Instrumenten voor inkomensbeleid zijn de oplossing

Ongelijkheid geen reden voor afzwakking CO2-beprijzing

Ongelijkheid geen reden voor afzwakking CO2-beprijzing
  • Blog
  • maart 16, 2023

CO2-beprijzing leidt tot ongelijkheid in de koopkracht van Nederlandse burgers. Uit onderzoek van PwC blijkt dat de verschillen tussen hogere en lagere inkomens groter worden door het invoeren van de prijsprikkel die emissies moet terugdringen. Moet CO2-beprijzing daarom van tafel? Nee, zeggen PwC-experts Jan Willem Velthuijsen en Gulbahar Tezel. Zij vinden beprijzing een essentiële stap richting verduurzaming. Instrumenten voor inkomensbeleid zijn de oplossing.

Prijsprikkel werkt 

Het doel van CO2-beprijzing is simpel: sturen op duurzaam gedrag om vervuiling terug te dringen. In dat kader is er goed nieuws. De prijsprikkel werkt, zo bewijst het Europese beprijzingssysteem. De emissies van de sectoren binnen dit systeem - het European Union Emissions Trading System, afgekort als EU ETS - zijn tussen 2005 en 2019 met maar liefst 35 procent gedaald. 

En dit is nog maar het begin. Brussel kondigde in december aan dat het systeem ook gaat gelden voor wegtransport en gebouwen. Ook de scheepvaart gaat onder EU ETS vallen. Door de hogere prijzen voor CO2-intensieve producten worden de keuzes van producenten en consumenten in lijn gebracht met het maatschappelijk belang, namelijk het terugdringen van de totale CO2-uitstoot. 

Beprijzing van CO2 leidt tot verslechtering inkomensverdeling 

Niet iedereen is enthousiast over het Europese beprijzingssysteem. Zo is een aantal EU-lidstaten dat sterk afhankelijk is van fossiele brandstoffen kritisch over EU-ETS. Volgens deze landen kunnen het leiden tot relatief hoge kosten en daarmee ook tot energiearmoede. Daarnaast leidt het systeem tot een verslechtering van inkomensverdeling tussen landen en tussen inkomensgroepen.

Uit onze analyse blijkt dat de lagere inkomensgroepen inderdaad harder geraakt worden door CO2-beprijzing dan de hogere inkomens. Dit is het geval op het moment dat de kosten van de schade van CO2-uitstoot volledig worden doorberekend, terwijl het uitgavenpatroon onveranderd blijft.

Belangrijkste conclusies van onze analyse

Onze berekening en analyse tonen het volgende aan: 

  • De laagste inkomensgroepen in Nederland geven circa twintig procent van hun inkomen uit aan CO2-intensieve producten, zoals stroom, gas, vervoer en vlees. Bij de groep met de hoogste inkomens is dit zo’n 6,5 procent.
  • De gemiddelde CO2-kosten in euro’s zijn voor de laagste inkomensgroep gemiddeld bijna 370 euro (3,8 procent van het beschikbaar inkomen). De hoogste inkomensgroep heeft te maken met gemiddelde CO2-kosten van 640 euro (1,1 procent van het beschikbare inkomen). De laagste inkomensgroep wordt dus bijna vier keer harder geraakt.
  • De hogere inkomensgroepen hebben over het algemeen meer mogelijkheden om te investeren in verduurzamingsmaatregelen om de hogere CO2-kosten te vermijden, bijvoorbeeld door de aanschaf van zonnepanelen of een elektrische auto. Dit kan de asymmetrie van het koopkrachteffect vergroten.

