Digitalisering en brandstoftransitie belangrijke stappen voor ommekeer

Productiviteitsgroei nodig en mogelijk in de transportsector

  • Blog
  • 01 aug 2024
Henric van der Ent

Henric van der Ent

Director Operations, PwC Netherlands

Barbara Baarsma

Barbara Baarsma

Hoofdeconoom, PwC Netherlands

 Winand Doerga

Winand Doerga

Director, PwC Netherlands

Julian Marelis

Julian Marelis

Director, PwC Netherlands

De transport- en opslagsector is minder productief dan in 2015. Investeren in digitalisering en het versnellen van de brandstoftransitie zijn daarom nodig, betogen PwC's hoofdeconoom Barbara Baarsma en sectorspecialisten van PwC.

Zoals we in eerdere publicaties hebben aangegeven, worstelt Nederland met de groei van de arbeidsproductiviteit1. Terwijl vergelijkbare landen met een hoge productiviteit, zoals Zwitserland, Denemarken, Zweden en de VS, in hoog tempo productiever worden, was de Nederlandse productiviteitsgroei tussen 2012 en 2022 amper de helft van het EU-gemiddelde. In deze context besloten we dieper in te gaan op de sectoren die mogelijk de oorzaak zijn van deze groeivertraging.

Deze blog gaat over de sector transport en opslag. Die omvat zowel het openbaar vervoer, vrachtvervoer over weg, spoor, water of door de lucht, als de opslag- en distributiecentra. De data die we in dit artikel gebruiken, omvatten al deze activiteiten maar we richten ons in dit stuk meer op transport dan op opslag, hoewel die twee nauw met elkaar samenhangen.

Transport- en opslagsector minder productief dan in 2015  

De Nederlandse transport- en opslagsector was in 2022 ongeveer 4,3 procent minder productief dan in 2015. Dit betekent dat werknemers in de sector nu minder bijdragen per gewerkt uur dan voorheen, terwijl de productiviteit in andere sectoren, zoals de industrie, nu hoger is dan in 2015. Dit is zorgwekkend, omdat de transportsector een sleutelrol speelt in de Nederlandse economie. 

Naast het feit dat de transport- en opslagsector direct werk biedt aan meer dan vierhonderdduizend mensen2 is deze cruciaal voor onze open economie3.  Wanneer de transport- en opslagsector productiviteitsverliezen lijdt, kunnen de bedrijfskosten voor andere sectoren stijgen. Dit gebeurt omdat de transport- en opslagkosten hoger worden in vergelijking met de output, voor hetzelfde aantal gewerkte uren4. Een goed functionerende, efficiënte en productieve transportsector is dus onmisbaar.

Waarom heeft de transport- en opslagsector moeite om productiever te worden?

Op de vraag wat de belangrijkste belemmering is om de productiviteit te verhogen, noemt de sector zelf het gebrek aan gekwalificeerd personeel. (47,8 procent). Dit wordt gevolgd door externe factoren die economische onzekerheid veroorzaken (22 procent) en het gebrek aan financiële middelen (15,6 procent)5.

  • Een tekort aan personeel
    Een tekort aan arbeidskrachten verhoogt de werkdruk voor bestaande werknemers en brengt het potentieel van bedrijven in gevaar om diensten van hoge kwaliteit te leveren en hun aanbod uit te breiden. Tekorten in de transportsector slaan over naar andere bedrijven en industrieën. Een tekort aan vrachtwagenchauffeurs kan er bijvoorbeeld toe leiden dat zeecontainers langer dan nodig in de havens blijven. Onderbezette magazijnen en distributiecentra zijn niet in staat om op volle capaciteit te werken, waardoor vertragingen ontstaan die resulteren in materiaal- of voorraadtekorten voor fabrikanten en retailers. Ook kan de aanzienlijke toename van de verkoopvolumes in e-commerce het voor onderbezette centra moeilijk maken om het hoge volume aan bestellingen bij te houden.

