Elk jaar vragen wij in onze wereldwijde CEO Survey aan bestuurders wat hun belangrijkste agendapunten zijn. Dit jaar valt op dat zij nagenoeg eensgezind pessimistisch zijn over het klimaat waarin hun organisaties moeten opereren. Vergeleken met de resultaten van de afgelopen twee jaar is er sprake van een dramatische terugval in het aantal CEO’s dat een verbetering van de economische groei verwacht.
Slechts 23 procent van de ondervraagde CEO’s ziet een verbetering van de economische groei in de komende twaalf maanden. In de vorige editie was dit nog 42 procent en het jaar daarvoor zelfs 57 procent. Hoe moeten wij deze afname in zakelijke opgewektheid interpreteren?
De meer dan 1500 CEO’s kunnen het toch niet allemaal verkeerd zien? Waar bestuurders in de voorgaande jaren misschien te optimistisch waren, meen ik dat ze nu misschien te pessimistisch zijn. De aanzienlijke afname in groeiverwachtingen suggereert dat we een grote terugval in de mondiale productie mogen verwachten, iets dat ik en vele voorspellers van economische groei niet voorzien.
De bedreigingen die CEO’s nu zien, bestonden twee jaar geleden ook al: cybercrime, handelsconflicten, scepsis over globalisering, een tekort aan arbeidskrachten en de onzekere reacties van overheden op deze ontwikkelingen. Het meest verbazingwekkende is misschien dat het zolang heeft geduurd voordat CEO’s de donkere wolken serieus nemen.
Een van de redenen voor de huidige voorzichtigheid is wellicht het ontnuchterende besef dat de economie zich in een andere modus bevindt dan vóór de financiële crisis en dat de oude dagen met de oude economische regels niet direct terugkomen. Drie grote factoren spelen daarbij naar mijn mening een rol:
De grote economische en maatschappelijke beloften van de data-explosie worden zeer langzaam waargemaakt. Ondanks de opkomst van succesvolle door technologie gedreven ondernemingen, vertaalt de toepassing van nieuwe technologieën zich nog niet in forse stijgingen van de productie, grootschalige maatschappelijke verbeteringen of grootse nieuwe industrieën. Na de aanvankelijk opwinding, lijken CEO’s nu vraagtekens te zetten of en wanneer de grote productie-impuls of de ‘vierde industriële revolutie’ eindelijk werkelijkheid wordt.
Veel sterker dan voor de crisis zorgen op de meeste continenten demografische ontwikkelingen ervoor dat meer mensen de arbeidsmarkt verlaten dan toetreden. Een belangrijk aspect in de nieuwe, digitale economie is dat we niet alleen afschrijven op fysiek, maar ook op menselijk kapitaal. Arbeid is ook aan slijtage onderhevig, tenzij we onderwijs en training grondig herzien. In de CEO Survey valt op dat CEO’s hiervoor verantwoordelijkheid nemen, maar tegelijkertijd dat ze worstelen met een efficiënte en effectieve implementatie van ‘upskilling’-programma’s. Zo meldt slechts achttien procent van de ondervraagde CEO’s significante vooruitgang met het implementeren van een ‘upskilling’-programma, terwijl ruim dertien procent hiermee niets doet.
De meeste CEO’s bevestigen dat klimaatverandering een probleem is. Dit is belangrijk, want bedrijven zijn zich blijkbaar steeds meer bewust van de externe effecten die ze veroorzaken. Dit bewustzijn en verantwoordelijkheidsgevoel zijn iets van de laatste jaren. Echter, sommige CEO’s zoeken nog naar mogelijkheden om de nieuwe realiteit te vertalen naar zakelijke mogelijkheden. Uit de CEO Survey blijkt dat slechts 25 procent van de CEO’s de overtuiging heeft dat klimaatverandering kansen biedt voor het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten.
Toegegeven, ook overheden zijn zich pas laat bewust geworden van de nieuwe economische realiteit. Zelfs als zij proberen te reageren, betreden ze onbekende terreinen. De vraag is hoe je groei stimuleert als de monetaire instrumenten hun limieten hebben bereikt. En is groei van het bruto binnenlands product nog steeds een doel, of is dit tegenwoordig een te eenzijdige maatstaf voor toenemende voorspoed? Heeft een specifiek inflatiedoel zin als digitale activiteiten geen prijskaartje krijgen of in het geheel niet wordt belast?
Het wekt daarom geen verbazing dat CEO’s nerveus zijn over de mogelijke stappen die overheden kunnen nemen. De door ons gepolste bestuurders zijn zeer bezorgd over de manier waarop overheden (kunnen) reageren op actuele uitdagingen. Dit is waarom overregulering, beleidsonzekerheid, geopolitieke onzekerheden en populisme allemaal deel uitmaken van de top tien met bedreigingen die CEO’s mondiaal zien.
Een gebrek aan zekerheden is zo goed als zeker de nieuwe realiteit. Bedrijven doen er goed aan om hun langetermijnbeleid vast te houden en te blijven investeren in de energietransitie, digitalisering en hun medewerkers. Alleen op die manier blijven ze relevant in de toekomst.
Nog maar twee jaar geleden toonden bestuurders wereldwijd zich in onze CEO Survey zeer optimistisch over de economische vooruitzichten. Vorig jaar zagen we al scheurtjes in het vertrouwen en dit jaar is de stemming onder CEO’s tamelijk pessimistisch.
Voor de 23e keer vroegen we CEO's wereldwijd naar hun agendapunten, hun verwachtingen en hun bezorgdheden. Het percentage CEO’s dat aangeeft ‘enigszins vertrouwen’ te hebben in omzetgroei gedurende de komende twaalf maanden, is in vergelijking met de vorige editie ongeveer gelijk gebleven op circa 45. Het aantal CEO’s dat veel vertrouwen heeft in omzetgroei, is echter gedaald van 35 naar 27 procent.
Jan Willem Velthuijsen
Energy Transition Economist, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)62 248 32 93