{{item.title}}
{{item.text}}
{{item.title}}
{{item.text}}
Onze mobiliteit loopt op alle fronten tegen z’n grenzen aan. Maar gelukkig is er ook goed nieuws: een enorme hoeveelheid initiatieven om de ruimtelijke en de milieubelasting van vervoer in te dammen. Grote en kleine ideeën die voor een fundamentele verandering in de verplaatsing van mensen en goederen gaan zorgen. Het vraagt van oude en nieuwe spelers om een visie op de rollen die ze willen gaan of willen blijven spelen. En het vraagt van de overheid meer flexibiliteit. Want de urgentie is te groot om de snelle en hoognodige ontwikkelingen in oude-wereld tempo te blijven benaderen.
Intussen is ook wel duidelijk dat oude-wereld oplossingen voor verkeersproblematiek in de toekomst geen potten meer gaan breken. Meer rijstroken leidt uiteindelijk tot bredere files. Subsidie op elektrisch rijden zorgt niet voor minder auto’s en vliegtaks blijft een heikel onderwerp. “Dan maar minder mobiliteit” is ook het antwoord niet, want onze welvaart is onlosmakelijk verbonden met mobiliteit. Tijd dus voor een fundamenteel nieuwe kijk op mobiliteit. Met slimme nieuwe en duurzame ideeën. En, vooruit, ook met een oude: betalen naar gebruik (rekeningrijden).
Voor betalen naar gebruik (het ooit vrijwel onbespreekbare rekeningrijden) ontstaat steeds groter maatschappelijk en politiek draagvlak. Dat juichen we toe, want het oude ‘all you can drive’ voor een vast bedrag aan wegenbelasting is zowel vanuit het oogpunt van verkeersdruk als van beperking van de CO2-uitstoot onhoudbaar. Een variabele kilometerprijs heeft op beide factoren een stevige positieve impact. Al is de grootte van die impact wel afhankelijk van het gekozen systeem. En dat geldt ook voor het maatschappelijke draagvlak.
Want áls besloten wordt betalen naar gebruik in te voeren, is de vraag natuurlijk: in welke vorm? Van de drie smaken rijtaks die nu op tafel liggen (spits, eco en vlak) lijken de eerste twee flinke weerstand op te roepen. En die veronderstelde weerstand wordt regelmatig in de politiek aangehaald. Maar dat is echt prematuur. Fiscaliteit is een prachtige manier om de keuzes van de mobiele burger te sturen, zo bewijst de praktijk van de afgelopen jaren. Er is ook terechte kritiek op de verschillende behandeling van de zakelijke leaserijder en de bestuurders van privé auto’s. Er is echter onvoldoende onderbouwing om nu al opties af te schrijven. PwC heeft haar eigen doelstelling geformuleerd om bij te dragen aan andere mobiliteitskeuzes van haar medewerkers en bij te dragen aan duurzaamheidsdoelstellingen. Wij ondervinden daar ook praktische problemen maar zien ook de positieve effecten van het stimuleren van andere mobiliteitsvormen. Bij onze consultants en belastingadviseurs zijn we de discussie gestart om samen oplossingen te bedenken die bijdragen aan een faire beprijzing van mobiliteit.
Eén van de fundamentele veranderingen in onze mobiliteit is al een tijd gaande: de transitie van bezit naar gebruik, van ‘car-centric’ naar ‘mobility-centric’. Millenials in de grote steden zijn voor een belangrijk deel al om, veel gemeenten faciliteren autodeelorganisaties, er worden deelfietsen en elektrische steppen verspreid en Über zijn al bijna household names. Dit dwingt autofabrikanten om na te denken over hun positie in de toekomst. Worden ze enkel assembleur van voertuigen of pakken ze een grotere rol namelijk aanbieder van mobiliteit. PwC helpt bij het ontwikkelen van die toekomstvisie, met de blik op 2030 en verder.
