Vanaf 2026 stelt het kabinet jaarlijks structureel € 60 miljoen beschikbaar als compensatie voor btw-verhoging op leermiddelen voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs, evenals voor mbo-instellingen die basisvaardigheden aanbieden aan studenten onder de 18 jaar.
Het kabinet verlengt, ten behoeve van kansengelijkheid in het primair en voortgezet onderwijs, het programma schoolmaaltijden. Het kabinet begroot hiervoor vanaf 2025 € 135 miljoen.
Door de subsidie voor maatschappelijke diensttijd af te schaffen, realiseert het kabinet een besparing van jaarlijks € 200 miljoen.
In lijn met het hoofdlijnenakkoord schaft het kabinet de subsidie voor heterogene brugklassen af, wat een besparing van € 55 miljoen oplevert, oplopend tot een structurele besparing van € 210 miljoen vanaf 2026.
Daarnaast beperkt het kabinet het programma school en omgeving tot de 5% van de scholen met de hoogste positieve achterstandsscore, wat resulteert in een besparing van € 155 miljoen.
Het kabinet trekt conform het hoofdlijnenakkoord eenmalig € 1,4 miljard uit voor een extra incidentele tegemoetkoming voor studenten die hebben gestudeerd onder het sociaal leenstelsel.
In plaats van de bezuiniging op de sectorplannen uit het hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet besloten de startersbeurzen bij universiteiten stop te zetten. Hierdoor krimpt de OCW-begroting met € 175 miljoen.
Daarnaast verlaagt het kabinet de bekostiging van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) met € 27 miljoen in 2030 en € 40 miljoen in latere jaren.
Het kabinet bezuinigt in lijn met het hoofdlijnenakkoord € 125 miljoen op het Fonds Onderzoek en Wetenschap. Deze bezuiniging is op de OCW-begroting ingevuld door de stimuleringsbeurzen bij universiteiten te beperken, evenals de bekostiging van NWO voor nieuwe wetenschappelijke infrastructuur en Open Science.
Het kabinet zet in op het beperken van studiemigratie in het hoger onderwijs, met uitzondering van technische studies. Deze maatregel resulteert in een bezuiniging op het hoger onderwijs van € 29 miljoen in 2026 oplopend tot € 272 miljoen in 2029.
Conform het hoofdlijnenakkoord verlaagt het kabinet gelijktijdig de bekostiging van onderwijsinstellingen en verhoogt het collegegeld van langstudeerders. In de begroting resulteert dit tot een bezuiniging van € 95 miljoen in 2026 oplopend tot € 282 miljoen vanaf 2029.
Het kabinet schaft de OV-vergoeding voor Nederlandse studenten in het buitenland af, wat resulteert in een structurele besparing van € 30 miljoen.
Conform het hoofdlijnenakkoord verlaagt het kabinet de bekostiging van de landelijke publieke omroep (NPO) structureel met € 100 miljoen euro.
Conform het hoofdlijnenakkoord bezuinigt het kabinet Rijksbreed op subsidies. Het kabinet stelt deze bezuiniging voor OCW in 2025 vast op € 75 miljoen oplopend tot structureel € 362 miljoen vanaf 2029.
Het kabinet hevelt specifieke uitkeringen over naar het gemeente- of provinciefonds met een budgetkorting van 10 procent. Voor OCW bedraagt het totaal van deze korting op alle specifieke uitkeringen structureel € 81 miljoen.
In lijn met het hoofdlijnenakkoord buigt het kabinet om op de kosten van het apparaat van de Rijksoverheid. Voor OCW betekent dit een structurele bezuiniging van € 86 miljoen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Sander van Veldhuizen.
Ongedaan maken van de geplande accijnsverhoging leidt tot negatieve maatschappelijke effecten en is tegenstrijdig met beleidsdoelstellingen.
Belastingplan 2025. Wat kunt u verwachten? Bekijk het overzicht van de belangrijkste verwachte fiscale maatregelen.
Begin vandaag al met transformeren want de krapte op de arbeidsmarkt zal voorlopig niet verdwijnen. De schaarste is groot, bezuinigen op uw personeel is op de...
De publieke sector is een complex werkveld. Urgente, dagelijkse zaken staan soms haaks op de plannen voor de lange termijn. Daarnaast dient de sector altijd de...
Sander van Veldhuizen
Director, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)63 419 05 25