van dat beleid. Concreet zou ik bijvoorbeeld antwoord willen op de vraag of de externe accountant dat met de voorzitter van de remuneratiecommissie of met de president-commissaris heeft besproken.’
Abma: ‘Dit is maatschappelijk inderdaad zo’n belangrijk thema. De accountant in zijn rol als vertrouwenspersoon van het maatschappelijk verkeer moet daarom vragen van stakeholders daarover kunnen beantwoorden in de AvA.’
Abma: ‘Een tweede geval betreft een wat onbegrijpelijke ‘emphasis of matter’-paragraaf die de externe accountant had opgenomen over het duurzaamheidsbeleid van een AScX-fonds. Daar stond alleen een verwijzing naar een pagina in het bestuursverslag, zonder enige verdere toelichting. Dat riep bij ons veel vragen op, ook omdat de voortgang bij de implementatie van dat beleid een van de bonusmaatstaven voor de CEO was.
Onze vraag ging hier niet over de hoogte van de bonus, maar was simpelweg: wat bedoelt de accountant hier? Uiteindelijk hebben we daarover aan de vennootschap om verduidelijking moeten vragen. Het bestuur heeft vervolgens op de website een brief gepubliceerd die beschrijft wat de accountant heeft bedoeld. Pas op de AvA konden we de accountant zelf bevragen, en die bevestigt dan slechts dat het klopt wat er in de brief van het bestuur staat. Maar wij willen graag dat de accountant zelf proactief die verduidelijking geeft, zonder tussenkomst van het bestuur.’
Naast de informatieve waarde van het optreden van de accountant in de AvA en de presentatie die hij of zij daarbij gebruikt, is ook de timing van de publicatie van die presentaties van belang (punt 5 uit de Eumedion-brief). Die timing is vooral belangrijk omdat het belang van de AvA zelf als verantwoordingsplatform is afgenomen, zie ook ‘De uitgeholde rol van de AvA als verantwoordingsplatform’ onderaan dit artikel. Dit brengt de discussie op de vraag hoe de toelichting en de mening van de accountant tijdig beschikbaar kunnen worden gemaakt om een rol te spelen in de stembesluiten van aandeelhouders. Dat raakt ook aan de geheimhoudingsplicht van de accountant: wanneer mag hij of zij wat precies delen met aandeelhouders?
Abma: ‘Mijn conclusie is dat de accountantspresentatie op de AvA nu in het merendeel van de gevallen geen enkele invloed meer heeft op de stemuitslag. Daarom hebben we een groot en warm pleidooi gehouden bij de NBA om het mogelijk te maken dat wij ook rechtstreeks, en dus niet alleen via de vennootschap, met de accountant in gesprek kunnen. Dat zou dan moeten op een moment tussen de dag dat de jaarrekening wordt gepubliceerd en de uiterste steminstructiedatum.
In dat rechtstreekse contact kunnen bijvoorbeeld vragen over een ‘emphasis of matter’-paragraaf aan de orde komen of een mogelijke oordeelonthouding over de duurzaamheidsinformatie of bepaalde ‘key assurance matters’ die van invloed kunnen zijn op een stempunt als de decharge van het bestuur en raad van commissarissen. Terugkomend op mijn eerdere voorbeeld over remuneratie: ook daar hadden we graag vooraf met de accountant over willen praten, en de uitkomst van dat gesprek was dan vermoedelijk van invloed geweest op de inhoud van de stemalert aan onze leden.’
Abma: ‘De NBA ziet veel beren op de weg, met name rondom de vraag of je dan nog wel voldoet aan je geheimhoudingsplicht en rondom het risico op het vrijkomen van voorinformatie. Maar het management praat doorlopend met verschillende stakeholders zonder koersgevoelige informatie prijs te geven, dus daar moet een weg te vinden zijn.’
Abma: ‘Laat ik vooropstellen dat onze leden helemaal geen voorinformatie willen ontvangen. Bovendien is dit in de praktijk nooit een issue. Wij stellen vragen op basis van het jaarverslag en alle andere openbare informatie, puur ter verduidelijking. Wij voeren die dialoog al sinds 2009 en er is nog nooit een onderneming geweest die daardoor koersgevoelige informatie naar buiten heeft moeten brengen. Ondernemingen weten precies wat ze wel en niet kunnen zeggen.’
Abma: ‘De Corporate Governance Code bevat de plicht voor institutionele beleggers om geïnformeerd te stemmen. Zij worden dus geacht alle relevante informatie te betrekken bij het bepalen van hun stemgedrag. Daarom vind ik het wel de taak van institutionele beleggers om, als de opvattingen van de externe accountant onduidelijk of onvolledig zijn, bij hen te rade te gaan voor opheldering. Hoe we het best kunnen organiseren dat de bijdrage van de accountant mee kan worden gewogen in het stembesluit van beleggers is voor mij nog een open vraag. Maar het uitgangspunt zou moeten zijn dat die mogelijkheid wordt georganiseerd, juist omdat het invloed kan hebben op het stemgedrag.’
Abma: ‘Daarom hebben we met alle grote ondernemingen ook vooroverleg, die pre-AvA-dialogen vinden plaats. Van tevoren verzamelen we de belangrijkste issues die onze leden bij een bepaalde onderneming hebben, achteraf delen we een verslag van het vooroverleg. Zo proberen we voor onze deelnemers alle relevante informatie te verzamelen waarover ze moeten beschikken om te stemmen.’
Abma: ‘Er zijn verschillende modellen denkbaar om de rol van de accountant op de AvA relevanter te maken. Je zou het moment van discussie los kunnen koppelen van het moment van stemmen. Dat doen we nu al in de pre-AvA-dialogen, en als de accountant daaraan ook deelneemt wordt zijn rol relevanter.
Je kunt er ook voor kiezen om de AvA het moment voor verantwoording en discussie te laten blijven, maar pas dertig dagen na de AvA te stemmen. Dit soort ideeën hebben we ook ingebracht in de discussie over het wetsvoorstel dat virtuele AvA’s mogelijk maakt. Maar daar zitten de nodige haken en ogen aan, zeker ook aan de kant van de ondernemingen. Zij willen niet als het ware twee ‘AvA-momenten’, en bovendien is het voor hen heel belangrijk om te voorkomen dat er op een AvA verrassingen over de stemuitslag ontstaan.’
Abma: ‘Daarom heeft de NBA ook aanbevolen dat de accountant aanwezig moet kunnen zijn bij die pre-AvA-dialogen. De bedoeling was dan wel dat de accountant daar alleen als waarnemer zit en verder zijn mond houdt, maar dat vind ik wat vreemd.’
Abma: ‘Zo is het.’