EU regime voor verplichte informatie-uitwisseling van grensoverschrijdende transacties “DAC6”

De EU heeft maatregelen ingevoerd ter vergroting van de fiscale transparantie met als doel meer inzicht in potentieel agressieve belastingstructuren te verkrijgen. Wij helpen u om de impact van deze regels voor informatie-uitwisseling te begrijpen.

Met deze maatregelen tilt de EU de transparantie over potentieel agressieve belastingconstructies naar een hoger niveau. De wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op het gebied van belastingen in verband met meldbare grensoverschrijdende constructies (kortweg "DAC6”) heeft verstrekkende gevolgen voor belastingadviseurs, dienstverleners en belastingbetalers.

Playback of this video is not currently available

DAC6 in 90 seconds- The new EU directive on cross-border tax

DAC6 legt verplichte informatie-uitwisseling op voor bepaalde structuren en transacties met een grensoverschrijdend karakter waarbij een EU lidstaat is betrokken. Een structuur of transactie moet worden gemeld wanneer deze in de richtlijn genoemde "wezenskenmerken" bezit (zgn. “hallmarks”) en - in sommige gevallen - daarnaast als een van de belangrijkste te verwachten voordelen een belastingvoordeel betreft. De gemelde grensoverschrijdende structuren en transacties zullen vervolgens automatisch worden uitgewisseld met alle andere EU lidstaten via een gemeenschappelijk communicatienetwerk (CCN), dat de EU zal opzetten.

Op 1 juli 2020 is de richtlijn in werking getreden en op 1 januari 2021 is de meldingsplicht ingegaan. De richtlijn DAC6 heeft terugwerkende kracht en geldt daarom ook voor meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies die vanaf 25 juni 2018 hebben plaatsgevonden.

Standpunt van PwC

In het algemeen is PwC voorstander van volledige transparantie voor belastingautoriteiten. DAC6 kan naar onze mening echter leiden tot over- en onderrapportage. Dit wordt veroorzaakt door de potentieel brede reikwijdte van de wezenskenmerken, de meervoudige rapportage door de betrokken intermediairs en een mogelijk gebrek aan consistente interpretatie in de lidstaten van de EU. PwC heeft de Europese Commissie en de EU-lidstaten opgeroepen om duidelijke interpretatie-richtsnoeren op te stellen, waaraan alle EU-lidstaten worden gecommitteerd. Hiermee wordt beoogd om buitensporige administratieve kosten en eventuele verwarring voor belastingbetalers en dienstverleners over hun verantwoordelijkheden zoveel mogelijk te beperken.

Wat betekent dit voor u?

Als onze klant

Onze klanten moeten in staat zijn om de volgende vragen te beantwoorden met betrekking tot al hun grensoverschrijdende constructies:

Hoe te bepalen welke constructies moeten worden gerapporteerd?

  • Is een bepaalde transactie of structuur een meldingsplichtige fiscale constructie? PwC heeft een tool ontwikkeld om u te ondersteunen bij het herkennen van deze transacties en structuren.
  • Over welke interne processen beschikt u om vast te leggen en te analyseren of een structuur of transactie moet worden gemeld?
  • Hoe wordt dit gemonitord als er geen (directe) betrokkenheid is van de afdeling binnen uw organisatie die belast is met compliance op het gebied van Belastingen en Financiën?
  • Wat als een tussenpersoon uw fiscale structuur meldt?

Het is belangrijk op te merken dat DAC6 weliswaar is gericht tegen agressieve belastingconstructies, maar dat ook structuren en transacties die niet als agressief kunnen worden ervaren onder de meldingsplicht kunnen vallen, omdat deze op zich beantwoorden aan een van de beschreven ‘wezenskenmerken’.

Als organisaties meldingsplichtige fiscale constructie uitvoeren, moeten zij bepalen of deze in overeenstemming zijn met hun eigen fiscale beleid/strategie.

Wie moet de melding doen?

