Bij de vraag om aan te geven over welke onderwerpen zij zich grote zorgen maken, geeft wereldwijd 30 procent van de CEO's aan zeer bezorgd te zijn over klimaatverandering. Voor de CEO's in 20 EU-lidstaten bedraagt dit percentage 28 procent Tussen oudere en nieuwere lidstaten bestaat geen verschil, maar enkele landen springen in het oog: Oostenrijk, Finland, Duitsland, Polen en Slovenië. CEO’s in deze landen maken zich in tegenstelling tot hun collega’s in de overige landen, geen grote zorgen over klimaatverandering. Hier zijn twee mogelijke verklaringen voor.
Wat Oostenrijk en Finland betreft, kan dit zijn omdat CEO's klimaatverandering niet onmiddellijk als bedreiging zien voor de groei van hun eigen bedrijf. In Finland geven CEO’s zelfs aan dat zij klimaatverandering als groeikans zien. En de CEO's in deze landen zijn wellicht ook beter voorbereid. Bij de risicomanagementstrategie van CEO’s hieronder gaan we daar verder op in.
Hoewel er geen sprake is van grote bezorgdheid ten aanzien van klimaatverandering, geeft het merendeel, ofwel 71 procent van de CEO's in Europa aan dat zij enigszins bezorgd zijn. In Duitsland, waar maar weinig CEO's zich grote zorgen maken, geeft 58 procent toch aan enigszins bezorgd te zijn. In Frankrijk en Italië, de grotere lidstaten van de EU, is dit respectievelijk 65 procent en 68 procent.
Spanje en Portugal vallen op met percentages van respectievelijk 82 procenten 85 procent van CEO's die bezorgd zijn. In Spanje is 42 procent zelfs zeer bezorgd. Overigens kunnen deze cijfers incidenteel beïnvloed zijn, omdat Spanje in januari-februari 2021, tijdens de enquête, te kampen had met abnormale sneeuwval.
Wat betreft strategisch risicomanagement, lijken de CEO's in twee van de landen met de minste zorgen over klimaatverandering, te weten Oostenrijk en Finland, daar wel het best op voorbereid te zijn. Hoewel hier geen statistische verklaring voor is, zegt 69 procent van de Oostenrijkse en 64 procent van de Finse CEO's dat zij klimaatverandering in hun risicomanagementstrategie hebben meegenomen. Ter vergelijking: wereldwijd is dat 40 procent en in West-Europa 51 procent.
Vooral in Finland is deze paraatheid wat betreft risicobeheer bijzonder verrassend, omdat Finland van alle onderzochte landen het minste risico loopt op een natuurramp. Dit past echter wel in een wereldwijd patroon: op landenniveau laten de resultaten een matig negatieve correlatie zien tussen het risico op een natuurramp enerzijds en de mate waarin bedrijven voorbereid zijn op klimaatrisico's anderzijds. Bedrijven in landen met de grootste klimaatrisico's hebben klimaatverandering minder vaak in hun algehele risicomanagementaanpak geïntegreerd en omgekeerd.
Daar staat tegenover dat ondanks de wereldwijde trend, slechts 35 procent van de CEO’s in Slovenië en 22 procent in Polen aangeven dat zij in hun risicomanagementstrategie rekening houden met klimaatverandering en deze CEO’s gaven tevens aan zich geen grote zorgen maken over klimaatverandering. Gezien de afhankelijkheid van de Poolse economie van fossiele brandstoffen en de relatief geringe blootstelling aan natuurrampen is dit niet verrassend.
In Spanje, waar 82 procent van de CEO's aangeeft zich zorgen te maken over klimaatverandering, houdt 42 procent daarmee rekening in de risicomanagementstrategie. Dat is evenveel als het aantal CEO's dat zich ernstig zorgen maakt.
Verder geeft 74 procent van de CEO's in Oostenrijk aan dat zij ervan overtuigd zijn dat bedrijven in de toekomst actie zullen moeten ondernemen om hun impact op het milieu beter te meten en is 67 procent voorstander van een betere rapportage. Wereldwijd is slechts 39 procent respectievelijk 43 procent deze mening toegedaan1.
1PwC (2021), 24. Global CEO Survey, Österreichische CEOs so optimistisch wie nie zuvor.
Belangrijkste factoren in de risicomanagementstrategie van Europese bedrijven | |
---|---|
1 |
Pandemieën en andere gezondheidscrises |
2 |
Cyberbedreigingen |
3 |
Beschikbaarheid van kernvaardigheden |
4 |
Onzekere economische groei |
5 |
Snelheid van technologische verandering |
6 |
Veranderend consumentengedrag |
7 |
Klimaatverandering en milieuschade |
8 |
Overregulering |
9 |
Verstoring van aanvoerketens |
10 |
Volatiele wisselkoersen |
r2 = 0.45
Van de wereldwijd ondervraagde CEO's wil 60 procent als gevolg van de coronacrisis meer investeren in duurzaamheid en ESG-initiatieven. Europa loopt met 58 procent min of meer in de pas met de mondiale trends op dit gebied, maar tussen landen bestaan grote verschillen.
