De Code Sociale Ondernemingen is dé manier voor sociale ondernemingen in Nederland om aan te tonen waar zij voor staan: impact first. Deelname aan het Register Sociale Ondernemingen geeft erkenning en draagt bij aan een betrouwbare en professionele uitstraling van de onderneming. PwC is nauw betrokken bij de Code. Fatima el Baouchi en Sander Primavera waren het afgelopen jaar deel van het PwC-team dat hielp bij het opstellen van het AVG-beleid en de selectie van een CRM-systeem en 'razend enthousiast' werd van deze opdrachten. Marijt Regts, operationeel manager van de Code, vertelt hoe belangrijk de ondersteuning van PwC is geweest. ‘Het is veel beter om zaken gelijk goed neer te zetten dan na een paar jaar van alles te moeten repareren en veranderen.’
Sander Primavera en Marijt Regts
Regts: ‘Een sociale onderneming is in haar hele handelen gericht op het realiseren van maatschappelijke impact. Of het gaat om duurzaamheid, om het verbeteren van de kansen van bepaalde kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt of het opzetten van een eerlijke en transparante handelsketen; het creëren van impact staat voorop. Dit is in alles doorgevoerd: het financiële beleid, de omgang met stakeholders, echt overal. Impact first is het motto voor sociale ondernemingen.’
Regts: ‘Een jaar of zeven geleden was sociaal ondernemerschap nog een nieuw begrip in Nederland. De ondernemingen waren er al wel, maar men kende het nog niet. De afgelopen jaren is de sector enorm gegroeid. Niet alleen het aantal ondernemingen, maar ook het begrip over sociaal ondernemerschap is flink toegenomen. Volgens de laatste onderzoeken zijn er momenteel zo'n vijf- tot achtduizend sociale ondernemingen in Nederland. Nu staat de sector voor een professionaliseringsslag. Dat geldt voor de ondernemingen zelf, maar ook voor alle stakeholders daaromheen. Als we kunnen afbakenen en objectiveren wat een sociale onderneming is, zijn er gemakkelijker verbindingen te leggen met overheden, corporates, inkopers, financiers, kennisinstellingen et cetera.’
Regts: ‘De Code springt in op de behoefte aan professionalisering en objectivering. Aan de ene kant is er daartoe een heel sterke behoefte bij de ondernemingen zelf. Sociaal-ondernemerschap is geen beschermd begrip. Maar het gaat om veel meer dan alleen iets goeds doen, het gaat erom dat je hele doen en laten in het teken staat van je impactdoelstelling. Als sociaal ondernemer zwem je daarmee vaak stevig tegen de stroom in; het is goed als daarvoor erkenning bestaat. Aan de andere kant hebben ook de stakeholders behoefte aan een eenduidige definitie van het begrip. Met zo'n definitie zijn ze namelijk in staat daarop beleid te voeren. We zien bijvoorbeeld dat een zestigtal gemeenten in vooral het oosten van het land de Code hebben opgenomen in hun social returnbeleid, een enorm positieve ontwikkeling. Ook een partij als PwC kan besluiten in het kader van zijn duurzame inkoopdoelstellingen een bepaald percentage in te kopen bij de ondernemingen uit ons Register. En financiers weten dat diezelfde ondernemingen al de nodige due diligence hebben ondergaan en stevig getoetst zijn op een aantal zaken; dat bevordert weer de verbinding.’
Regts: ‘Ik noemde al het voorbeeld van de zestig gemeenten, dat laat zien hoe de Code de marktkansen voor sociale ondernemingen vergroot. Dat moet nu op een veel breder vlak gaan gebeuren. Wat we nu al terughoren van deelnemers uit ons Register is dat ze vaker worden uitgenodigd als gesprekspartner bij bijvoorbeeld de gunning van opdrachten. Opdrachtgevers weten namelijk precies waarmee ze in zee gaan: met bedrijven die onderscheidend zijn en een serieuze toetsing hebben ondergaan. Bovendien staat de Code voor ontwikkeling: als je eenmaal in ons Register zit, sta je niet stil. Je wordt door je peers uitgedaagd: waar sta je nu en hoe wil je je blijven ontwikkelen als sociale onderneming? De Code is ook een inspiratiebron voor startende ondernemers die impact willen maken en zich afvragen wat daarbij komt kijken en hoe ze zich daarvoor het best kunnen organiseren.’
Regts: ‘We zijn begin 2019 daadwerkelijk van start gegaan en inmiddels zijn er 25 ondernemingen geregistreerd. In de pijplijn zitten momenteel zo'n 130 bedrijven, in verschillende fases van aanmelding. We zijn optimistisch dat we ons streven om eind dit jaar honderd bedrijven geregistreerd te hebben, gaan halen. Over vijf jaar willen we duizend sociale ondernemingen in ons register hebben, dat is ons Big Hairy Audacious Goal.’
‘Voor ons was het belangrijk te zorgen dat we met een CRM-oplossing zouden komen die past bij een kleine organisatie, maar die wel een sterke groei mogelijk maakt.'
Regts: ‘PwC is vanaf het begin betrokken geweest bij de Code. De concrete vraag is geweest ons te helpen met het opstellen van ons AVG-beleid en de selectie van een CRM-systeem. We zijn een jonge organisatie, waarbij professionaliteit van groot belang is. Ook moeten we snel kunnen groeien. Het is veel beter om dat gelijk goed te doen dan na een paar jaar allerlei zaken te moeten repareren en veranderen. Voor ons is het heel nuttig geweest om goed na te denken over vragen waar we zelf nog niet bij stil hadden gestaan. Dat heeft ons geholpen om verschillende processen goed in te richten en efficiënt te gaan werken.’