  • Moet u als belastingplichtige zelf de fiscale constructie aanmelden bij de Belastingdienst of zijn er adviseurs of andere betrokkenen die mogelijk al verplicht zijn om structuur  te rapporteren? Op welke wijze raakt u ervan op de hoogte of er iets over u wordt gemeld door de tussenpersoon?
  • Als een in de EU gevestigde adviseur of andere dienstverlener betrokken is bij de constructie, rust de meldingsplicht waarschijnlijk op die adviseur of dienstverlener. In dat geval bent u over het algemeen niet verplicht om zelf een melding te maken. Als er meer dan één adviseur of een andere derde partij bij de constructie betrokken is, kunnen zij met elkaar afstemmen wie van de constructie meldt en daarnaast de inhoud van deze melding afstemmen.
  • Indien u zelf moet rapporteren, kan PwC u helpen met een rapportage-tool indien u de voorkeur geeft aan outsourcing boven het maken van een eigen oplossing voor DAC6.

Welke informatie moet worden ingediend?

  • Kunt u de juiste informatie uit uw systemen halen en is die informatie in overeenstemming met andere verplichte rapportages (bijv. Country-by-Country Reporting)?
  • Wat rapporteren derden over u en vallen die rapportages het samen met uw eigen begrip van de structuur en met uw eigen rapportages? Houd er rekening mee dat PwC over het algemeen als 'intermediair' onder DAC6 wordt beschouwd. DAC6 vereist niet dat wij onze klanten informeren wanneer PwC rapporteert onder DAC6. Wij gaan echter altijd een dialoog aan met u als onze klant over de impact van DAC6 voor elk advies. In die gevallen waarin wij verplicht zijn om te rapporteren, zullen wij u als klant hiervan op de hoogte brengen en kunnen wij de details van het rapportage aan u verstrekken.
  • Er zullen sancties worden opgelegd bij niet-naleving. Dit risico kan naast een boete ook leiden tot reputatieschade (voor u als onze klant maar ook voor PwC als uw belastingadviseur en eventuele andere dienstverleners).

Vergeet niet dat informatie automatisch wordt gedeeld met alle EU-lidstaten.

Als intermediair

Tussenpersonen zoals accountants, advocaten, (civielrechtelijke) notarissen, belastingadviseurs en andere dienstverleners moeten de volgende vragen kunnen beantwoorden:

Hoe te bepalen welke constructies moeten worden gerapporteerd?

 

  • Bent u op enige wijze betrokken bij de advisering van of het anderszins beschikbaar stellen van een grensoverschrijdende transactie of structuur aan uw klant, dan wel bij de (gedeeltelijke) uitvoering ervan?
  • Heeft de grensoverschrijdende transactie of structuur een fiscale invalshoek?
  • Is de constructie een meldingsplichtige fiscale constructie?

 

Wie moet de melding doen?

  • Als de constructie meldingsplichtig, bent u als dienstverlener dan verplicht om een melding te doen?
  • Zo ja, en indien andere betrokken dienstverleners ook meldingsplichtig zijn, kan mogelijk onderling worden afgestemd dat een van de betrokken dienstverleners één gezamenlijke melding doet voor alle betrokken dienstverleners. Hoe wordt besloten of er één melding wordt gedaan? En hoe wordt besloten welke dienstverlener de indiening verzorgt (coördinatie)?
  • Kunt u als dienstverlener in het geval van een enkel rapport instemmen met de inhoud van het rapport van een andere dienstverlener en heeft zich ervan verzekerd dat u op die rapportage kunt vertrouwen?
  • Hoe bewaart u het bewijs dat het rapportage daadwerkelijk (mede namens u) is ingediend?

Welke informatie moet worden ingediend?

  • Kunt u de juiste informatie over met betrekking tot de transacties en structuren van uw klant uit uw bestanden halen en is de informatie in overeenstemming met andere meldingen door of namens uw klant (bijv. Country-by-Country Reporting)?
  • Is uw klant op de hoogte van de informatie die u op het punt staat in te dienen en valt deze informatie samen met het begrip van uw klant omtrent de transactie of structuur?
  • Bent u op de hoogte van de mogelijke impact van het rapport op de fiscale positie van uw klant (bijv. eventuele vervolgvragen van de fiscus) en, ook mogelijk, de impact op zijn reputatie? Zijn deze mogelijke zorgen besproken met uw klant?

Vergeet niet dat informatie automatisch wordt gedeeld met alle EU-lidstaten.

