Een Target Operating Model (TOM) wordt gebruikt om te beschrijven hoe een organisatie haar producten en diensten aanbiedt. Het is opgebouwd vanuit de strategie van de organisatie en beschrijft hoe deze haar mensen, informatie, processen en IT-systemen inzet om de klantpropositie daadwerkelijk te leveren.
Voor ontwerp en inrichting van een APF moet een groot aantal inrichtingsvraagstukken beantwoord worden. Deze vraagstukken liggen onder meer op het gebied van de commerciële propositie, besturing, sourcing van bedrijfsprocessen en onderliggende technologische keuzes. Deze vraagstukken zijn veelal onderling afhankelijk en moeten daarom ook in onderlinge samenhang bezien worden. Een TOM biedt een goede structuur waarmee deze vraagstukken opgelost kunnen worden en daarmee vertaald worden naar de daadwerkelijke organisatie die voor de APF noodzakelijk is.
De standaard elementen die bij het opstellen van een Target Operating Model van een APF uitgewerkt moeten worden zijn: strategie, klantpropositie, organisatie dimensies (mensen, organisatie, processen, technologie en informatie), bedrijfsstructuur en performance management.
Het APF zal voor een groot deel van zijn interne bedrijfsfuncties gebruik maken van andere dienstverleners. Het ligt, om redenen van tijd en kosten, niet voor de hand dat een APF een eigen IT-platform inricht, nieuwe processen ontwerpt, en een team aanstelt om de uitvoering handen en voeten te geven. Aangezien het TOM een antwoord geeft op de wijze hoe het APF mensen, informatie, processen en de IT-systemen inzet om haar ambitie te realiseren, zal hier grotendeels gebruik worden gemaakt van de aanwezige middelen bij zijn uitbestedingspartners. De interne functie ‘contractmanagement’ kon wel eens een onderschatte, maar cruciale interne functie van het APF zijn.