‘Verandering is altijd een thema voor organisaties geweest’, vult zijn PwC-collega Mona de Boer aan. ‘Wat deze tijd toch anders maakt, is het tempo. Kijk naar de lancering van ChatGPT. Dat is slechts enkele maanden geleden, maar het voelt als jaren.’
De Boer is ook partner bij PwC en adviseert organisaties over de toepassing van data en technologie. De laatste jaren ligt haar persoonlijke focus vooral op kunstmatige intelligentie (AI). Volgens haar zorgt de snelle opkomst van nieuwe technologieën voor grote uitdagingen.
‘In de twintig jaar dat ik dit werk doe, heb ik niet eerder de druk ervaren van de keuzes die je als leider van een organisatie moet maken. Als je nu CEO bent, is de balans vinden tussen beslissingen op de lange en korte termijn complexer dan ooit. Je moet nu kleur bekennen.’
Starink herkent de afweging. De druk op werkgevers neemt toe. Niet alleen neemt de roep om hogere lonen toe en stijgen de energieprijzen en andere kosten. Ook de oorlog in Oekraïne heeft nog steeds grote invloed. Starink: ‘Een normale reactie lijkt dan: lonen niet verhogen en reorganiseren. Kijk maar naar wat de Amerikaanse technologiebedrijven hebben gedaan.’
In Europa ziet Starink die grootschalige ontslagrondes nog niet gebeuren: ‘Dat komt onder andere doordat we weten dat de schaarste op de arbeidsmarkt de komende jaren alleen maar toeneemt. Er ligt meer focus op het behouden van mensen. Maar dat plaatst werkgevers wel voor een dilemma: want je moet nu overleven als werkgever en tegelijk investeren in de toekomst.’
De Boer bestudeerde de afgelopen zes jaar uitgebreid de mogelijkheden van AI. Hoe komt het dat die belofte zich nog niet op grote schaal vertaald heeft in een verbetering van de arbeidsproductiviteit? Volgens haar komt dat doordat veel organisaties ‘er nog niet klaar voor waren. De mogelijkheden waren er wel. Maar men stond er nog onvoldoende voor open. Nu zie je iets anders gebeuren. AI-toepassingen worden laagdrempeliger. De prestaties worden ook steeds beter.’
De Boer ziet vooral voor kenniswerkers die een groot deel van hun tijd kwijt zijn met het vergaren van informatie, enorme mogelijkheden. ‘Als je als consultant of als arts tachtig procent van je tijd bezig bent met het vergaren en het analyseren van informatie, bieden AI-oplossingen een gigantische tijdsbesparing.’ De Boer denkt dat de kans op acceptatie nu ook groter is. ‘Zoiets als ChatGPT wandelt via medewerkers gewoon de organisatie binnen. Dit is geen centraal besluit van de CEO meer.’
Bastiaan Starink ziet hier ook andere mogelijkheden ontstaan. Onlangs hoorde hij het verhaal van een vacaturesite die de teksten nu door ChatGPT laat schrijven. Die teksten bleken meer reacties te genereren dan de traditionele vacatureteksten van copywriters.
‘In een klap maakt dat het werk van die copywriters overbodig. Daar kun je van schrikken, als copywriter zijnde. Maar het punt is dat we in Nederland bijna een half miljoen openstaande vacatures hebben. In de zorg, in het onderwijs, bij defensie en de politie. Daar hebben we mensen van vlees en bloed voor nodig. Dus al die mensen wiens werk straks door AI wordt overgenomen, moeten naar ander werk worden begeleid.’
Starink erkent dat dit proces geen kwestie is van een paar poppetjes op een ander plekje zetten: ‘Van copywriter naar verpleegkundige? Dat is een groot maatschappelijk vraagstuk. Dat vraagt om moed. Maar laten we die reskillingoperatie zien als een kans. En niet als een bedreiging.’
