22/05/20
Op 15 april, met de coronacrisis in volle gang, presenteerde de adviescommissie Belastingheffing van multinationals haar rapportage aan staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën. De discussie over de balans tussen een eerlijke belastingheffing en een aantrekkelijk vestigingsklimaat is door de coronacrisis alleen maar urgenter geworden. Omdat de opdracht aan de commissie van voor de crisis stamt, pleiten de PwC’ers Marc Diepstraten, en Edwin Visser ervoor dat de staatssecretaris en de Tweede Kamer de aanbevelingen in de bredere context plaatst van een optimale belastingmix die herstel na de crisis zo min mogelijk belemmert. Daarnaast denken zij dat Nederland zoveel als mogelijk zou moeten afzien van unilaterale maatregelen. Een robuuste en stabiele winstbelasting moet internationaal worden vormgegeven.
De aanbevelingen van de adviescommissie Belastingheffing van multinationals zijn een bouwsteen in de puzzel die door Covid-19 verder is gecompliceerd. We moeten met elkaar een balans vinden tussen hoe we onze publieke diensten bekostigen en een duurzaam herstel van de economie en de werkgelegenheid versnellen. Behalve de aanbevelingen van de commissie over aanpassingen in de vennootschapsbelasting (Vpb) menen wij dat de staatssecretaris voor een toekomstige belastingmix ook heffingen kan overwegen die bijdragen aan het herstel van de overheidsfinanciën en tegelijk de Nederlandse klimaatambities steunen.
In haar rapport benadrukt de commissie dat internationale samenwerking, waarbij belastingconcurrentie aan banden wordt gelegd, de belangrijkste weg is naar een goed functionerend internationaal belastingsysteem. Hier zijn wij het geheel mee eens. Nederland zou wat ons betreft voorop moeten lopen in die internationale samenwerking. Toenemend
unilateralisme kan voor Nederland als relatief kleine, open economie mogelijk schadelijk uitpakken. Multilaterale onderhandelingen zijn niet eenvoudig, maar er zijn in samenwerking al belangrijke stappen gezet. Veel van de aanbevelingen die de commissie doet, zijn al onderdeel van de internationale beleidsvorming in OESO- en EU-verband. De aanbevelingen met specifiek unilaterale beleidsopties botsen volgens ons met de vaststelling dat internationale samenwerking de belangrijkste route is. Wij vinden dan ook dat de staatssecretaris die aanbevelingen niet moet opvolgen.
PwC deed op verzoek van de commissie onderzoek naar de kenmerken van de Vpb in vijftien landen. De commissie stelt vast dat de Vpb-ontvangsten in Nederland iets hoger liggen dan het gemiddelde binnen de OESO. In Nederland zijn de Vpb-ontvangsten gerelateerd aan het bruto binnenlands product over de periode 1999-2019 nagenoeg stabiel. Maar binnen die twintig jaar waren er sterke op- en neerwaartse bewegingen. Wij benadrukken dat bedrijven gebaat zijn bij stabiliteit in belastingafdrachten, zodat zij zich kunnen richten op investeringen die herstel bespoedigen. Dit doel lijkt verenigbaar met de aanbeveling van de commissie om internationaal afspraken te maken over grondslagharmonisatie en het verminderen van de prikkels voor belastingconcurrentie.
Verder beveelt de commissie aan om onderzoek te verrichten naar de verschillen tussen het commerciële en fiscale winstbegrip. Wat ons betreft gaat de staatssecretaris een stap verder door de commerciële winst als basis te nemen voor de fiscale winst. Voordelen hiervan zijn dat de vertaalslag van commerciële naar fiscale winst achterwege kan blijven en dat het inzicht in de belastingpositie en de -afdracht in relatie tot de commerciële winst eenvoudiger en groter wordt. Daarbij kan de Belastingdienst volstaan met minder toezicht op de jaarwinst, omdat die al gecontroleerd is door de externe accountant. Als eerste stap zouden multinationale ondernemingen met een omzet van meer dan 750 miljoen euro hun fiscale winst kunnen rapporteren op basis van de commerciële winst – dat grensbedrag wordt ook gebruikt voor onder meer de landenrapportage. Met zo’n stap kunnen we ervaring opdoen die mogelijk de basis kan leggen voor een gezamenlijke Europese belastinggrondslag.
Steeds meer stakeholders zijn geïnteresseerd in de belastingstrategie van een onderneming en nemen die belastingstrategie ook mee in bijvoorbeeld hun besluit om al dan niet te investeren in de onderneming. Deze ontwikkeling was al voor de Covid-19-crisis in gang gezet, maar de roep om verantwoord fiscaal gedrag door bedrijven, en om transparantie daarover, zal naar onze overtuiging nu sterker toenemen dan ooit. Tekenen daarvoor zien we bijvoorbeeld in de Nederlandse discussies over de voorwaarden voor het gebruik van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW). Ook internationaal worden gelijksoortige discussies gevoerd, waarin solidariteit van bedrijven hernieuwde aandacht krijgt.
Wij ondersteunen het doel van transparante verantwoording aan stakeholders. Publieke Country-by-Country reporting moet echter geen doel op zich zijn. Ondernemingen kunnen los van de aanbevelingen aan de staatssecretaris verantwoord fiscaal gedrag duurzaam inrichten, met een gedegen raamwerk voor corporate tax governance. Die bestaat uit een met stakeholders afgestemde fiscale strategie voor de lange termijn, met heldere (bestuurs)taken en verantwoordelijkheden, effectief fiscaal risicomanagement en toetsbare fiscale transparantierapportages. Het vertrouwen in de onderneming zal hierdoor in hoge mate worden bepaald. Dat vertrouwen – van investeerders, overheid, consumenten en burgers – is een fundament waarop het duurzame herstel van de economie en de werkgelegenheid kan plaatsvinden.
Fiscaliteit wordt steeds meer in de context geplaatst van de ondernemingsstrategie en de duurzaamheidsdoelstellingen van de onderneming. Gevoed door meerdere stakeholders wordt fiscaliteit daarbij minder gezien als louter een kostenpost, maar ook als bijdrage aan de maatschappij en het behalen van de sustainable development goals van de Verenigde Naties.
Met tax governance kunnen ondernemingen tot een duurzame aanpak voor fiscaliteit komen. Tax governance beslaat het formuleren van een fiscale langetermijnstrategie, heldere rollen en verantwoordelijkheden, fiscaal risicomanagement en toetsbare (transparantie)rapportages.