Werknemers die schaarse of speciale vaardigheden hebben, voelen dat ze een sterke positie hebben op de arbeidsmarkt. Een aanzienlijk deel van hen zegt het komende jaar salarisverhoging of promotie te vragen, of op zoek te gaan naar een nieuwe baan. Dit is een van de uitkomsten van PwC’s Hopes & Fears 2022, een onderzoek naar de ervaringen en de verwachtingen van werknemers over hun werk. Het onderzoek - onder ruim 52.000 werknemers uit 44 landen, waarvan 1.043 in Nederland - biedt werkgevers aanknopingspunten voor hun HR- en wervingsbeleid.
Veel Nederlandse werknemers zijn tevreden met hun baan, maar in de ‘war on talent’ voelen ze zich zeker genoeg om eisen te stellen.
62% van de respondenten gaat waarschijnlijk een salarisverhoging vragen
‘Ga het gesprek over werkuren aan met parttimers’
‘Wat mij opvalt aan deze uitkomsten is dat het aantal mensen dat zijn werkuren wil terugbrengen groter is dan het percentage werknemers dat overweegt juist meer te gaan werken. Mogelijk heeft dat te maken met zaken als werkdruk en stress die werknemers ervaren.
Deze uitkomst baart mij wel zorgen. De krapte op de arbeidsmarkt is een complex maatschappelijk probleem waarvoor niet één oplossing is. Maar uitbreiding van de werkuren van parttimers draagt zeker bij aan verlichting, zowel voor werkgevers als voor de maatschappij als geheel.
Werkgevers, ga het gesprek aan met parttimers over het vermeerderen van het aantal werkuren. En vooral over de vraag wat ze daarvoor in hun werkomstandigheden nodig hebben. Met bijvoorbeeld het aanbieden van flexibiliteit van werk in tijd of plaats of andere veranderingen in de werkomstandigheden is wellicht winst te behalen. Maar ook de overheid kan bijdragen door de marginale belastingdruk zo te verlagen dat meer uren werken ook daadwerkelijk loont.’
Veel werkgevers kampen met (dreigende) tekorten aan specifieke vaardigheden. Om deze op peil te houden investeren zij vooral in hun bestaande werknemersbestand. Op het zoeken naar alternatieven ligt volgens de ondervraagde werknemers veel minder focus.
‘Werkgevers moeten creatiever worden’
‘Van meer dan duizend Nederlandse respondenten in dit onderzoek zegt slechts veertig procent dat zijn werkgever bijscholing inzet als middel om vaardigheden te behouden of op te bouwen. Er is dus nog heel veel ruimte voor meer inspanning op het gebied van het om- en bijscholen van werknemers. Een adequate set van vaardigheden is noodzakelijk om organisaties nu draaiende te houden, maar ook in de toekomst.
Dat zo weinig werkgevers hun recruitmentinspanningen verbreden naar groepen die ze nog niet in het vizier hebben als potentiële werknemers is bijna teleurstellend. Ik zie het in mijn eigen praktijk nog vrij vaak dat werkgevers denken dat als ze de salarissen maar verhogen, mensen wel blijven of komen. Maar dat is niet zo; daarvoor is veel meer nodig. Deze uitkomsten vertalen zich bijna automatisch in de oproep aan werkgevers om creatiever te zijn in hun werving en in het zoeken van andere oplossingen voor de arbeidsmarktschaarste, zoals de inzet van technologie. Ze moeten de vaste kaders doorbreken en veel meer outside the box gaan denken en opereren.’
In een onzekere economische tijd waarin de inflatie hoog is, blijft het salaris een van de belangrijkste factoren voor werknemers. Maar dat is niet het enige. Zoals we ook al zagen in ons Hopes & Fears-onderzoek van vorig jaar ontlenen werknemers ook betekenis aan hun werk, en zoeken ze manieren om hun vaardigheden zo goed mogelijk in te zetten.
(alleen extreem/heel belangrijk)
Differentieer in arbeidsvoorwaarden
Als een salaris niet marktconform of concurrerend is, is het een 'dissatisfier', maar over het algemeen blijkt telkens weer dat er veel meer nodig is om mensen aan een organisatie te binden.
Voor werkgevers is het - juist in de krappe arbeidsmarkt waarin we nu zitten - essentieel te onderzoeken wat mensen echt drijft en wat het verschil maakt. Dat geeft richting aan het arbeidsvoorwaardenpakket dat je biedt. En denk na over differentiëren in het aanbod, waardoor je als organisatie kunt aansluiten bij verschillende wensen en behoeften. Voor een jonge werknemer die zich op de huizenmarkt begeeft, is de hoogte van het salaris wellicht cruciaal. Een werknemer met mantelzorgtaken heeft misschien juist veel meer behoefte aan het faciliteren van flexibiliteit in tijd of plaats.
ESG-impact (environmental, social, governance) staat hoog op de agenda van werkgevers én werknemers. Werknemers vinden dat hun werkgevers transparant moeten zijn over het bereiken van hun maatschappelijke doelen. Het vertalen van klimaatdoelen naar de werkvloer lijkt moeizaam te gaan. Maar als werknemers met elkaar in gesprek gaan over politieke of sociale kwesties is het effect eerder positief dan polariserend.
(alleen extreem/heel belangrijk)
Maak ESG-beleid klein en concreet
In deze uitkomsten zie je dat het ESG-beleid bij veel organisaties nog in de kinderschoenen staat. Op macroniveau zijn doelen bepaald, maar werknemers worden daar nog niet in meegenomen. Top-downbeleid is noodzakelijk: als het leiderschap niet laat zien dat ESG-doelstellingen belangrijk zijn en dat niet voorleven, is het kansloos. Maar daarbovenop komt echt het bottom-upperspectief: hoe kan ik als individu bijdragen? Het is cruciaal dat mensen zich hierbij gesteund en gefaciliteerd weten. Om een voorbeeld te geven: wij hebben sinds enige tijd de EFI-tool ingevoerd die de individuele footprint van zakelijk reizen laat zien. Dat verkleint het onderwerp van abstracte strategie naar individueel gedrag. Door heel concreet te maken wat je footprint is, kun je met elkaar, maar ook met klanten het gesprek aangaan over verschillende manieren van werken.
Voer het gesprek niet alleen bij de koffieautomaat
Geen enkele werkgever wil de polarisatie van de straat en social media naar binnen halen. Als werkgever moet je dan ook kaders en richtlijnen geven in termen van naar elkaar luisteren én respectvol met elkaar omgaan. Je moet voorkomen dat dit gesprek alleen bij de koffieautomaat wordt gevoerd. In een bedrijfssetting is het aan te bevelen de dialoog te faciliteren en te organiseren. Als een onderwerp leeft in de maatschappij - denk aan Black Lives Matter of grensoverschrijdend gedrag - kun je dergelijke dialoogsessies houden. Dat vraagt een investering in tijd, moeite en ook soms geld, maar het levert echt wat op. Uit dit onderzoek blijkt duidelijk dat mensen beter inzicht en begrip krijgen in andermans perspectief, wat naadloos past bij het streven naar het inclusiever maken van organisaties. En dat gaat nu eenmaal niet vanzelf.