    De sector heeft moeite voldoende talent aan te trekken. Deels hangt dat samen met het imago van de beroepen: werken als vrachtwagenchauffeur of aan boord van een schip is veeleisend en vereist lange perioden weg van huis. Het feit dat de sector sterk door mannen gedomineerd wordt, kan jonge vrouwen er ook van weerhouden te solliciteren in de sector. Bovendien kunnen bedrijven in de sector de reputatie hebben vervuilend en milieuonvriendelijk te zijn, een onderwerp dat de jonge generaties die nu aan het werk gaan bijzonder na aan het hart ligt6. Om dit imago te veranderen, is veel werk nodig. Wat ons bij het volgende onderwerp brengt.
  • De overgang naar andere brandstoffen verloopt traag.
    De transitie naar andere brandstoffen verloopt traag. Door het gebrek aan kostenefficiënte alternatieven is de transport- en opslagsector nog steeds sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen7. Ondertussen wil de EU de uitstoot van de transportsector met 90 procent verminderen vóór 20508. Dit betekent dat transport- en opslagbedrijven ook prioriteit moeten geven aan de naleving van deze regelgeving, in plaats van zich alleen te richten op operationele efficiëntie en productiviteit.

    De overgang naar milieuvriendelijke brandstof is vooral moeilijk in de scheep- en luchtvaart. Ten eerste omdat de nieuwe brandstof op grote schaal beschikbaar moet zijn, ook in (lucht)havens in minder ontwikkelde landen. Ten tweede omdat het tijd kost om grote investeringen in schepen en vliegtuigen terug te verdienen. Overschakelen op milieuvriendelijkere brandstof betekent het ombouwen en aanpassen van duizenden miljoenen kostende vrachtschepen en vliegtuigmotoren9. Dit is riskant als er geen duidelijkheid is over wat de brandstof van de toekomst is. Deze coördinatieproblemen kunnen investeringen vertragen, waardoor de productiviteitsgroei afneemt.

    Ongeacht de brandstof die wordt gekozen, vormen emissies een toenemende bron van kosten. De maritieme industrie wordt vanaf 2024 geleidelijk opgenomen in het emissiehandelssysteem10 (EU ETS), dat uitstotende bedrijven verplicht om emissierechten aan te kopen gegeven een bovengrens aan de totale uitstoot. Overstappen op groenere brandstoffen betekent dus automatisch lagere kosten op dit gebied. De wegtransportsector valt momenteel nog niet onder het EU ETS. De uitstoot van voertuigen zoals personenauto's en vrachtwagens wordt voornamelijk gereguleerd via nationale maatregelen en EU-wetgeving gericht op brandstofefficiëntie en CO2-normen voor nieuwe voertuigen. In april 2023 stemde het Europees Parlement in met de uitbreiding van het ETS emissiehandelssysteem naar brandstoffen voor het wegvervoer, inclusief de wegtransportsector.

    Daarnaast is beleid zoals de Europese norm voor groene obligaties erop gericht de financieringskosten van duurzame bedrijven te verlagen. Dit komt erop neer dat bedrijven die voldoen aan bepaalde ESG-vereisten als duurzamer worden beschouwd en daardoor goedkopere financiering kunnen krijgen via obligaties. Het probleem is dat transport momenteel verantwoordelijk is voor ongeveer een kwart van de totale uitstoot van broeikasgassen in de EU, wat betekent dat financiering duur is. Alleen al vanuit het oogpunt van kostenstijging heeft de vertraagde overgang naar duurzame brandstoffen dus gevolgen voor de productiviteit.

    Al met al zijn bedrijven terughoudend om meer te investeren dan strikt vereist door de regelgeving (waardoor ze productiviteitsverhogende investeringen mislopen), zelfs als ze geconfronteerd worden met de stijgende emissiekosten.
  • Onzekerheid en risico's leiden tot een kortetermijndenken.
    De recente (geo)politieke instabiliteit heeft de hele economie getroffen en de transport- en opslagsector vormt hierop geen uitzondering. Wij hebben in onze supplychainmonitor laten zien dat dit de sector wereldwijd onder druk zet. Deze ontwikkelingen maken het voor bedrijven in de sector erg moeilijk om op de lange termijn te plannen, omdat ze zich voortdurend richten op het beheren van onvoorziene omstandigheden op de korte termijn. Dit probleem wordt nog verergerd door het feit dat transport een ‘hoog volume, lage marge’-business is11, wat de investeringscapaciteit beperkt.

