De productiviteit in de bouwsector daalt, vooral door een tekort aan arbeidskrachten en economische onzekerheid. Meer innovatie en bij- en omscholing zijn een deel van de oplossing, aldus hoofdeconoom Barbara Baarsma en bouwsectorspecialist Annemieke van Beek van PwC.
De Nederlandse bouwsector gaat gebukt onder verschillende problemen. Het gaat niet alleen om een dalende productiviteitsgroei, maar zelfs om een dalende productiviteit: werknemers worden minder productief. In 2022 is de productiviteit ten opzichte van 2021 met 2,2 procent gedaald.
De eerste reeks redenen voor de productiviteitsdaling houdt verband met de toegenomen financiële druk in een sector die traditioneel lage winstmarges heeft. Dit ondermijnt het vermogen van bouwbedrijven om te investeren en schokbestendiger te worden. De bouw heeft bovendien te maken met onvoorspelbaarheid, waardoor het moeilijk is om over een lange termijn vooruit te denken en te plannen. Daardoor kunnen investeringen in arbeidsproductiviteitsverhoging uit beeld raken.
Lage marges zijn het gevolg van:
Ondanks de bouw van bijna 180.000 nieuwe woningen in 2022 en 2023, is de opgave voor de sector nog zeer omvangrijk: tussen 2024 en 2030 moeten nog meer dan 800.000 woningen worden gebouwd om aan het tekort te voldoen5. In het licht hiervan, gekoppeld aan een sterke vraag naar infrastructuur, is het van het grootste belang dat de bouwsector op een efficiënte manier aan de maatschappelijke vraag kan voldoen. Op dit moment lijkt dat niet waarschijnlijk. ING verwacht dat de sector in 2024 met 2,5 procent krimpt en het tekort aan arbeidskrachten lijkt niet snel te verdwijnen6. In deze context is het stimuleren van de arbeidsproductiviteit van vitaal belang.
Volgens een enquête onder bedrijven in Nederland zijn tekorten aan arbeidskrachten en economische onzekerheid de drijvende kracht achter de worsteling van bedrijven om hun productiviteit te verhogen7. In lijn met onze analyse laat de enquête zien dat financiële middelen en een gebrek aan innovatie ook belangrijke factoren zijn. Het bestrijden van arbeidstekorten is een noodzakelijk uitgangspunt voor bouwbedrijven.
Dat de bouwsector nu kampt met arbeidsmarkttekorten, heeft zijn oorsprong in de financiële crisis8. In die tijd heeft de sector veel vakkrachten moeten ontslaan. Tussen 2008 en 2014 is pakweg de helft van de netto-uitstroom van 80.000 mensen in een andere sector aan de slag gegaan. Een ander deel ging (vervroegd) met pensioen of werd zzp’er. Al met al is er veel kennis en ervaring verloren gegaan in deze periode. Nog altijd werken er nu bijna tien procentpunt minder mensen in de bouw dan voor de financiële crisis.
Daarom is het zaak om de instroom van arbeid in de sector te vergroten en om de kennis en vaardigheden te verhogen van degenen die al in de sector werken. Met het oog op dat laatste is het essentieel om bijscholingsprogramma’s op te zetten. Ook omscholing en bijscholing van werknemers in zogenoemde overschotberoepen en van mensen zonder werk. Dit vereist nauwe samenwerkingsverbanden met mbo-scholen. Ook werving in het buitenland is een reële mogelijkheid om een constante instroom van werknemers te garanderen.
De onaantrekkelijkheid van de sector is iets dat bestreden moet worden. De bouw verbindt mensen en sectoren en maakt het land op de lange termijn leefbaarder. Het heeft een sterke maatschappelijke impact en is daarom niet de moeilijkste sector om aan de man (of vrouw) te brengen.
Naast het promoten van de mogelijke maatschappelijke voordelen van de bouw, moeten er meer inspanningen worden geleverd om het primaire bouwproces aantrekkelijker te maken voor werkenden. Hoewel sommige relevante innovaties gericht zijn op aangrenzende activiteiten (zoals drones voor het inspecteren en in kaart brengen van het zicht), zouden er meer vernieuwingen gericht moeten zijn op het verlichten van de zware last die het bouwen zelf op bouwvakkers kan leggen. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van exoskeletten die de kans op letsel verkleinen, de werkhouding verbeteren en de ledematen van werknemers beschermen.
Daarnaast hebben sommige bedrijven geprobeerd de gevolgen van het tekort aan arbeid op te vangen door te pionieren met houten huizen die in de fabriek zijn gemaakt, die niet alleen duurzamer zijn, maar ook gemakkelijker te installeren en waarvoor minder mankracht nodig is. Bovendien zijn houten huizen aanzienlijk lichter dan betonnen huizen, waardoor er minder zware machines nodig zijn (en dus minder kosten), terwijl robots bij uitstek geschikt zijn voor het bewerken van hout. Daarnaast maakt het relatieve lage gewicht van hout het een uitstekende kandidaat voor toepassing in het aanbrengen van extra verdiepingen in bestaande gebouwen. Innovaties als deze zijn zeker een haalbare manier om de druk op de beschikbaarheid van menselijk kapitaal het hoofd te bieden. De overheid kan ook een rol spelen in dit proces, door innovatie te stimuleren bij bedrijven die onder zware financiële druk staan als gevolg van economische onzekerheid.
1 https://single-market-economy.ec.europa.eu/sectors/construction/observatory/country-fact-sheets/netherlands_en
2 https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/en/dataset/84538ENG/table?ts=1710151268495
3 https://pr.euractiv.com/pr/shortage-labour-construction-industry-255982
4 https://roastatistics.maastrichtuniversity.nl/AIS/Login.aspx
5 Kabinetsbrief bij voortgangsrapportage Programma Woningbouw, 5 juni 2024
6 https://think.ing.com/articles/dutch-construction-faces-sharp-decline-in-2024/
7 CBS: Driekwart van de ondernemers probeert productiviteit te verhogen
8 https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2016/22/het-lot-van-de-verdwenen-bouwvakkers