Als financiële dienstverlener

Aangezien de definitie van intermediair zeer ruim is omschreven, kan DAC6 veel organisaties in de financiële-dienstensector raken. Om de potentiële impact voor uw organisatie te beoordelen en maatregelen te nemen om de risico's van non-compliance te beperken, kunt u beginnen met de volgende aandachtspunten:

Hoe te bepalen welke constructies moeten worden gerapporteerd?

  • Over welke controles en processen beschikt u om vast te leggen en te analyseren of uw producten of transacties onder de meldingsplicht vallen?
  • Hoe wordt dit intern gemonitord?

Wie moet de melding doen?

  • Welke afdelingen binnen uw organisatie kunnen eventueel worden aangemerkt als ‘intermediair’, doordat zij producten/transacties aanbieden die onder de “wezenskenmerken” (hallmarks) vallen?
    Voor een overzicht van de criteria van een meldingsplichtige fiscale constructie, klik hier.
  • Beleg binnen uw de governance structuur de verschillende verantwoordelijkheden onder DAC6 bij de daarvoor aan te wijzen personen of afdelingen (bijv. implementatie van processen en controles, monitoring van nieuwe klanten en producten, en de uitvoering en indiening van de rapportages).

Welke informatie moet worden ingediend?

  • Kunt u de juiste informatie uit uw systemen halen en is die informatie consistent met andere verplichte meldingen die namens of door uw klanten worden gedaan?
  • Er gelden sancties bij niet-naleving. Naast deze sancties kan niet-naleving van de meldingsplicht eveneens tot reputatieschade leiden voor u als financiële dienstverlener, maar ook voor uw klanten.

Wij kunnen u helpen gebruik te maken van bestaande product goedkeuringen, klantbenadering en/of monitoringsprocessen en de implementatie van controls binnen uw organisatie (bijv. AML/KYC, FATCA/CRS, SIRA, etc.).

Meldingsplichtige fiscale constructies

Meldbare belastingconstructies zijn constructies met een grensoverschrijdend element, waarbij de constructies onder bepaalde in de richtlijn genoemde "wezenskenmerken" (zgn. “Hallmarks”) vallen, en in bepaalde gevallen waarin een van de belangrijkste verwachte voordelen van de constructie een belastingvoordeel betreft.

Grensoverschrijdende constructies

Grensoverschrijdende constructies zijn constructies waarbij ten minste twee EU-rechtsgebieden betrokken zijn, of ten minste één EU-rechtsgebied en één of meer niet-EU-rechtsgebieden. Indien een belastingconstructie slechts één rechtsgebied of slechts één of meer rechtsgebieden buiten de EU betreft, wordt de constructie niet als een relevante grensoverschrijdende belastingconstructie beschouwd en hoeft deze niet te worden gemeld.

Back

Wezenskenmerken (“Hallmarks”)

De wezenskenmerken beschrijven bepaalde kenmerken van constructies; ze zijn ruim geformuleerd en zullen naar verwachting van toepassing zijn op een breed scala aan transacties. In sommige specifiek genoemde gevallen valt een fiscale constructie alleen onder de meldingsplicht als een van de belangrijkste te verwachten voordelen van de constructie een belastingvoordeel is (“Main Benefit”). Belangrijk om op te merken is dat DAC6 niet per sé betrekking heeft op grensoverschrijdende belastingconstructies die als agressief kunnen worden ervaren, maar simpelweg op alle constructies die een of meer van de beschreven wezenskenmerken bezitten, dus ook als de constructie op zich niet als agressief wordt ervaren.

Algemene wezenskenmerken

Het eerste type wezenskenmerken identificeert te rapporteren fiscale constructies door te kijken naar de overeenkomst met de tussenpersoon (bijvoorbeeld de belastingadviseur). Indien de opdracht voorziet in een geheimhoudingsclausule, een succesvergoeding of de fiscale constructie is gebaseerd op gestandaardiseerde documentatie/structuren, kan de fiscale constructie om die reden meldingsplichtig zijn.

