Het belang van de openstaande coronaschuld neemt wel af, de ruime meerderheid (71%) van de respondenten geeft nu aan dat een verouderd bedrijfsmodel een van de belangrijkste kernoorzaken is voor de instroom van nieuwe bijzonder beheer dossiers. Volgens Edwin van Wijngaarden, herstructureringsexpert en partner bij PwC, is verandering een van de weinige constante factoren waar een bedrijf continu op in moet spelen. “Onder andere ontwikkelingen op het gebied van AI, klimaat en nieuwe wet- en regelgeving vragen om effectief leiderschap en benadrukken het belang van een sterke executiekracht van de onderneming. Volgens het panel zijn dit ook de belangrijkste factoren voor het maken van een succesvolle turnaround.” Eenmaal in de problemen blijven de meeste Nederlandse bedrijven (51%) tussen twee en drie jaar onder intensief toezicht.
Naast coronaschulden hebben aanhoudende inflatie, hoge financieringslasten en geopolitieke spanningen grote impact op de financiële stabiliteit van bedrijven. Vooral de retail en groothandel wordt hard geraakt. Door uitdagingen zoals dalende koopkracht en hoge personeelskosten verwacht 85% van het panel dat deze sector een van de sectoren met de hoogste instroom van bijzonder beheer dossiers zal zijn. Na retail en groothandel volgt de energie-intensieve industrie met 40%. Daarnaast worden de volgende sectoren vaak genoemd door het expertpanel: bouwnijverheid (37%), energie (31%), gezondheids- en welzijnszorg (28%) en de horeca (27%).
“Ook al neemt het aantal faillissementen weer toe, het huidige niveau is nog altijd laag”, verduidelijkt Van Wijngaarden. “Door de coronasteun die veel bedrijven ontvingen is het proces van zogenaamde ‘creatieve destructie’ vertraagd. Dit is het proces waarbij verouderde activiteiten en bedrijfsmodellen plaatsmaken voor innovatie en groei. Faillissementen hebben ook een nuttige rol in het verdelen van schaarse middelen, zoals arbeid en kapitaal, naar waar het rendement het hoogste is.” Dat een toename van faillissementen en instroom van bijzonder beheer dossiers verwacht wordt kan daarom ook positieve gevolgen hebben. “Ondanks de enorm vervelende impact op direct betrokkenen, kan een geordend faillissement soms de beste optie zijn. Door tekorten aan arbeid, land, stikstofruimte en netcapaciteit is er voor gezonde, innovatieve bedrijven minder groeiruimte. Meer dynamiek helpt om laagproductieve bedrijfsactiviteiten af te bouwen en de vrijgekomen middelen anders in te zetten", aldus Van Wijngaarden.
Het huidige saneringsbeleid slaagt er volgens het panel onvoldoende in om onnodige en onwenselijke faillissementen te voorkomen. Volgens Bart Davidson, herstructureringsexpert bij PwC, staan twee belangrijke knelpunten in het huidige beleid een sanering bij grote levensvatbare bedrijven in de weg. “Ten eerste is de eis dat elke schuldeiser, en dat zijn er soms honderden, evenredig moet bijdragen aan de sanering praktisch niet uitvoerbaar. Onder meer hierom laat de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) ruimte om bepaalde crediteuren buiten een schuldherstructurering te houden. Ten tweede vereist het beleid dat de resterende belastingschuld binnen twaalf maanden na herstructurering wordt terugbetaald. Dit resulteert al snel in een hogere betalingsverplichting over die twaalf maanden dan zonder de sanering. Het bedrijf heeft vaak de middelen niet om dit te voldoen.”
Het expertpanel ziet dat de groeiende rol van Private Equity (76%) en alternatieve financiers (83%) een positief effect heeft op herstructureringsmogelijkheden, vooral in een uitdagend economisch klimaat. Deze nieuwe kapitaalbronnen kunnen het herstel versnellen en organisatorische kwaliteit verbeteren, belangrijke factoren voor succes. Daarnaast biedt de WHOA in veel gevallen een route om schulden te herstructureren en faillissement te voorkomen van in de kern gezonde bedrijven.