Wereldwijd worstelen CEO’s met de reductie van broeikasgassen. Dat geldt ook voor bedrijfsbestuurders in Nederland, zo blijkt uit PwC’s 25e CEO Survey. Een kwart van de Nederlandse respondenten streeft naar ‘net zero’. Ruim een derde zegt daarvoor voorbereidingen te treffen en nog een derde is niet bezig met een net-zero-doelstelling.
In de uitkomsten van PwC’s CEO Survey zijn wereldwijd de antwoorden van 4.446 CEO’s betrokken, onder wie 84 Nederlandse CEO’s. De respondenten zijn zeer optimistisch over de economische vooruitzichten voor de komende twaalf maanden.
25 procent van de Nederlandse CEO’s geeft in de survey aan te streven naar ‘net zero’ en 36 procent is daarmee bezig. Een net-zero-doelstelling betekent dat organisaties streven naar het terugdringen van al hun emissies, zowel die direct door het eigen bedrijf worden veroorzaakt als in hun keten.
Van deze beide groepen respondenten geeft bijna de helft aan dat ze deze net-zero-doelstelling heeft verbonden of wil verbinden aan ‘science-based targets’. Dat betekent dat een organisatie haar emissiereductiedoelstellingen heeft afgestemd op het klimaatakkoord van Parijs. De wereldwijde actie die nodig is om die doelstelling te halen, wordt hiermee als het ware vertaald naar bedrijfsniveau.
Om de doelstellingen van Parijs te halen, moet de wereldwijde CO2-uitstoot uiterlijk 2030 met de helft gehalveerd zijn en ‘net zero’ bereikt worden in 2050. Die doelstellingen komen alleen binnen bereik als vrijwel elke sector transformeert.
Overigens is het niet zo dat bedrijven die geen net-zero-doelstelling hebben, niks doen: uit een andere uitkomst van de CEO Survey blijkt namelijk dat 56 procent van de Nederlandse CEO’s CO2-reductiedoelstellingen heeft opgenomen in de bedrijfsstrategie. Afgezet tegen het totale, wereldwijde aantal respondenten is dat percentage hoog.
Toch is het percentage Nederlandse CEO’s dat niet naar ‘net zero’ streeft en de reductie van broeikasgassen niet in de bedrijfsstrategie heeft opgenomen, nog behoorlijk groot. De CEO van PwC Nederland, Ad van Gils, noemt dit opvallend.
‘Zeker omdat iedereen het heeft over het klimaat. Voor het kerstreces was de COP26-top in Glasgow. Je ziet echter dat de concrete vertaling van de ambitie om het probleem op te lossen bij bedrijven beperkt is. Dat is niet zozeer onwil. Bedrijven zijn op zoek naar kennis over het meten van impact en over het maken van plannen die bijdragen aan die energietransitie. Ze zijn op zoek naar hulp om hun mogelijke bijdrage te vertalen naar een concrete ambitie. Daar is nog veel werk aan de winkel.’
CEO’s die zich hebben verbonden aan ‘net zero’
Bedrijven met een (toekomstige) net-zero-doelstelling die (willen) aansluiten bij een ‘science-based target’
Playback of this video is not currently available
‘Er is veel aandacht van bestuurders voor kortetermijnuitdagingen, waaronder cyberveiligheid. Dat is begrijpelijk, maar juist nu moeten we met zijn allen stappen maken om in 2030 duurzaam te kunnen opereren’, aldus PwC’s bestuursvoorzitter Ad van Gils.
Playback of this video is not currently available
PwC’s hoofdeconoom Jan Willem Velthuijsen begrijpt het optimisme van CEO’s. ‘Economisch gaat het voorspoedig. Er staat voldoende op de balans bij de meeste organisaties. Daarom is het nu tijd om stevig te investeren in maatschappelijke thema's als klimaat en diversiteit. Zo creëer je duurzaam vertrouwen.’
Nederlandse CEO’s zijn, net als vorig jaar, optimistisch over de wereldwijde economische vooruitzichten. Tachtig procent verwacht dat de Nederlandse economie volgend jaar groeit. Ook de verwachtingen over het eigen bedrijf zijn rooskleurig.
De respondenten hebben de enquête overigens ingevuld voordat de omikron-variant zich aandiende. Dat kan invloed hebben gehad op de uitkomsten, maar desondanks denkt PwC’s hoofdeconoom Jan Willem Velthuijsen dat het optimisme van de CEO’s gerechtvaardigd is.
‘Er zijn veel onzekerheden: de economische groei kan afremmen door de hoge inflatie, de zeer krappe arbeidsmarkt en een nieuwe opleving door het virus, maar een echte nieuwe economische dip verwacht ik hierdoor niet. Ondanks de voortdurende Covid-19-pandemie is de economie door blijven draaien. Bedrijven hebben klanten, er is geld in overvloed voor consumenten om uit te geven en bedrijven om te investeren. Ik snap dat optimisme van de CEO’s wel.’
CEO’s zijn eveneens zeer optimistisch over de vooruitzichten voor het eigen bedrijf. 88 procent is zeer tot gematigd optimistisch dat de omzet de komende twaalf maanden groeit. De lijst van optimistische CEO’s wordt wereldwijd aangevoerd door de bestuurders in private equity en de technologiesector. De CEO’s die in dit opzicht wat voorzichtiger zijn, komen vooral uit de hospitality- en evenementenbranche en de automotive-sector. Deze sectoren hebben te maken met respectievelijk de gevolgen van de Covid-19-pandemie en verstoringen in de toeleveringsketen.
Jan Willem Velthuijsen: ‘Het optimisme betreft de omzet. CEO’s moeten wel rekening houden met een hogere kostenbasis. De energieprijzen zijn heel hoog, de lonen zullen waarschijnlijk stijgen door de krapte op de arbeidsmarkt, veel sectoren hebben nog problemen met de toeleveringsketen. Dat kan ten koste gaan van de winstgevendheid.’
Mate van vertrouwen van CEO's in de omzetgroei van het eigen bedrijf
Mate van bezorgdheid over wereldwijde bedreigingen (alleen zeer bezorgd)
Hoofdeconoom Jan Willem Velthuijsen denkt overigens bepaald niet dat CEO’s rustig achterover kunnen leunen. ‘Economisch gezien gaat het goed, maar tegelijkertijd zie je dat CEO’s veel zorgen hebben. Ze hebben een overvolle agenda, vooral door ontwikkelingen die buiten hun eigen bedrijf liggen. Denk aan de problemen in de toeleveringsketen die veel bedrijven hebben als gevolg van corona, de grote hoeveelheid regelgeving, de onmiddellijke dreiging van cyberaanvallen en de grote druk om een wezenlijke bijdrage te leveren aan het tegengaan van klimaatverandering.’
Velthuijsen trekt een parallel met het net aangetreden kabinet: ‘De nieuwe regering kiest ervoor om enorme investeringen te doen om problemen die al jaren liggen te sudderen, aan te pakken. Ik denk dat het bedrijfsleven dat ook moet doen. Het staat er goed voor, geld is nog steeds goedkoop. Het is tijd om fors te investeren in oplossingen.’