Specifieke kenmerken

Het tweede type wezenskenmerken heeft betrekking op de specifieke kenmerken van de fiscale constructie zelf. Specifieke kenmerken identificeren onder andere:

  • fiscale constructies die gebaseerd zijn op de handel in en het gebruik maken van verlieslatende ondernemingen,
  • de omzetting van een bepaald type inkomen of vermogen in een andere inkomens- of vermogenscategorie om zo gebruik te kunnen maken van lagere belastingtarieven,
  • internationale herstructurering,
  • het aanspraak maken op afschrijvingen van een en hetzelfde bedrijfsmiddel in meer dan één land, het claimen van voorkoming van dubbele belasting in meer dan één land, of de aftrek van betalingen in een land terwijl de betalingen bij de ontvanger ervan onbelast zijn,
  • constructies om bepaalde rapportage- of aangifteverplichtingen te omzeilen of om ervoor te zorgen dat de uiteindelijke gerechtigde van een structuur (UBO) niet kan worden geïdentificeerd,
  • constructies waarbij gebruik wordt gemaakt van bijzondere bepalingen omtrent verrekenprijzen (transfer pricing) in verschillende landen, zoals bepaalde safe harbour-regels, en transacties met moeilijk te waarderen immateriële vaste activa (zoals intellectuele eigendom), en herstructurering van bedrijfsactiviteiten indien deze leidt tot een verlaging van het effectieve belastingtarief met meer dan 50%.

Back

Main benefit

In de meeste gevallen wordt de fiscale constructie rapporteerbaar als aan een van de genoemde wezenskenmerken wordt voldaan, ongeacht of de constructie al dan niet leidt tot een lagere belastingdruk. In sommige gevallen is een fiscale constructie echter alleen meldingsplichtig als aan de “main benefit test” wordt voldaan, wat betekent dat:

het belangrijkste voordeel of een van de belangrijkste voordelen die een persoon, gelet op alle relevante feiten en omstandigheden, redelijkerwijs mag verwachten, is dat een constructie een belastingvoordeel oplevert.

Back

Rapportage

Vanaf 1 januari 2021 zijn de rapportagedeadlines voor Nederland in werking getreden. Deze datum volgde op de maatregel van de Europese Commissie die, vanwege de coronacrisis, uitstel mogelijk maakte voor de lidstaten. Nederland koos daarom voor uitstel van zes maanden. 

Sinds 1 januari 2021 moeten meldingsplichtige fiscale constructies worden gemeld binnen 30 dagen nadat een van de volgende momenten zich heeft voorgedaan:

a) de meldingsplichtige fiscale constructie is beschikbaar voor implementatie; of
b) de meldingsplichtige fiscale constructie is gereed gekomen voor implementatie; of
c) de eerste stap van implementatie van de meldingsplichtige fiscale constructie heeft plaatsgevonden.

Dit betekent dat voor transacties waarbij één van de bovenstaande gebeurtenissen hebben plaatsgevonden op of na 1 januari 2021 binnen 30 dagen moeten worden gerapporteerd. 

Voor meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies waarvan de eerste stap werd geïmplementeerd tussen 25 juni 2018 en 1 juli 2020 is de rapportage deadline inmiddels verstreken. Transacties die zich hebben voorgedaan tussen 1 juli 2020 en 31 december 2020 moeten uiterlijk op 31 januari 2021 worden gemeld. 

Het rapport met betrekking tot de meldingsplichtige fiscale constructie moet worden ingediend bij de lokale belastingdienst. Vervolgens zal de EU een systeem opzetten waarmee lokale belastingdiensten de gemelde informatie uit kunnen wisselen met alle andere belastingdiensten van de verschillende EU-lidstaten via het gemeenschappelijke communicatienetwerk (CCN). Deze informatie mag echter niet openbaar worden gemaakt.

De meldingsplicht ligt primair bij de intermediair die de fiscale constructie beschikbaar heeft gesteld of betrokken is bij het uitvoeringsproces (belastingadviseur, advocaat of andere dienstverlener). Indien een belastingplichtige geen gebruik heeft gemaakt van een intermediair, maar uitsluitend gebruik heeft gemaakt van zijn eigen interne fiscale expertise met betrekking tot de onderhavige fiscale constructie, verschuift de meldingsplicht naar de belastingplichtige.

Back

{{filterContent.facetedTitle}}

{{contentList.dataService.numberHits}} {{contentList.dataService.numberHits == 1 ? 'result' : 'results'}}
{{contentList.loadingText}}
Volg ons

Contact

Marc Diepstraten

Marc Diepstraten

Chief Digital Officer, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 317 73 03

Edwin Visser

Edwin Visser

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 294 38 76

Hide