Benodigdheden

Kredietrisico

SA voor kredietrisico (BCBS 307 & 347)

Belangrijkste doelstellingen:

  • Verhogen van risicogevoeligheid door risicobeoordelingen te baseren op risico-overwegingen in plaats van externe beoordelingen
  • Implementaties simpel houden en afhankelijkheid van interne modelleringkennis vermijden
  • Verminderen van nationale beleidsruimte om de vergelijkbaarheid tussen kapitaalvereisten te verhogen
  • Het versterken van de band tussen gestandaardiseerde en intern modelgebaseerde methodes voor betekenisvolle (en verplichte) kapitaalondergrenzen
  • De herinvoering van het gebruik van externe beoordelingen in een niet-mechanische wijze voor vorderingen op banken, bedrijven en Gespecialiseerde Kredietverlening.
  • Wijziging van de voorgestelde risicoweging van vastgoedleningen met de lening/waarde-ratio als de belangrijkste risico-overweging.
  • Voorstellen voor vorderingen op multilaterale ontwikkelingsbanken, retail en vorderingen met een betalingsachterstand, en posten die niet zijn opgenomen op de balans.

Kredietrisico - beperkingen van het gebruik van interne modelmethodes (BCBS 362)

Modelparameters kunnen voldoende betrouwbaar worden ingeschat voor reglementair kapitaal:

  • Vaststelling van het blootstellingsniveau, modelparameter ondergrenzen voor een minimumniveau van conservatisme.
  • Het aanbieden van specifiekere praktijken om parameters in te chatten om variabiliteit in RWA te verminderen.
  • Modelparameters kunnen niet voldoende betrouwbaar worden ingeschat voor reglementair kapitaal:
  • Verwijder de IRB-methode voor de volgende portefeuilles: Banken en andere financiële instellingen, grote bedrijven en aandelen
  • Het wegnemen van de interne modelmethodes voor CVA (IMA-CVA)
Kredietrisico
Securitisatie

Securitisatie

Herzieningen van het securitisatiekader (BCBS 303)

  • Een herziene hiërarchie van drie benaderingen voor het verminderen van de noodzaak van externe waarderingen (SEC-IRBA, SEC-ERBA, SEC-SA)
  • Verminderde complexiteit. De herziene hiërarchie is gebaseerd op informatie waar de bank beschikking tot heeft en op het soort analyse dat het kan uitvoeren voor een specifieke transactie
  • Vermindering van mechanische afhankelijk van externe waarderingen
  • Versterken van risicogevoeligheid. De kapitaalvereisten zijn aanzienlijk toegenomen in verhouding tot het risico van securitisatieposities
  • Introductie van minimaal risicogewicht van 15% voor securitisaties
  • Introductie van minimaal risicogewicht van 100% voor resecuritisaties
  • Introductie van bovenlimieten van risicogewichten van senior tranches en initiatiefnemers

Tegenpartij kredietrisico

SA tegenpartij kredietrisico (BSBC 279)

  • Een herziene aanpak voor de blootstelling bij het in gebreke blijven van de tegenpartij met drie factoren Alfa, vervangingswaarde, potentieel toekomstig risico
  • Vervanging voor bestaande huidige blootstellingsmethodes (markt-tot-markt-methode, gestandaardiseerde methode)
  • EAD wordt apart berekend voor elke verrekeningsset
  • EAD van een verrekeningsset met een marge kan niet hoger zijn dan de EAD van de verrekeningsset zonder rekening te houden met de marge-afspraken
Tegenpartij kredietrisico
Marktrisico

Marktrisico

Fundamentele herziening van de handelsportefeuille (BCBS 305 & 352)

  • Een herziene grens tussen de handelsportefeuille en het bankboek
  • Herziene risicobeoordelingsaanpak en kalibratie
  • De opname van het risico van marktliquiditeit
  • Een herziene gestandaardiseerde aanpak die voldoende risicogevoelig is om op te treden als een geloofwaardig alternatief voor interne modellen en nog steeds geschikt is voor banken die geen verfijnde meting van het marktrisico nodig hebben
  • Een herziene aanpak gebaseerd op interne modellen dat een rigoureuzer goedkeuringsproces voor modellen omvat en consistentere identificatie en kapitalisatie van materiële risicofactoren
  • Een versterkte relatie tussen de gestandardiseerde en modellen-gebaseerde benaderingen. Een betere afstemming tussen de handelsportefeuille en het bankboek in de regelgeving ten aanzien van kredietrisico

