Intentie Wibz is goed, maar uitwerking middelen kan beter

14/12/22

Liever concrete handvatten voor integere bedrijfsvoering in zorg en jeugdhulp dan aanvullende normen

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport publiceerde op 31 oktober 2022 het Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz) ter consultatie. Dit wetsvoorstel moet de kwaliteit, de betaalbaarheid en de toegankelijkheid van zorg en jeugdhulp via enkele normen en verscherpt toezicht waarborgen.

PwC’s legal & healthcare-experts Martje Weusten en Margriet Martin kunnen zich vinden in de intentie en de doelen van de Wibz, maar betwijfelen of de wijze waarop het wetsvoorstel is vormgegeven daadwerkelijk bijdraagt aan het realiseren van de doelen.

‘Het voorstel neigt naar incidentgedreven wetgeving. Maar meer nog dan het - met aanvullende normen voorkomen van sporadische incidenten en excessen - hebben zorg- en jeugdhulpaanbieders behoefte aan concrete handvatten voor integere bedrijfsvoering. Enkele regelingen in het wetsvoorstel moeten én kunnen beter om dat te bereiken.’

Achtergrond Wibz

Zorgaanbieders, zo blijkt in de praktijk, richten zich in hun bedrijfsvoering niet altijd op het behartigen van maatschappelijke belangen. Ook maken zij misbruik van het premiegeld en de collectieve middelen die zij ontvangen.

De Wibz wil daarom het publiekrechtelijk toezicht op verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering van zorg- en jeugdhulpaanbieders versterken. Dit moet nalatigheid van de zorgaanbieders en daarmee risico’s voor kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg en jeugdhulp voorkomen.

Wij zien bij de voorgestelde regelingen die tegenstrijdige belangen moeten voorkomen, normale marktvoorwaarden moeten waarborgen en winstuitkeringen moeten reguleren nog enkele aandachtspunten, die wij hieronder verder uiteenzetten.

Voorkoming van tegenstrijdige belangen

Allereerst richt het wetsvoorstel zich op het voorkomen van negatieve gevolgen door tegenstrijdige belangen. Denk aan bestuurders die - door gebruik te maken van organisatorische en/of financiële constructies - vooral uit zijn op persoonlijk gewin.

Het wetsvoorstel neemt de bestaande regels over tegenstrijdig belang in het Burgerlijk Wetboek (BW) over in de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Daardoor geldt deze norm straks ook voor alle zorg- en jeugdhulpaanbieders die geen rechtspersoon zijn en waarop het BW niet van toepassing is. Bovendien biedt het vastleggen van deze verplichting in de Wmg een rechtsgrond voor de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd om toezicht te houden op de naleving hiervan.

Overregulering

Wij constateren dat het merendeel van de zorgaanbieders zich al aan de regels over tegenstrijdig belang moet houden op grond van het BW. Voor hen verandert er dus niets. Bovendien voorziet de Governancecode Zorg 2022 ook in regels omtrent ongewenste belangenverstrengeling. Deze Governancecode Zorg geldt voor de meeste zorgaanbieders én moet door de overige zorgaanbieders zoveel mogelijk worden nageleefd. Daarmee heeft het nogmaals opnemen van deze regels in de Wmg volgens ons maar weinig effect.

Daarnaast raden wij - bij de keuze voor een aanvullende wettelijke regeling - aan dit flexibeler in te richten door vastlegging in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Als andere (wettelijke) regelingen over tegenstrijdig belang ooit wijzigen, kan de Wmg hier makkelijker op worden aangepast.

Praktische behoeften

Volgens ons hebben zorg- en jeugdhulpaanbieders geen behoefte aan de aanvullende wettelijke regeling ter voorkoming van tegenstrijdige belangen. Zij hebben meer aan praktische duiding en best practices uit de sector over de tegenstrijdig belangregeling. Daarmee kunnen interne toezichthouders van zorgaanbieders hun rol gemakkelijker op de juiste manier vervullen. Om dit mogelijk te maken, is het waardevol de Governancecode Zorg 2022 verder uit te werken, in lijn met de Corporate Governancecode. 

