New Horizon - Niet slopen maar oogsten

Interview met Michel Baars, oprichter en CEO van New Horizon

Deze case komt uit het ‘Top bouwondernemingen in Nederland – Een performance-meting’ rapport van PwC.

‘New Horizon ziet de stad als bron. De bebouwde omgeving is ons magazijn en zit vol bruikbare grondstoffen. Wij ontmantelen gebouwen met behoud van de waarde van deze grondstoffen en materialen. We hebben van urban mining ons vak gemaakt.’ De manier waarop New Horizon zichzelf presenteert laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Dat geldt ook voor de beloftes die het doet: ‘Het kost niet meer geld, het duurt niet langer en het is heel veel duurzamer.’ Die boodschap slaat aan. De omzet stijgt sinds de oprichting in 2015 flink en komt dit jaar uit op circa 10 miljoen euro, voor volgend jaar is al voor 15 miljoen in opdracht genomen.

“Vanwege de urgentie die ik voel bij het invoeren van circulaire principes, wil ik dat ieder uur dat ik besteed raak is.”

Over de drijfveren om New Horizon te starten:

“Ik ben overtuigd van het nieuwe circulair economisch model. Vanwege de urgentie die ik voel bij het invoeren van circulaire principes, wil ik dat ieder uur dat ik besteed raak is. Daarom werk ik daar nu aan als ondernemer, dus risicodragend. Ik ben begonnen met het vergaren van sloopwerken, om eigenaar te worden van zoveel mogelijk grondstoffen in voorspelbare volumes. Daarmee kan ik partijen aan me binden waarmee ik innovatie tot stand kan brengen. Dagelijks stromen enorme volumes aan materiaal onze stedelijke gebieden in en uit. Die stromen hebben we labels gegeven: wat erin gaat is een grondstof, wat eruit gaat is afval. Die werelden raken elkaar nauwelijks. En als ze elkaar raken is dat heel laag in de waardeketen en heet het recycling. Daar wordt niemand blij van. Ik denk dat je door nieuwe verbindingen tot oplossingen kunt komen veel hoger in de waardeketen. Ik ben ervan overtuigd dat dat een economisch model in zich heeft.”

Over de lessen die geleerd zijn:

“Bij iedere introductie van fundamentele veranderingen krijg je de circle of blame: ketenpartijen gaan elkaar verwijten dat de ander geen stappen maakt. Voor je het weet gebeurt er niks. De enige oplossing, en absoluut nodig om tot snelle introductie van iets nieuws te komen: onvoorwaardelijk kennis delen. Daar zijn we niet zo goed in, delen wat je weet zonder dat daar voor jou een direct voordeel uit te halen valt. We hebben bovendien te maken met de gevestigde orde, dat speelt zeker in grondstoffenhandel. Er zijn veel partijen die veel kapitaal hebben geïnvesteerd in de lineaire manier van werken, dat moet terugverdiend worden. Iemand die voorbijkomt met een nieuw model proberen ze dus uit de markt te duwen. Een belangrijk deel van de vernieuwing gaat dus helemaal niet over technologische innovatie, maar over systeeminnovatie: nieuwe manieren van samenwerken, het sluiten van allianties, om voorlopig maar de invloed van de gevestigde orde buiten te sluiten.”

Over de reacties op New Horizon uit de markt:

“Opdrachtgevers in de bouw- en vastgoedsectoren reageren heel verschillend op ons. Ik ben ervan uitgegaan dat ontwikkelaars en woningcorporaties helemaal geen circulaire ambities hebben, die heb ik dus ook nooit vermoeid met circulaire argumenten. Om ze te verleiden mij het volume te geven dat nodig is om mijn ambitie te realiseren, komt het aan op zaken die zij belangrijk vinden: tijd, geld, risico. Ik ben daarom gewoon een beter aanbod met een betere prijs gaan engineeren. In de bouwsector doe ik hetzelfde, maar het lijkt erop dat die argumenten daar helemaal niet bepalend zijn. De belemmerende factor in de bouwsector is het ontbreken van adaptief vermogen. Daar kan ik geen aanbod op maken. Dat is beangstigend, daar maak ik me zorgen over.

Kijk naar de exponentionele ontwikkeling van digitalisering, robotisering en circulariteit, drie thema’s die elkaar ook nog eens versterken. Als je daar de afgelopen tien jaar al niet adaptief genoeg voor was dan gaat het de komende jaren echt heel hard van je af. Voor mij is de oplossing: allianties, want er is niet één bedrijf is dat al die ontwikkelingen kan volgen. Bedrijven zullen vormen moeten vinden voor structurele en onvoorwaardelijke samenwerking.”

Over materiaalpaspoorten en grondstoffenfondsen:

“Ik omarm ieder initiatief, maar ben wel kritisch over de ontwikkelingen die er nu zijn. De waarde van een materialenpaspoort zit in de exploitatiefase en het onderhoud, maar wie gaat nou de initiële inventarisatie van gebouwen in de exploitatiefase actualiseren? Ik denk dat gebouwenpaspoorten steeds meer geïnitieerd worden door grondstofeigenaren. Ik geloof heel sterk in een fondsstructuur. In ieder geval heb ik binnen twee jaar een grondstoffenfonds dat gaat beleggen in zowel bestaand vastgoed als in de levering van grondstoffen voor renovatie, transformatie en nieuwbouw. Het fonds is eigenaar van grondstoffen, wat betekent dat degene die ze gaat toepassen in gebouwen zich moet houden aan de spelregels van het fonds. Een daarvan kan zijn dat er een digitaal dossier moet zijn waaruit blijkt waar en hoe de grondstoffen zijn toegepast, en hoe de afhankelijkheid is van andere toepassingen van derden. Ik ben serieus aan het investeren om de financiële architectuur voor zo’n fonds te ontwikkelen, maar vooral ook om in digitalisering stappen te maken. Grondstoffenwaarde gaat een beleggingsproduct worden. Dat is het nu al voor grondstoffen in een vrije vorm, maar dat gaat het ook worden voor grondstoffen in de gebouwde omgeving.”

Contact

Bas Weber

Bas Weber

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 037 60 45

Volg ons