  • Digitalisering en automatisering blijven achter.
    De sector is traag met digitaliseren en heeft daardoor niet kunnen profiteren van technologische verbeteringen die de productiviteit aanzienlijk kunnen verhogen. De hoge kosten en het gebrek aan standaarden vormen een belemmering voor digitalisering. Bedrijven zijn voorzichtiger met het invoeren van digitale transformatie, vooral in zee- en luchtvracht12, wat kan worden toegeschreven aan de arbeidsintensiviteit van de sector. Hoewel bijvoorbeeld zelfrijdende voertuigen een reële mogelijkheid zijn, worden schepen, vrachtwagens en vliegtuigen nog steeds grotendeels door mensen bediend.

    Naast automatisering is digitalisering van beheersystemen onvermijdelijk in de context van de regels voor duurzaamheidsverslaggeving CSRD13, die het bijhouden van milieu-informatie en ’key performance indicators‘ in het hele productieproces vereisen. Dit kan alleen worden bereikt met efficiënte, digitale software die grote hoeveelheden gegevens kan beheren.

    Bovendien is het meer praktisch opgeleide menselijk kapitaal dat werkzaam is in de transport- en opslagsector, niet bijzonder goed voorbereid op veranderende processen, werkomgevingen en technologieën, wat een andere belangrijke factor is als het gaat om arbeidsproductiviteit14.
Productiviteitsgroei nodig en mogelijk in de transportsector

Hoe kunnen we de productiviteit in de transport- en opslagsector verhogen?

  • Meer automatisering en digitalisering
    Het feit dat de transport- en opslagsector achterloopt, betekent dat er volop kansen liggen om te benutten. Wij vinden het nodig dat de transport- en opslagsector blijft zoeken naar meer manieren om processen te automatiseren en te digitaliseren, om zo het tekort aan arbeidskrachten te verminderen en de productiviteit te verhogen15.  Enkele mogelijke oplossingen zijn bijvoorbeeld het gebruik van robots in magazijnen, de inzet van drones, geautomatiseerde voertuigen en de toepassing van blockchaintechnologie in contracten. Het gebruik van digitale middelen maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de wensen van klanten beter te begrijpen en te voorspellen. Dit bevordert de efficiëntie door ervoor te zorgen dat de productiecapaciteit daar wordt ingezet waar die het hardst nodig is. 
  • Samenwerking om brandstoftransitie te versnellen
    Omdat dit alleen collectief kan worden gedaan, moeten bedrijven in de sector hun krachten bundelen om de overgang naar een brandstofsysteem te versnellen. Ten eerste zal het de sector aantrekkelijker maken voor potentiële werknemers, wat de arbeidstekorten zal verminderen. Ten tweede zal het de uitstoot en gerelateerde kosten verminderen, de naleving van regelgeving bevorderen en mogelijk zelfs zorgen voor goedkopere financiering. Ten derde zal het een drijvende kracht zijn voor een duurzamere en groenere economie.

    Hoewel sommige bedrijven aanzienlijke inspanningen leveren om aantrekkelijker en milieuvriendelijker te worden, communiceren ze hun verhalen niet effectief en worden ze overschaduwd door andere, negatievere berichten. Een grotere inspanning van een brede groep bedrijven kan betere resultaten en een overtuigender verhaal opleveren.