In een recent wereldwijd onderzoek van PwC naar de ervaringen en verwachtingen van werknemers geeft bijna een derde van de jongeren aan dat AI hun werk efficiënter en productiever maakt. Datzelfde onderzoek laat zien dat de krapte op de arbeidsmarkt leidt tot een onhoudbare werkdruk bij jongere generaties. Ongeveer veertig procent van de jongeren overweegt sterk om komend jaar een andere baan te zoeken.
Zowel De Boer als Starink zien de grote verbouwing van de arbeidsmarkt als een gedeelde verantwoordelijkheid. Zowel de overheid, de werkgever als de werknemer zal zijn of haar steentje moeten bijdragen. Om mensen ‘duurzaam inzetbaar te houden’ zullen ze nieuwe vaardigheden moeten leren. Starink vindt dat je hier best sturend mag optreden als overheid. ‘Je moet de inzet van werk naar werk alleen besteden aan banen en functies die een bijdrage leveren aan de BV Nederland op langere termijn. Alleen inzetten dus voor vaardigheden waar vraag naar is en die toekomstbestendig zijn.’
De Boer denkt dat de angst om je baan te verliezen aan AI niet terecht is. ‘Je moet eerder bang zijn dat je je baan verliest aan iemand die weet hoe je moet omgaan met AI.’ Ze ziet hierbij een grote rol voor technologie als ondersteuning in het bijscholen of omscholen van medewerkers. Het aanleren van een minimale digitale vaardigheid moet een basis zijn voor de hele beroepspopulatie. ‘Mensen moeten hiermee leren omgaan. Juist een kenniseconomie is heel gevoelig voor de recente ontwikkelingen. Ik vraag me wel af of die urgentie al zo breed wordt gevoeld.’
Ook Starink ziet technologie als middel om een brug te slaan tussen wat mensen kunnen en wat er op de werkvloer nodig is. Hij verwijst naar tooling die bijvoorbeeld krachtige analyses maakt van een werknemerspopulatie en kan voorspellen welke vaardigheden de komende jaren nodig zijn om succesvol te zijn. ‘Zo kun je inzichtelijk maken: wie is omschoolbaar en wie niet? Waarin moeten we investeren?’
Volgens Starink is het onvermijdelijk dat mensen die eerder een goede boterham verdienden als duider van complexe teksten, zoals bijvoorbeeld advocaten en juristen, hun werk de komende tijd drastisch zien veranderen. ‘We hebben onlangs in Tilburg op de rechtenfaculteit de CAO voor de uitzendbranche laten samenvatten door een bot die ChatPDF heet. Daar rolde een briljant stukje tekst uit. Dat betekent dat je als jurist straks veel meer een validerende rol krijgt, bijvoorbeeld.’
Maar hoe maak je nu plannen, als leider en beslisser? De Boer keert terug op haar punt dat het nu draait om het maken van de juiste afweging, zowel op de lange als korte termijn. Ze wil niet generaliseren, maar vindt wel dat er te vaak ad hoc wordt geopereerd. Terwijl het beter is om - ondanks alle onzekerheden - een plan voor de lange termijn te maken. ‘De luxe positie om keuzes vooruit te schuiven is er niet meer. Wie nu te lang wacht met het toepassen van technologie en AI om het medewerkersbestand weerbaarder, wendbaarder en veerkrachtiger te maken, krijgt daar onvermijdelijk spijt van.’
Moeten we tot slot ook nog wat medeleven hebben met de leiders van dit moment? Nu ze zo worden overstelpt met uitdagingen op het gebied van demografie, klimaat, technologie en geopolitieke onzekerheid? Starink denkt dat juist nu er zo veel op het spel staat, de uitdagingen van leiders interessanter zijn dan ooit. ‘Dit is de tijd van echte breinbrekers. Op de winkel passen wil toch helemaal niemand?’ De Boer onderschrijft dat helemaal: ‘Je wordt leider omdat je je bezig wilt houden met grote vraagstukken op de lange termijn. Nou zou ik zeggen, dit is je kans.’
Dit artikel is eerder gepubliceerd op businessinsider.nl.
Mona de Boer
Partner, Data & Artificial Intelligence, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)61 088 18 59