Dit is berekend op basis van:

  • uitgavenpatroon en beschikbaar inkomen per 20%-inkomensgroepen (CBS, 2015; uitgavenpatronen voor huishoudens worden elke vijf jaar gepubliceerd. Het laatste jaar is 2020, maar dit is niet representatief vanwege de coronacrisis).
  • CO2-content van de onderzochte producten van de database van MilieuCentraal. (Energie: aardgas en stadsgas, elektriciteit. Vervoer: benzine, diesel, internationale vluchten. Vlees: rund- en kalfsvlees) 
  • CO2-kosten gebaseerd op een CO2-prijs van tachtig euro per ton CO2-eq. (gemiddelde ETS-prijs van het afgelopen jaar)

Deze getallen zijn tot stand gekomen onder de volgende aannames: 

  • Dat producenten honderd procent van de additionele kosten om CO2 uit te stoten aan de consument doorberekenen. 
  • Dat deze consument het gedrag niet aanpast naar aanleiding van hogere prijzen.

Verzachten van klimaatbeleid slecht idee

Een prijsprikkel op CO2 treft de lage inkomens dus onevenredig hard. Daarnaast brengen de historisch hoge energieprijzen van dit moment de (internationale) discussie over het verzachten van CO2-beprijzing opnieuw op gang.

Ondanks dat het maatschappelijk gezien meer dan onwenselijk is om lage inkomens vier keer harder te treffen, zijn wij alsnog voorstander van deze prijsprikkel.

Overheid hoeft niet te kiezen, klimaatbeleid én inkomensbeleid kan tegelijk

De overheid hoeft niet te kiezen tussen het tegengaan van klimaatverandering en het beperken van de lastendruk op lagere inkomens. Met inkomensbeleid, bijvoorbeeld via de inkomstenbelasting, kan het neveneffect van inkomensongelijkheid worden geadresseerd. 

Door dit te doen in aanvulling op CO2-beprijzing, maken consumenten bij besteding van het inkomen wél keuzes die meer in lijn zijn met de maatschappelijke belangen. De prijzen reflecteren namelijk de werkelijke maatschappelijke kosten.

De EU doet zelf ook een stap in de richting. De uitbreiding van ETS gaat gepaard met een sociaal klimaatfonds van 86 miljard euro om kwetsbare huishouden te compenseren voor de kosten van de energietransitie. Dit fonds adresseert de ongelijkheid die klimaatbeleid veroorzaakt, maar houdt de prikkels intact. 

Eén beleidsmaatregel, één doel

Dit is ook in lijn met de theorie van de beroemde econoom Jan Tinbergen. De winnaar van de Nobelprijs voor de Economie zegt dat wie (economisch) beleid wil voeren net zoveel beleidsinstrumenten als doelstellingen nodig heeft. Met andere woorden: een beleidsmaatregel kan maar één doel dienen. 

Wie Tinbergen volgt, ziet dat het vormgeven van CO2-beprijzing, op een manier waarbij de laagste inkomens gespaard worden, niet gaat. Je kunt niet én een effectief klimaatbeleid voeren én tegelijkertijd met datzelfde instrument verdere inkomensongelijkheid voorkomen. Met klimaatbeleid voer je nu eenmaal geen inkomensbeleid.

CO2-beprijzing: wat is dat?

Om de klimaatdoelen te halen, worden zowel op nationaal als Europees niveau prijsprikkels geïmplementeerd om emissies terug te dringen. Het beprijzen van CO2 is hier een goed voorbeeld van en geeft, kort gezegd, een prijs aan maatschappelijke schade.

Een prijs op de uitstoot van CO2 zorgt ervoor dat duurzamere producten relatief aantrekkelijker worden. Het zorgt er namelijk voor dat in CO2-intensieve productieprocessen de daadwerkelijke kosten van de veroorzaakte maatschappelijke schade worden geïnternaliseerd. Hierdoor worden deze producten relatief duurder dan producten die geen of minder schade aanrichten. Bedrijven en burgers worden zo gestimuleerd om minder emissies te produceren en te consumeren.

Contact us

Jan Willem Velthuijsen

Jan Willem Velthuijsen

Chief Economist, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 248 32 93

Gülbahar Tezel

Gülbahar Tezel

Partner Strategy&, Lead Denktank Energietransitie, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 391 56 71

Volg ons