11/11/21
(Familie)bedrijven en vermogende particulieren herbezinnen zich in toenemende mate op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zij onderkennen het belang dat een duurzame transformatie nodig is om concurrerend en relevant te blijven en bij te dragen aan belangrijke maatschappelijke vraagstukken, zoals klimaatverandering en het terugdringen van (sociale) ongelijkheid.
Environmental, social en governance (ESG) spelen meer dan ooit een rol in de strategische keuzes die (familie)bedrijven en vermogende particulieren maken. Het aanpakken van ESG-vraagstukken kan voor hen uitmonden in de oprichting van speciaal daarvoor uitgeruste juridische entiteiten, veelal in de vorm van onafhankelijke bedrijfs- of familiestichtingen met de status van algemeen nut beogende instelling (ANBI). PwC’s fiscale experts Niels Govers en Maiko van Bakel bespreken fiscale en juridische uitdagingen die hiermee gepaard gaan.
Steeds meer bedrijven nemen maatschappelijke verantwoordelijkheid mee in hun doelstellingen en in die van hun aandeelhouders. Vooral jongere werknemers en de toekomstige generatie aandeelhouders vergroten de druk op het zittende management en de huidige aandeelhouders om (nog meer) te voldoen aan ESG-doelstellingen. De coronacrisis en het rapport van het klimaatpanel van de Verenigde Naties, IPCC, hebben deze ontwikkeling versneld. Bedrijven voelen meer dan ooit de noodzaak hun verantwoordelijkheid op ESG-gebied te nemen. Klimaatverandering, maar ook thema’s als diversiteit en inclusiviteit staan hoog op de strategische agenda. Temeer, omdat studenten en andere potentiële werknemers dit steeds meer van hun toekomstige werkgevers verwachten.
Familiebedrijven zijn van nature koplopers in maatschappelijk ondernemen. Uit de tiende editie van PwC’s Global Family Business Survey blijkt dat ruim 88 procent van de Nederlandse familiebedrijven een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) ontplooit. Vaak gaat het hierbij om bijdragen aan de lokale gemeenschap of traditionele vormen van filantropie.
Als gevolg van het toegenomen maatschappelijke bewustzijn ontwikkelen veel familiebedrijven hun MVO-beleid door, wat onder meer resulteert in hogere bestedingsbudgetten voor sociale en duurzaamheidsprojecten, actualisatie van arbeidsvoorwaarden, grotere betrokkenheid van medewerkers bij maatschappelijke initiatieven en oprichting van ‘eigen’ goede doelen.
In de dynamiek tussen de huidige en de toekomstige generatie aandeelhouders van (met name) familiebedrijven zien we een specifieke ontwikkeling. Een deel van de nieuwe generatie spreekt zich openlijk uit tegen de ‘invloed’ die vermogende bedrijven en particulieren hebben als zij besluiten zelf sturing te geven aan het oplossen van maatschappelijke problemen via (door hen opgerichte of gefinancierde) goede doelen.
Het oprichten of evalueren van ‘eigen’ goede doelen gaat onder meer gepaard met een kritische afweging tussen het maatschappelijke belang en de bedrijfsbelangen. Het vaststellen van de gewenste samenstelling van het bestuur en het toezicht op het goede doel (de ‘G’ van ESG) vergt hierbij in het bijzonder aandacht. Dit om te voldoen aan zowel de eisen die de Belastingdienst aan de governance van ANBI’s stelt als de verwachtingen van stakeholders bij het al dan niet verder op afstand van het bedrijf zetten van de filantropische initiatieven.
Verder is het van groot belang de doelen en de activiteiten van het goede doel zo te kiezen dat er een link bestaat met de waarden van het bedrijf en de verwachtingen van klanten, medewerkers, aandeelhouders en leveranciers. Zo kunnen de ESG-doelstellingen van het bedrijf beter worden gerealiseerd. Ook bevordert dit de betrokkenheid van het bedrijf en diens stakeholders bij de geselecteerde maatschappelijke doelstellingen, waardoor een win-win situatie ontstaat.
De inrichting van ‘eigen’ goede doelen gaat ook samen met de vormgeving van zogenoemde geefplannen. Wie draagt in welke mate bij aan het maatschappelijke initiatief en wat zijn hiervan de fiscale consequenties, op het niveau van de vennootschap en eventueel in privé?
De afgelopen jaren zien wij de Belastingdienst en de staatssecretaris van Financiën een strengere houding innemen ten aanzien van de fiscale aftrekbaarheid van maatschappelijke uitgaven. Bedrijven moeten hierop voorsorteren door de belangen van alle stakeholders zorgvuldig mee te wegen. En de fiscale en juridische gevolgen van hun maatschappelijke beleid in een vroeg stadium door te rekenen en te bepalen in hoeverre zij pleitbare argumenten hebben om uitgaven in aftrek te brengen om optimaal inhoud te geven aan de gedefinieerde ESG-doelstellingen. Het morele perspectief verdient daarbij nadrukkelijk aandacht, gezien de toegenomen kritische houding in de maatschappij over het fiscale beleid van bedrijven.
PwC adviseert familiebedrijven op het gebied van digital, eigendom en groei; drie thema’s die relevant zijn voor elk familiebedrijf. Thema’s waar onze accountants, fiscalisten en consultants u graag bij helpen.
Een strategie vinden die aan uw zakelijke wensen voldoet maar die ook past bij de normen en waarden van uw familie. Wij kunnen u daarbij helpen.
Met de groei van de wereldbevolking en de mondiale welvaart neemt ook de vraag naar natuurlijke grondstoffen als water, energie, mineralen/metalen en voedsel...
Fiscaliteit binnen organisaties ondergaat een transformatie die vraagt om moderne processen en een herdefiniëring van de rol van tax binnen uw bedrijf.