Discussie over Wet toekomst pensioenen kan grote gevolgen hebben

Niet invaren nieuwe pensioenregeling kost 18 miljard euro

  • Blog
  • 22 mei 2024
Christoffel van Riet

Christoffel van Riet

Senior Director, PwC Netherlands

In de Tweede Kamer wordt de in juli 2023 aangenomen Wet toekomst pensioenen ter discussie gesteld, en vooral de vraag of het zogeheten ‘invaren’ als norm wel moet plaatsvinden. Als daarvan inderdaad wordt afgezien, gaat dat veel geld kosten. Volgens Christoffel van Riet, adviseur pensioenuitvoeringsorganisaties en pensioenfondsen bij PwC, bedragen de operationele kosten van niet invaren minstens achttien miljard euro.

De huidige discussie over het behouden van invaren bij de overgang naar de nieuwe pensioenregeling kan grote gevolgen hebben. Bij invaren worden de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten ingebracht in de nieuwe pensioenregeling. Invaren is dus het bij elkaar houden van het oude en nieuwe pensioen bij dezelfde pensioenuitvoerder. Als een pensioenuitvoerder begint met een nieuwe regeling voor alle actieve deelnemers in een fonds en er wordt niet ingevaren, blijft het pensioenboek met oude opgebouwde pensioenrechten en -aanspraken in gesloten vorm bestaan. Dit noemen we een ‘gesloten boek’. 

De meeste pensioenfondsen en -uitvoerders zijn nu druk bezig met de implementatie van nieuwe systemen om de solidaire en flexibele premieregelingen goed te kunnen beheren. Als het gesloten boek blijft bestaan, moeten de oude IT-platformen en de kennis voor IT-onderhoud ook blijven bestaan. Er kan namelijk altijd nieuwe wetgeving of een aanscherping van compliance-eisen komen, waarna ook het oude platform moet worden aangepast. 

De feitelijke administratieve handelingen in het gesloten boek worden daarentegen wel minder. Het opvoeren van nieuwe deelnemers vindt uitsluitend in de nieuwe administratie plaats. Scheidingen, overlijden, waardeoverdrachten en verhuizingen raken echter zowel het nieuwe boek als het gesloten boek en afhankelijk van geautomatiseerde Basisregistratie Personen (BRP)-koppelingen levert dit meerwerk op.

Dubbele koppelingen zorgen voor meer kosten

Veel lastiger is het dat de gesloten en de nieuwe administratie beide koppelingen hebben naar communicatieplatformen met deelnemers (uniform pensioenoverzicht, Mijn omgeving) en ook bijvoorbeeld naar uitkeringssystemen. In het geval van aanpassingen gaat deze dubbele koppeling de communicatie en diensten als keuzebegeleiding zowel duurder als tijdsintensiever maken. Dit geldt ook voor de complexiteit bij de invoering van nieuwe wetgeving. Tenslotte moet het gesloten boek voor jongere deelnemers mogelijk nog vijftig jaar of langer voortbestaan.

Het aanhouden van meerdere platformen, medewerkers en bijbehorende IT-kennis in combinatie met de complexiteit tussen de koppelingen en gebeurtenissen in beide administraties drijft de kosten van een pensioenadministratie op. Deze kosten betalen uiteindelijk de deelnemers vanuit de premie. En naarmate de oude portefeuille leegloopt, stijgen de kosten per polis scherp. Er is weliswaar al een kostenvoorziening aanwezig in de pensioenfondsen, maar die moet in stand blijven voor de uitvoering van de nieuwe regeling.

Niet invaren nieuwe pensioenregeling kost 18 miljard euro

De rekensom van achttien miljard

Op het moment dat er in de sector niet ingevaren wordt, ontstaat een gesloten boek van negentien miljoen pensioenaanspraken die in een periode van meer dan vijftig jaar uitstromen. Wanneer de kosten en kostensoorten in detail worden uitgewerkt, blijkt dat de vaste kosten (mensen en systemen) dominant zijn, met een verhouding van 80/20 procent ten opzichte van de variabele kosten. 

Voor alle medewerkers die actief blijven werken aan het gesloten boek gelden natuurlijk jaarlijkse salarisverhogingen en cao-aanpassingen, waardoor de totale variabele kosten in eerste instantie gelijk blijven, maar daarna, vanwege de afname van de portefeuille, richting nul bewegen. Reken je deze kosten met lineaire portefeuille-afbouw door over een periode van vijftig jaar, dan resulteert dit in netto contante kosten van minimaal achttien miljard euro bij een rente van twee procent. Verdere consolidatie of de oprichting van een centraal servicecenter van gesloten boeken kan mogelijk leiden tot lagere kosten.

Beter pensioenkapitaal in nieuwe stelsel

Mensen die graag relativeren, zullen aangeven dat achttien miljard euro circa één procent van het huidig belegde vermogen is of dat de oude administraties toch nog een aantal jaar door moeten draaien vanwege correctie berekeningen en toezeggingen.Tegelijkertijd is het een bedrag van 1.800 euro dat door iedere deelnemer en gepensioneerde ‘vooraf’ moet worden betaald. Een bedrag dat dan niet kan worden belegd voor een beter pensioenkapitaal in het nieuwe stelsel, en daarmee zou de discussie afgedaan moeten zijn.

Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen rondom het nieuwe pensioenstelsel?

Over de auteur

Christoffel van Riet
Christoffel van Riet

Senior Director, PwC Netherlands

Christoffel werkt als adviseur pensioenuitvoeringsorganisaties en pensioenfondsen bij PwC Nederland. Met de kennis en ervaring die hij de afgelopen dertig jaar heeft opgedaan helpt hij organisaties met het ontwerpen van een (pensioen)strategie en de vertaling ervan naar succesvolle waardeproposities.
Volg ons