  • Verbeteren ‘operational excellence’
    Naast automatisering en digitalisering kunnen ook investeringen in een betere bedrijfsvoering, oftewel ‘operational excellence’ bijdragen aan het verhogen van de productiviteit. Een effectievere inzet van personeel en betere sturing op prestaties zijn daarbij essentieel. Wij hebben een methodiek ontwikkeld die binnen een paar maanden niet alleen de productiviteit verhoogt, maar die ook de motivatie en betrokkenheid van medewerkers verbetert.  Zo verhoog je niet alleen de capaciteit in het warehouse of in de logistieke keten, maar positioneren bedrijven zich ook als een aantrekkelijke werkgever op de arbeidsmarkt.

Meer weten over onze Perform-methode voor het verhogen van productiviteit en betrokkenheid?

1 Arbeidsproductiviteit is een maatstaf voor de efficiëntie waarmee wordt gewerkt. Voor de economie als geheel is dit het bruto binnenlands product (in marktprijzen) gedeeld door het arbeidsvolume. Voor de arbeidsproductiviteit van sectoren wordt in plaats van het bbp de bruto toegevoegde waarde in basisprijzen gebruikt. Het arbeidsvolume wordt gemeten in het aantal gewerkte uren of eventueel in het aantal arbeidsjaren of (het minst nauwkeurig) het aantal werkzame personen.
2 https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/en/dataset/81156eng/table?ts=1710340802838
3 https://data.worldbank.org/indicator/NE.TRD.GNFS.ZS?locations=NL-1W  
4 https://ops.fhwa.dot.gov/freight/documents/freightstory_12902.pdf
5 Three-quarters of entrepreneurs are trying to increase productivity | CBS
6 https://www.pewresearch.org/science/2021/05/26/gen-z-millennials-stand-out-for-climate-change-activism-social-media-engagement-with-issue/ 
7 https://understand-energy.stanford.edu/energy-services/energy-transportation
8 https://www.nortonrosefulbright.com/en-nl/knowledge/publications/c50c4cd9/the-eu-green-deal-explained
9 https://www.cbc.ca/news/world/global-shipping-emissions-1.6636413
10 https://www.naturvardsverket.se/en/guidance/eu-emissions-trading-system-ets/maritime-transport-in-the-eu-emissions-trading-system-ets/#:~:text=The%20maritime%20sector%20will%20be,emissions%20caused%20by%20the%20voyage
11 https://www.kimnet.nl/binaries/kimnet/documenten/notities/2023/03/30/kostenkengetallen-voor-het-goederenvervoer/Cost+figures+for+freight+transport_def.pdf
12 Kern, J. (2021). The digital transformation of logistics: A review about technologies and their implementation status. The digital transformation of logistics: Demystifying impacts of the fourth industrial revolution, 361-403.
13 https://finance.ec.europa.eu/capital-markets-union-and-financial-markets/company-reporting-and-auditing/company-reporting/corporate-sustainability-reporting_en
14 Fox, J. T., & Smeets, V. (2011). Does input quality drive measured differences in firm productivity?. International Economic Review, 52(4), 961-989.
15 Sardarabady, N. J., & Durst, S. (2024). A systematic literature review on the economic impact of digitalization technologies in transport logistics. Transport Economics and Management.

Over de auteurs

Henric van der Ent

Henric van der Ent, is werkzaam binnen PwC Consulting. Hij ondersteunt klanten bij het verhogen van hun productiviteit en het reduceren van operationele kosten in de supplychain.

Barbara Baarsma

Barbara Baarsma, is hoofdeconoom van PwC Nederland en geeft in deze rol leiding aan het economisch bureau van PwC. Sinds 2009 is zij hoogleraar Toegepaste Economie aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast vervult zij verschillende maatschappelijke nevenfuncties. Zo is zij voorzitter van de Bankraad van DNB en lid van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap.

 Winand Doerga

Winand Doerga, is werkzaam in de assurancepraktijk van PwC. Hij heeft zich gespecialiseerd in de transport- en logistieksector.

Julian Marelis

Julian Marelis, is werkzaam binnen de balastingpraktijk van PwC. Hij adviseert klanten over fiscale vraagstukken in vooral de maritieme sector.

Volg ons