Operationeel risico

Herzieningen van operationeel risico (BCBS 291 & 355)

  • Toepassing van de Advanced Measurement Approach (AMA) wordt gestaakt
  • Introductie van de Standardized Measurement Approach (SMA) als de enige aanpak voor het operationeel risico
  • De SMA combineert het Business Indicator (BI), een eenvoudig financieel overzicht proxy van blootstelling aan operationeel risico met de bank-specifieke operationeel verlies gegevens
  • Transactievolume is slechts één factor die blootstelling aan operationeel risico beïnvloedt
  • Historische verliezen zullen worden beschouwd als een relevant risico-indicator van de toekomstige blootstelling aan operationeel risico
  • Introductie van een verliescomponent
Operationeel risico
CVA-risico

CVA-risico

Beoordeling van het CVA-risicokader (BCBS 325)

FRTB-CVA Kader:

  • Aanpassing van het marktrisicokader gespecificeerd in FRTB (ook twee benaderingen)
  • Zodanig genoemd om het beschikbare kapitaal aan banken te tonen die voldoen aan verschillende fundamentele voorwaarden wat betreft berekening en risicobeheer van CVA
  • Samenhang met de voorstellen onder het marktrisicokader (FRTB)
  • Ontworpen voor banken voor het berekenen van CVA-gevoeligheden met een groot aantal risicofactoren

Basis-CVA-kader:

  • BA-CVA bestaat uit een enkele Basis CVA-aanpak (op een formule gebaseerd) en is een verbeterde versie van de huidige gestandaardiseerde CVA-methode

Instaprisico

Instaprisico (BCBS 349)

  • Nieuw concept waar instaprisico het risico is dat een bank financiële steun moet verlenen aan een entiteit dat verder gaat dan de contractuele verplichtingen als de entiteit financiële moeilijkheden ervaart
  • De focus is op het identificatie van niet-geconsolideerde entiteiten (die niet onder de consolidatieregelgeving vallen) waaraan een bank toch financiële steun kan verlenen om zichzelf te beschermen tegen nadelige effecten op haar reputatie door haar band met de entiteiten
  • Om banken beschrijvingen van de relaties en de indicatoren die dergelijke relaties tussen banken en schaduwbankentiteiten vormgeven te laten opstellen. Grote instaprisico's bestaan als één van de instapindicatoren, die variëren van kapitaalbinding, sponsoring, verstrekking van financiële faciliteiten, besluitvorming en operationele banden, bestaat
  • De instapbeoordeling kan leiden tot regelgevende consolidatie van de geïdentificeerde entiteit
Instaprisico

Kapitaalondergrenzen

Kapitaalondergrenzen (BCBS 306)

  • Kapitaalondergrenzen worden vooral geacht om het modelrisico te verminderen, om de vergelijkbaarheid van RWA te verhogen en om het actiegebied te beperken
  • De herziene kapitaalondergrenzen worden gebaseerd op de herziene gestandaardiseerde benaderingen voor krediet-, markt- en operationeel risico die momenteel worden besproken door BCBS. Het is een uitdaging om gelijktijdig de gestandaardiseerde benaderingen en de interne modellen te implementeren
  • De exacte configuratie van de kapitaalondergrenzen moet nog worden bepaald:
  • Alternatief 1: het introduceren van een ondergrens gebaseerd op de risicocategorie voor elke grote risicocategorie (een aparte ondergrens voor elke grote risicocategorie zoals kredietrisico, marktrisico en operationeel risico)
  • Alternatief 2: het introduceren van een aggregaat RWA-gebaseerde ondergrens (een ondergrens gebaseerd op de som van alle RWA's van alle risicocategorieën)

Renterisico in het bankboek

Renterisico in het bankboek (BCBS 319)

  • Het introduceren van een uniforme aanpak voor het meten van de mate waarin IRRBB betere vergelijkbaarheid kan bieden (Standardised Pillar I-aanpak)
  • Als een aanvulling op de Pillar I-aanpak, is de interne meetmethode van de bank voor het bepalen van het renterisico toegestaan na goedkeuring van de toezichthouder

Contact

Wilbert van den Heuvel

Wilbert van den Heuvel

Banking & Capital Markets Leader, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 184 54 76

Eugénie Krijnsen

Eugénie Krijnsen

Industry Leader Financial Sector, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)88 792 36 98

Volg ons