Voor het onderzoek zijn de verschillende onderdelen van de energierekening van de toekomst geanalyseerd, waaronder btw, energiebelasting, netbeheer- en leveringskosten voor Nederlandse huishoudens en bedrijven. “De uitgaven zijn reëel en niet gecorrigeerd voor de indexering”, aldus PwC-partner en energie expert Paul Nillesen. “Met het onderzoek willen we het daadwerkelijke kostenplaatje van de energietransitie schetsen. Daarom vallen ook enkele onderdelen buiten de scope van de analyse, bijvoorbeeld de kosten voor de aanleg en onderhoud van de Nederlandse waterstof infrastructuur en het klimaatfonds van 35 miljard euro. Voor de analyse gaan we uit van basisjaar 2020 als representatief jaar. Mede als gevolg van de oorlog in Oekraïne zijn de energiekosten nu al hoger.”
Dat we de energietransitie in rap tempo door moeten zetten en dat de overheid, bedrijven en consumenten daar allemaal een belangrijke rol bij spelen, staat volgens Nillesen buiten kijf. “Om als Nederland de netto-nul uitstoot in 2050 te halen, moet het tempo van het opschalen van hernieuwbare energie en de infrastructuur worden verhoogd. De kosten die dit met zich meebrengt moeten we samen dragen, anders is het risico dat mensen met een lager inkomen zwaarder getroffen worden.”
Het verder stimuleren van energiebesparing is volgens de PwC-onderzoekers de belangrijkste knop om aan te draaien. “Hiermee kunnen ook de kosten gedrukt worden. Vorig jaar zagen we door de energiecrisis het effect van prijsprikkels op het verbruik.” aldus mede-onderzoeker Rutger Bots. Tegelijkertijd gaan we door elektrificatie steeds meer elektriciteit gebruiken, dit drijft de kosten voor energie verder op. “Elektriciteit is duurder dan gas en het transporteren van elektriciteit vergt enorme investeringen in transmissie- en distributienetten. Deze kosten nemen in 2040 naar verwachting toe tot 40 miljard per jaar ten opzichte van 11 miljard euro in 2020.”
Wie betaalt de rekening? Volgens Nillesen zal een deel van de toenemende kosten via de energierekening van de consument en bedrijven worden gefinancierd. “Daarmee houden we de prijsprikkel om te blijven verduurzamen en energie te besparen in stand. Een ander deel, bijvoorbeeld investeringen en onderhoud van het net, kan ook via algemene belastinginkomsten of het klimaatfonds gefinancierd worden. Een verdeling van de lasten en baten zoals we die kennen vanuit ons zorgstelsel. Ook moet met beleidsmatige aanpassingen volop worden ingezet op het mogelijk maken van verduurzaming voor iedereen.” besluit Nillesen.