Een top universiteit kreeg te maken met wetenschapsfraude. De universiteit koos er voor om door PwC de organisatiecultuur in kaart te laten brengen, dit om te beoordelen hoe de cultuur ervoor had gezorgd dat deze fraude had kunnen ontstaan. In samenwerking met deze universiteit onderzochten we welke thema’s een centrale rol speelden in de organisatiecultuur. We onderzochten hoe de werkelijke cultuur aansluit bij de gewenste cultuur. Hieruit kwamen concrete bevindingen en aandachtspunten, die inzicht gaven in gewenst en ongewenst gedrag. Zo werden een aantal perverse prikkels in de governance structuur en organisatiecultuur zichtbaar. Met deze onderzoeksresultaten was de organisatie in staat om gerichte aanpassingen te maken, zodat ze in de toekomst op een duurzame manier de gewenste impact konden maken.
‘Fouten maken mag niet in onze organisatie’ of ‘de top weet niet wat er speelt’; zijn quotes die we veel horen. Dit zijn uitingen over de organisatiecultuur. Cultuur bestaat uit de collectieve normen en waarden, resulterend in gemeenschappelijke gedrag binnen de organisatie. Cultuur en gedrag spelen een essentiële rol in het succes van iedere organisatie, omdat het gedrag van iedere medewerker (idealiter) bijdraagt aan het organisatiedoel en de som van dit gedrag groter is dan de separate onderdelen (ie. specialization of labor).
Naast het belang voor de eigen organisatie zien we ook dat de externe focus groeit. De nieuwe Corporate Governance code benadrukt bijvoorbeeld dat de organisatie aandacht dient te besteden aan de cultuur. Ook zien we in de vernieuwing voor COSO dat de cultuur een essentieel onderdeel vormt. Los daarvan speelt het thema expliciet in sectoren. Voorbeelden daarvan zijn de financiële sector (vanuit AFM, DNB en ECB) en de voedselsector (vanuit GFSI).
We maken een onderscheid tussen de gewenste cultuur en de daadwerkelijke cultuur. De gewenste cultuur is bijvoorbeeld zichtbaar in de strategie, kernwaarden en gedragsvoorschriften (e.g. Code of Conduct). De daadwerkelijke cultuur is zichtbaar in het gedrag en systemen in de organisatie. Duurzaam succesvolle organisaties kenmerken zich door grote overlap tussen de gewenste en de werkelijke organisatiecultuur.
In de praktijk zien wij vaak een kloof tussen de gewenste en werkelijke cultuur. Een voorbeeld is de mate van zichtbaar commitment van de RvB of RvC (tone at the top). Als de top niet het gewenste voorbeeldgedrag vertoont en de gewenste cultuur in de praktijk niet bespreekt, beloont of berispt, verkleint men de kans dat men de organisatiedoelen behaalt.
Ook systemen in de organisatie kunnen ondersteunend of belemmerend werken. Organisaties benoemen bijvoorbeeld flexibiliteit als kernwaarde en verlangen dit van hun medewerkers (eg. het nieuwe werken of ‘activity based working’). Tegelijkertijd ondersteunt het systeem dit niet vanwege harde verplichtingen. Men moet bijvoorbeeld iedere doordeweekse dag een minimum aantal uren schrijven of kan enkel op kantoor bij de intranet omgeving. Hierdoor percipieert de medewerker dat de organisatie zichzelf tegenspreekt en flexibiliteit dus blijkbaar niet zo belangrijk vindt. Dit zorgt voor onduidelijkheid waardoor men terugvalt op wat zelf ‘goed voelt’. Daarnaast stimuleren deze beperkingen niet om het gewenste gedrag te vertonen.