Het openbaar vervoer is van oudsher gericht op vervoer van groepen personen in de bus, de trein en de metro. Logischerwijze biedt deze vorm van vervoer niet altijd de beste optie voor het individu: die wilt immers van deur tot deur en kiest daarom vaak voor de auto. Nieuwe, op het individu gerichte innovaties zoals smart mobility apps brengen vraag en aanbod beter bij elkaar en maken deur tot deur vervoer meer haalbaar. In de dunner bevolkte buitengebieden blijft het echter moeilijk om frequente diensten aan te bieden omdat daar het volume ontbreekt om OV rendabel te maken. De OV bedrijven zijn al langer bezig om met kleinere busjes of “belbusjes” gericht in te spelen op de vraag. Juist in deze gebieden kunnen innovatieve vormen van autodelen en de zelfrijdende auto een oplossing bieden. Wij geloven dat het autodelen fiscaal aantrekkelijker gemaakt kan worden via leaseconcepten voor meerdere bestuurders. Daarnaast zullen zelfrijdende auto’s in deze dunner bevolkte gebieden sneller toepasbaar zijn dan in de drukke binnensteden. Zo kan ingezet worden op “individueel OV” waarbij individuen beter aangesloten worden op de OV verbindingen naar de grote steden. Het verdient aanbeveling om te bezien of dergelijke innovaties meegenomen kunnen worden in de concessies.
Slimmere infrastructuur, Connected voertuigen en hun gebruikers gaan enorme hoeveelheden data genereren die alleen maar verfijnder, persoonlijker en veiligheidskritischer wordt. Dat roept drie grote vragen op: van wie is al die data, hoe worden de datastromen beveiligd en, in het verlengde daarvan: is er regulering nodig? Dit is een vraagstuk met vele invalshoeken en belanghebbenden. PwC brengt op dit vlak een aantal spelers in deze wereld bij elkaar in haar Experience Centre om hierop een visie te vormen.
Tussen innovatie en regelgeving wringt het nog weleens als het over mobiliteit gaat. De zeer snelle ontwikkeling van nieuwe vervoersmiddelen (van scateboard scooters en stint-achtigen tot autonome auto’s en drones voor personenvervoer) maakt het nagenoeg onmogelijk om elke innovatie aan alle tijdrovende tests en keuringen te onderwerpen. Maar kan de regelgeving minder stringent? Kunnen procedures sneller en soepeler? En accepteren we dan dat niet alles wat aan het verkeer deelneemt 100% doorgecontroleerd is? Feit is dat voor tempo in de energietransitie innovaties hard nodig zijn en de voet dus eigenlijk wel van de rem móet. Wij denken daar graag over mee.
Alle problemen rond vervoer zien we in compacte vorm terug in de binnensteden: congestie, ruimtegebrek, vervuiling, conflicterende verkeersstromen enzovoort. Daar staat een veelheid van maatregelen en initiatieven tegenover. Parkeerbeleid is een krachtige manier om te reguleren, er wordt (ook door pakketbezorgers) creatief gewerkt aan mogelijkheden om de doorstroming te behouden en Amsterdam gaat ver met z’n plannen om de uitstoot in de stad te verminderen.
Ook Schiphol bereikt haar grenzen. Steeds vaker wordt de vraag gesteld of de extra vliegbewegingen wel echt bijdragen aan de welvaart van Nederland. Of dat inmiddels de voordelen van het zijn van een belangrijke hub niet meer opwegen tegen de nadelen in de vorm van uitstoot en geluidsoverlast. Waar jarenlang de Alderstafels de uitkomst boden kijkt iedereen nu weer naar de overheid om keuzes te maken en kaders te scheppen.
De mobiliteitsalliantie raamt benodigde investeringen op 3 mld extra per jaar tot 2040. In juni heeft de Mobiliteitsalliantie (een samenwerkingsverband van 25 partijen uit de Mobiliteitssector) een Deltaplan 2030 uitgebracht. De Mobiliteitsalliantie benadrukt hierin dat het hoog tijd is voor Mobiliteit. Oftewel, dat het nu tijd is om te investeren en voorwaarden te scheppen zodat we ook in de toekomst in Nederland Mobiel blijven.
Tax Partner I EMEA Connected Tax Compliance Lead, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)62 013 85 60