Effectiviteit van het toezicht

Verder is het ons onduidelijk hoe het toezicht van de NZa op deze tegenstrijdig belangregeling er in de praktijk zal uitzien. De regels over tegenstrijdig belang hebben een interne werking in de rechtspersoon en werken in beginsel niet door bij externe partijen. Het is dan ook de vraag hoe de NZa deze regels extern wil gaan toetsen en handhaven. Dit zou kunnen leiden tot onnodige regeldruk voor aanbieders.

Waarborging van normale marktvoorwaarden bij van betekenis zijnde transacties

Ten tweede introduceert het wetsvoorstel een norm om normale marktvoorwaarden te waarborgen bij bepaalde ‘van betekenis zijnde transacties’. Het wetsvoorstel regelt dat de NZa toezicht houdt op deze norm en handhavend kan optreden. 

Effectiviteit van het toezicht

Wij vragen ons af of de wetgever zich realiseert welke gevolgen deze nieuwe toezichtstaak heeft voor de NZa. Die leidt namelijk tot een aanzienlijke lastenverzwaring en vereist een uitbreiding van de benodigde expertise. De NZa zou eerst het begrip ‘van betekenis zijnde transacties’ verder moeten uitwerken, omdat de Memorie van Toelichting weinig houvast biedt voor zorgaanbieders. Ook zal het toezicht van de NZa op deze transacties waarschijnlijk retrospectief zijn. Het is dan twijfelachtig of de bestaande handhavingsinstrumenten toereikend zijn. Een gedane transactie kan namelijk niet zomaar weer ongedaan worden gemaakt. 

Winstuitkering

Een derde omstreden aspect van het wetsvoorstel is de regeling over de winstuitkering door zorgaanbieders. Het voorstel sluit aan bij hoe het winstuitkeringsverbod in de huidige praktijk werkt. Het verbod geldt voor hoofdaannemers van intramurale Zvw-zorg en Wlz-zorg.

Bij AMvB zullen vervolgens de vormen van zorg worden aangewezen die niet vallen onder het winstuitkeringsverbod. Hierbij blijft winstuitkering door aanbieders van extramurale Zvw- en Wlz-zorg en door onderaannemers voorlopig toegelaten. Het wetsvoorstel maakt het wel mogelijk voorwaarden te stellen aan winstuitkering voor dergelijke vormen van zorg en jeugdhulp, waar op dit moment geen winstuitkeringsverbod voor geldt.

Onzekerheid in het veld

Voorlopig blijven de huidige regels over de winstuitkering gelden, ondanks dat het ministerie van VWS sinds 2012 meermaals publiekelijk heeft overwogen dit te veranderen. 

Daarbij blijft het wel degelijk mogelijk de voorwaarden over de winstuitkering op een later moment per AMvB aan te passen. Wij vinden dat dit voor veel onzekerheid in het veld zorgt en zouden graag zien dat de wetgever duidelijkheid schept over de toekomst van het winstuitkeringsverbod en het veld laat blijken hoe zij daadwerkelijk over winstuitkering denkt.

Zolang hier geen duidelijkheid over is, blijft het voor zorgaanbieders minder aantrekkelijk privaat kapitaal aan te trekken, waardoor financieringsmogelijkheden beperkt blijven.

Regulering in de zorg

Regulering in de zorg gaat gepaard met vraagstukken, zoals hoe om te gaan met zorgspecifieke governance-eisen en winstuitkering. Het sectorteam Legal - Zorg & Life Sciences van PwC kent de sector en bijbehorende regels.

Lees meer

Contact us

Martje Weusten

Martje Weusten

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 346 80 79

Margriet Martin

Margriet Martin

Senior Associate, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 890 44 28

Volg ons