De belangrijkste btw-correctie naast het BUA is de heffing over de zogenoemde ‘fictieve prestaties’. Deze correctie treedt (in bepaalde gevallen) in werking als het gaat om prestaties waarop het BUA niet van toepassing is. Als het BUA weliswaar formeel van toepassing is, maar correctie achterwege blijft omdat de 227 euro-grens niet is overschreden, is een correctie voor fictieve prestaties niet van toepassing.
Een situatie waarin het BUA niet van toepassing is maar wel moet worden gecorrigeerd door heffing van btw over fictieve prestaties, is bijvoorbeeld de situatie wanneer de ondernemer zelf zijn bedrijfsgoederen privé gebruikt, terwijl voor deze goederen op volledige of gedeeltelijke aftrek van voorbelasting is ontstaan. Daarnaast is een correctie van btw aan de orde voor relatiegeschenken of giften (‘om niet verstrekte goederen’) die niet onder het BUA vallen, bijvoorbeeld omdat de begunstigde bij aankoop van het goed zelf, als ondernemer, de btw wel volledig in aftrek had kunnen brengen.
Verder is nog een aantal andere situaties denkbaar waarin sprake is van privégebruik zonder dat het BUA van toepassing is, waaronder het privégebruik van een auto van de zaak. In al deze gevallen moet de ondernemer zo nodig op een andere manier een correctie maken op de in aftrek gebrachte btw. In bepaalde gevallen gebeurt dit, zoals opgemerkt, dit door btw te heffen over de gratis verrichte prestatie (de fictieve prestatie).
Aangenomen wordt dat niet alsnog aan een fictieve levering kan worden toegekomen indien aftrek op een aan een personeelslid verstrekt goed in stand blijft wegens bijzondere omstandigheden, gelet op de behoeften van de onderneming van de werkgever.
Heffing van btw over fictieve prestaties blijft achterwege als het gaat om het gratis verstrekken van monsters of geschenken van geringe waarde (de inkoopprijs van de geschenken moet lager zijn dan 15 euro per stuk).
Uit rechtspraak blijkt dat heffing over fictieve prestaties alleen kan worden toegepast als sprake is van consumptief gebruik of een consumptieve onttrekking door een natuurlijke persoon. Rechtspersonen kennen in deze systematiek geen ‘eigen’ consumptief gebruik, maar kunnen wel hun bedrijfsmiddelen voor privégebruik ter beschikking stellen aan natuurlijke personen.
Verder is van belang dat de correctie tijdsevenredig berekend mag worden als het privégebruik slechts een deel van het jaar heeft geduurd. De btw over de fictieve prestaties moet in beginsel worden verwerkt in de laatste btw-aangifte van het boekjaar.
De Wet toekomst pensioenen (Wtp) dwingt iedere werkgever na te denken over de toekomstige pensioenovereenkomst met zijn medewerkers.
PwC Legal Business solutions - Onze juridische experts bieden managed services en geïntegreerde oplossingen met een flexibele aanpak die bijdraagt aan uw...
PwC’s Tax, Legal & People loopt PwC voorop in de transitie naar duurzaamheid voor organisaties. Door het voorblijven en bijhouden van alle wet- en regelgeving...
De arbeidsmarkt verandert. In een internationale wereld worden medewerkers van steeds grotere waarde om daadwerkelijk het verschil te maken.