Er is een positieve correlatie tussen de rijkdom van een land en de bereidheid om in duurzaamheid en ESG-initiatieven te investeren. Hoe rijker een land, hoe meer CEO's van plan zijn te investeren in duurzaamheid en ESG-initiatieven. In die zin zien CEO's duurzaamheid en ESG-initiatieven nog steeds als een soort luxegoed; leuk om te hebben als je het kunt betalen, maar niet strikt noodzakelijk.
Luxemburg is een uitschieter: 75 procent van de CEO's hier geeft aan dat zij meer willen investeren in duurzaamheid en ESG-initiatieven. Dit kan echter worden verklaard door de dominantie van de financiële sector, die goed is voor circa één derde van het Luxemburgse bruto binnenlands product (bbp)2. Deze sector komt de komende jaren bovendien onder scherper toezicht te staan, vanwege op handen zijnde nieuwe Europese regels voor ESG-rapportages.
In Polen en Kroatië is de situatie echter omgekeerd: slechts 35 procent is van plan de investeringen in duurzaamheid en ESG te verhogen. In beide landen wil zelfs tien procent van de CEO's de investeringen in duurzaamheid en ESG de komende jaren verlagen. Dit sluit aan bij het hierboven geschetste patroon, aangezien Polen en Kroatië een lager bbp per hoofd van de bevolking hebben dan het gemiddelde in de Europese Unie.
Over het algemeen willen maar weinig CEO's in Europa en elders in de wereld hun investeringen in duurzaamheid verminderen. Slechts 3 procent het gemiddelde in zowel Europa als mondiaal, meldt dit van plan te zijn.
2European Banking Federation (2020), Luxembourg’s banking sector: Facts & Figures.
Bij de vraag naar prioriteiten voor overheid en bedrijfsleven, geven CEO's in heel Europa aan dat zij een rol zien voor het bedrijfsleven bij de bestrijding van klimaatverandering in samenwerking met de overheid3. De Europese Commissie heeft plannen uitgewerkt om de komende tien jaar één biljoen euro aan duurzame investeringen vrij te maken voor de realisatie van de Europese Green Deal. Deze investeringen moeten er onder meer voor zorgen dat Europa in 2050 klimaatneutraal is. Dit bedrag wordt vrijgemaakt door vergroening van de EU-begroting, maar ook via publiek-private samenwerking (meer dan 380 miljard euro).
Het door de Europese Commissie beoogde bedrag van één biljoen dekt de kosten van deze transitie niet volledig. De totale kosten worden voor de komende tien jaar geraamd op 260 miljard euro per jaar. CEO's in Europa lijken zich bewust te zijn van deze gedeelde taak met de overheid: het terugdringen van klimaatverandering wordt als vierde topprioriteit genoemd voor zowel overheid als bedrijfsleven.
3In Europa wordt de bestuurlijke verantwoordelijkheid gedeeld door de nationale overheden en de Europese Unie als een supranationaal lichaam dat de overheden van de lidstaten gemeenschappelijk vertegenwoordigt.
De mening van Europese CEO's over topprioriteiten voor de overheid | ||
---|---|---|
1 |
Een kundige, goed opgeleide en flexibele beroepsbevolking |
61% |
2 |
Adequate fysieke en digitale infrastructuur |
54% |
3 |
Een effectief belastingstelsel |
50% |
4 |
Klimaatverandering en milieuschade reduceren |
39% |
5 |
Hoge niveaus van werkgelegenheid |
27% |
6 |
Goede gezondheid en welzijn van de beroepsbevolking |
24% |
7 |
Een diverse, inclusieve beroepsbevolking |
11% |
8 |
Grotere inkomensgelijkheid |
11% |
9 |
Zekerheden bij het gebruik van persoonsgegevens |
4% |
De mening van Europese CEO's over de topprioriteiten voor het bedrijfsleven | ||
---|---|---|
1 |
Kundige, goed opgeleide en flexibele werknemers |
66% |
2 |
Adequate fysieke en digitale infrastructuur |
45% |
3 |
Goede gezondheid en welzijn van werknemers |
43% |
4 |
Klimaatverandering en milieuschade reduceren |
38% |
5 |
Een divers, inclusief personeelsbestand | 27% |
6 |
Een effectief belastingstelsel | 26% |
7 |
Hoge niveaus van werkgelegenheid |
22% |
8 |
Grotere inkomensgelijkheid | 9% |
9 |
Zekerheden bij het gebruik van persoonsgegevens |
6% |
Jan Willem Velthuijsen
Energy Transition Economist, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)62 248 32 93