Regts: ‘Elke organisatie, hoe groot of klein ook, moet AVG-proof zijn. Wij vragen zo veel informatie van ondernemingen, we moeten kunnen laten zien dat we een betrouwbare partner zijn op dat vlak. Alles rond privacy moet superstrak georganiseerd zijn; daarbij kunnen we ons geen incidenten veroorloven. Na een uitgebreide kennismaking heeft PwC een serie diepte-interviews met onze medewerkers gevoerd en een scan gemaakt van onze organisatie, systemen, processen, governance, contracten et cetera. Zo is het huidige volwassenheidsniveau bepaald en werd duidelijk waar nog gaten in onze kennis rond de AVG zaten. Na deze analyse heeft PwC ons geholpen met het opstellen van de documentatie voor ons interne en externe privacybeleid, en is er een roadmap opgesteld die past bij onze doelstellingen en ambitie. De verdere uitwerking en de toepassing van dat beleid zijn nu aan ons. Voor de keuze van een CRM-systeem zijn we in een vergelijkbaar proces gekomen tot drie mogelijke systemen die passen bij een organisatie als de onze; uiteindelijk hebben we ook een van die systemen geïmplementeerd.'
Sander Primavera (PwC): ‘Voor ons – en hier moeten we Bram ter Stege noemen, die verreweg het meeste werk gedaan heeft – was het belangrijk te zorgen dat we met een CRM-oplossing zouden komen die past bij een kleine organisatie, maar die wel een sterke groei mogelijk maakt. We hebben daarvoor nagedacht over de persona's, archetypische gebruikers van het systeem die er straks mee gaan werken. Dat helpt om te zorgen dat digitaliserings- of IT-oplossingen het werk ook daadwerkelijk gaan ondersteunen en meerwaarde opleveren. We hebben een programma van eisen opgesteld en een eerste selectie van geschikte pakketten in de markt gemaakt.’
Fatima el Baouchi (PwC): ‘Voor beide opdrachten geldt dat we die in veel verschillende organisaties uitvoeren. Hier was het voor ons heel belangrijk voortdurend voor ogen te hebben dat het om een organisatie gaat die flink wil groeien, maar nu nog klein is. Daarom zijn we continu met elkaar in gesprek gebleven over vragen als “hoe maken we dit voor jullie praktisch en behapbaar?” en “kunnen we zorgen dat het in de toekomst ook toe te passen valt?”. Iedereen kan namelijk wel opzoeken wat er in de AVG staat, maar begrijp je dan ook echt wat het betekent voor jouw praktijk? Het mooie in deze samenwerking is dat de lijnen heel kort zijn; ik heb echt ervaren wat de waarde daarvan is. Bij vragen verschuil je je niet achter e-mails, maar pak je direct de telefoon, heb je snel het gesprek met de juiste persoon en kun je doorpakken. Dat is soms een verademing en het versnelt de voortgang enorm. In de toekomst wil ik nog meer dan ik al deed die korte lijnen opzoeken; ik ben ervan overtuigd dat dat ook in grotere organisaties kan.’
Primavera: ‘Daar sluit ik me bij aan. Ook vakmatig vond ik dit een bijzonder leuke opdracht. De processen zijn relatief eenvoudig en daardoor zit je heel dicht op de uitvoering. In grotere organisaties bestaat het gevaar dat je je verliest in de complexiteit en is er altijd “nog wel een afdeling” waar je eerst langs moet. Hier zie je heel concreet waar je mee bezig bent en is het glashelder waarvoor je dat allemaal doet. Het werken aan deze opdrachten is door elke PwC'er mede daarom als heel prettig ervaren en sommigen kunnen er razend enthousiast over vertellen.’
Regts: ‘Ik vind dat PwC steeds heel goed voor ogen heeft gehouden wie wij zijn. Van de AVG bijvoorbeeld hadden wij nauwelijks kaas gegeten en in dat traject ging er voor ons echt een wereld open. Voor ons is het AVG-beleid heel tastbaar geworden; we begrijpen waarom en hoe we een aantal zaken moeten inrichten en kunnen hiermee aan de slag. Het helpt ons in onze eigen groei en professionalisering.'
Marijt Regts en Sander Primavera
De Code Sociale Ondernemingen is principle-based: de verantwoordelijkheid voor de invulling ligt bij de sociale onderneming zelf. Dit geeft de onderneming de ruimte om de praktische uitwerking van de principes mee te laten groeien met het bedrijf. Dat neemt niet weg dat aan een aantal essentiële eisen en toelatingscriteria voldaan moet worden.
Principe 1. Missie: Geborgd en meetbaar
De sociale onderneming legt haar maatschappelijke missie statutair vast, concretiseert haar doelen en maakt de realisatie ervan inzichtelijk.
Principe 2. Stakeholders: Bepaling en dialoog
De sociale onderneming bepaalt wie de relevante stakeholders zijn in het licht van de missie en gaat een constante dialoog aan met die stakeholders.
Principe 3. Financiën: In overleg en zorgvuldig afgewogen
Monetaire winst is niet waar het bij de sociale onderneming om draait. De onderneming heeft een (statutair geborgd) financieel beleid dat aantoont dat de missie voorop staat, bijvoorbeeld door beperkingen te stellen aan de uitkeringen aan de aandeelhouder(s).
Principe 4. Implementatie: Registreren en reflecteren
De onderneming laat zich registreren in het Register Sociale Ondernemingen en is bereid om vervolgens actief te participeren in die gemeenschap van sociale ondernemingen.
Principe 5. Transparantie: Actief en toegankelijk
De onderneming voert een actief informatiebeleid waarbij maximale openheid het uitgangspunt is.