Hoe een negatieve inkomstenbelasting voor burgers leidt tot meer inkomenszekerheid en minder armoede

Een negatieve inkomstenbelasting versimpelt álles

  • Blog
  • 13 jan 2025
Barbara Baarsma

Barbara Baarsma

Hoofdeconoom, PwC Netherlands

Bastiaan Starink

Bastiaan Starink

Partner, PwC Netherlands

Ons huidige belasting- en toeslagenstelsel is niet gebruiksvriendelijk. Een negatieve inkomstenbelasting biedt de oplossing en vereenvoudigt het stelsel flink, schrijven Barbara Baarsma en Bastiaan Starink.

Sinds 1993 was de fameuze leus ‘Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’ dé slagzin van de Belastingdienst. In 2019 verdween dit motto echter van het toneel, toen de toeslagenaffaire duidelijk maakte dat het allemaal toch niet zo makkelijk is.

Veel mensen maken geen gebruik van toeslagen, omdat het aanvragen ingewikkeld is en terugvordering wordt gevreesd. Meer dan 50% van de uitgekeerde huurtoeslagen en kindgebonden budgetten moeten na uitkering gecorrigeerd worden. Ongeveer tien procent van de rechthebbenden op huurtoeslag doet geen aanvraag; voor het kindgebonden budget is dat vijftien procent.

Heffingskortingen zijn óók instrumenten voor inkomensondersteuning. Maar mensen met een laag inkomen vissen achter het net: alleen zij die voldoende inkomstenbelasting en sociale premies betalen, maken volledig aanspraak op een heffingskorting – een vijfde van de huishoudens met een inkomen van 20.000 euro kan de korting niet verzilveren. Bij de inkomensafhankelijke combinatiekorting geldt dat voor zo’n vijftig procent van de rechthebbenden.

Armoedeval

Mensen met een uitkering die gaan werken of mensen met een laag inkomen die méér gaan werken, trappen al vlug in de armoedeval. Zij die méér verdienen verliezen hun recht op toeslagen en uitkeringen en houden netto niet veel meer over dan bij een uitkering. Heel ontmoedigend.

Het is mogelijk om deze nadelen weg te nemen met een negatieve inkomstenbelasting. Mensen zonder inkomen of met een inkomen onder een bepaalde grens ontvangen een toelage. Boven de inkomensgrens gaat men belasting betalen.

Deze toelage kan gezien worden als een verzilverbare belastingkorting. Mensen met geen of een laag inkomen betalen dus een negatieve belasting, want ze krijgen meer dan ze betalen. Naarmate ze meer verdienen ontvangen ze een lagere toelage, tot ze genoeg verdienen om aan het stelsel mee te betalen.

De toelage vervangt toeslagen, bijstand en heffingskortingen. Dit is een sterke vereenvoudiging en betekent ook dat mensen geen uitkering of toeslag meer hoeven aan te vragen, omdat na vaststelling van inkomen en overige kenmerken (aantal kinderen, huur- of koophuis, aantal werkdagen) een uitkering kan worden vastgesteld. Dat voorkomt niet-gebruik, verzilveringsproblemen én armoedeval.

Bestaansminimum

Stel, de politiek besluit dat iedereen — afhankelijk van individuele sociaaleconomische kenmerken — ten minste een bepaald bestaansminimum moet hebben, ter hoogte van een bijstandsuitkering.

Zo ontvangt bijvoorbeeld een alleenstaande bij een belastingtarief van veertig procent een toelage van euro 15.700 minus het netto-inkomen. Bij een bruto-inkomen van vijfduizend euro resteert zo (15.700 minus 60 procent van 5.000) 12.700 euro netto. Dit creëert voor de meeste inkomens een prikkel om meer te werken, omdat elke stijging in bruto-inkomen het netto-inkomen verhoogt — al is de werkelijkheid complexer door factoren als de gezinssamenstelling.

‘Een basisinkomen voor alle burgers is onbetaalbaar, maar een negatieve inkomstenbelasting blijkt wél haalbaar’

Een basisinkomen voor alle burgers is onbetaalbaar. Maar een negatieve inkomstenbelasting blijkt wél haalbaar. In 2019 toonde Wouter Keller, voorheen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat een negatieve inkomstenbelasting budgetneutraal kan worden ingevoerd. Het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) concludeerden vorig jaar hetzelfde.

CPB en SCP namen in hun studie alle bestaande belastingkortingen mee. Dit kan budgetneutraal als de tarieven in de eerste schrijf van 37,1 procent naar 38,5 procent en tweede schijf van 49,5 procent naar 51,3 procent worden verhoogd. Het aantal mensen dat in armoede leeft, vermindert hierdoor met 14,8 procent. Maar hoe hoog het grensinkomen moet zijn of met welke belastingpercentages de belastingdruk moet worden bepaald, is een politieke keuze.

Een negatieve inkomstenbelasting versimpelt ons belasting- en toeslagenstelsel

Belastingmoraal

Een potentieel nadeel van de negatieve inkomstenbelasting is dat mensen onder het omslagpunt ontmoedigd worden om méér te werken. Dit effect blijkt echter beperkt te zijn. Voor kwetsbare groepen als alleenstaande ouders of chronisch zieken is de negatieve inkomstenbelasting mogelijk onvoldoende, wat maatwerk vereist. En er kunnen – net als bij het huidige stelsel – problemen zijn bij het vooraf inschatten van het inkomen. Om niet-gebruik te voorkomen en zekerheid te bieden, kan de toelage bijvoorbeeld pas na vaststelling van het inkomen worden toegekend.

Wat zwaarder weegt: de negatieve inkomstenbelasting leidt voor burgers tot meer inkomenszekerheid en minder armoede. Bovendien draagt het bij aan welvaartsontwikkeling in bredere zin, bijvoorbeeld bij mensen die vrijwilligerswerk verrichten of mantelzorg verlenen en daardoor onder de inkomensgrens komen. Met een negatieve inkomstenbelasting ontvangen zij tóch financiële waardering.

Daarbij: afhankelijk van de uitvoering kan een negatieve inkomstenbelasting tot lagere uitvoeringskosten leiden. Maar belangrijker nog maakt een negatieve inkomstenbelasting het stelsel transparanter, wat goed is voor de belastingmoraal.

Over de auteurs

Barbara Baarsma
Barbara Baarsma

Hoofdeconoom, PwC Netherlands

Barbara is hoofdeconoom van PwC Nederland en geeft in deze rol leiding aan het economisch bureau van PwC. Sinds 2009 is zij hoogleraar Toegepaste Economie aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast vervult zij verschillende maatschappelijke nevenfuncties.
Bastiaan Starink
Bastiaan Starink

Partner, PwC Netherlands

Bastiaan is PwC-expert op het gebied van HR en arbeidsmarkt. Daarnaast is hij werkzaam als bijzonder hoogleraar Arbeidsmarkt, Pensioenen en Belasting aan de Tilburg University. Periodiek verschijnt zijn column in het Financieele Dagblad.
Volg ons