10/07/20
Benut het moment van de coronacrisis om in de regio (en waar nodig bovenregionaal) met elkaar de samenwerking te pakken en structureler vorm te geven. Dat betoogt Hans Linders, die bij PwC Legal werkzaam is in de zorgsector. Wie pakt de handschoen op en toont leiderschap?
[Deze blog verscheen eerder op zorgvisie.nl]
Het eerste stof lijkt langzaam neer te dalen in de zorgsector. Een enorme prestatie is – en wordt nog steeds – geleverd. De crisis maakt regionale samenwerkingen en verbindingen mogelijk die daarvoor niet of moeizaam van de grond kwamen. Opvang van patiënten en cliënten over de muren van organisaties heen was binnen een dag geregeld, een apart Covid-19-centrum binnen een week. Regionale verschillen in de druk op de zorg en het aantal besmettingen leidden tot regionale oplossingen. Maar hoe gaan we die regionale samenwerking in de toekomst daadwerkelijk verankeren? Werken volgens de principes van de Regiodeal – waarbij in een publiek-private samenwerking (de zogeheten ‘hybride overheid’) complexe regionale problematiek wordt aangepakt – kan een van de antwoorden zijn.
De oproep tot samenwerking in de regio is niet nieuw. In januari 2020 kwam het advies van de Commissie Bos over de toekomst van de ouderenzorg in Nederland uit. Van de conclusies en aanbevelingen springt er één in het oog die past in de trend van decentralisatie en de ‘faciliterende’ Rijksoverheid: werk samen in de regio! De commissie doet een oproep aan zorginstellingen, lokale overheden, woningcorporaties, zorgverzekeraars, cliëntenbewegingen om de handen ineen te slaan voor een toekomstbestendige ouderenzorg. Maar hoe doe je dat dan? En waarom komt er nog zo weinig terecht van samenwerking met een geïntegreerde aanpak?
Toevalligerwijs werd een maand later, in februari 2020, de derde tranche toegekende Regiodeals bekendgemaakt: een programma van het Rijk waarin tijdens de gehele kabinetsperiode 950 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld voor de versterking van ‘de regio’ voor de kwaliteit van leven en welvaart. Regionale samenwerkingen van overheden, instellingen en bedrijven kunnen zich aanmelden met een plan voor een impuls aan de regio, waarbij het Rijk maximaal 50 procent co-financiert ten opzichte van de lokale partners.
Hoe klein Nederland geografisch ook mag zijn, de antwoorden op de uitdagingen van de 21ste eeuw worden in de regio gezocht. Dat vraagt iets van de regio in een land waarin formeel geen bestuurlijke laag tussen gemeente en provincie zit. In een vooruitstrevende samenwerking – waarbij publiek en privaat naar elkaar toegroeien tot een ‘hybride overheid’ als nieuwe bestuurslaag – kan regionale problematiek integraal worden benaderd. Zeker in de uitdagingen voor de zorg en met de ervaringen tijdens de coronacrisis zien wij kansen.
Het is opmerkelijk dat er in de drie goedgekeurde tranches van Regiodeals betrekkelijk weinig aandacht is voor zorg. Er zijn Regiodeals die zich richten op landbouw, fruitteelt, toerisme, huisvesting en arbeidsmarktproblematiek, maar een Regiodeal met zorg als hoofdthema en relaterend aan gecoördineerde samenwerking, de arbeidsmarkt en huisvesting, ontbreekt. En dat terwijl nu meer dan ooit de oproep aan de regio wordt gedaan een rol te pakken in de uitdagingen in het zorgdomein na corona: geen oplossing voor de komende maanden, maar een meerjarige herdefiniëring van de spelregels.
Er zijn ook genoeg voorbeelden van regionale vraagstukken die nu aangepakt zouden kunnen en moeten worden. Denk aan het opstarten en het inhalen van reguliere zorg, de continuïteit van medisch specialistische zorg in krimpregio’s, de combinatie van zorg- en huisvesting voor kwetsbare groepen of de samenloop van jeugd- en gezinszorg in grote steden. In het bijzonder zien wij kansen voor samenwerking binnen de acute en domeinoverstijgende zorg.
In tijden waarin samenwerking en coördinatie zo nodig is, zo expliciet een beroep op de regio wordt gedaan én geld beschikbaar is voor ontwikkeling, innovatie en versterking moeten we de kans pakken het ijzer te smeden. Bestaande partijen in de regio moeten hierbij nadrukkelijk op zoek naar nieuwe disruptieve spelers op de zorgmarkt om innovatiedoelen te realiseren en te komen tot een samenhangend zorgaanbod dat beter is afgestemd op de behoefte van individuele cliënten.
Is de regio een panacee voor alle problematiek? Dat zeker niet. Innovatie, ruimte voor contracteerbeleid van zorgverzekeraars, landelijke opschaling van best practices en waar nodig concurrentie moeten vanzelfsprekend niet door regionale samenwerking worden belemmerd. Het gaat erom dat de regionale problematiek op een samenhangende en functionele wijze wordt geadresseerd: cliëntgericht, ontschottend en ontregelend, geheel in lijn met de populaire ‘maatwerkgedachte’ uit eerdere decentralisaties.
Daarvoor zijn wel spelregels nodig. Een succesvolle (regionale) samenwerking vereist een gemeenschappelijke visie. De hybride overheid streeft een breed maatschappelijk doel na en moet – in de relatie tot de ‘achterban’ – steeds een belangenparallelliteit vinden die het in staat stelt het belang van het collectief voor ogen te houden. Afspraken over de omgang met deze belangen en de verdeling van taken en verantwoordelijkheden daarin zijn cruciaal.
Een organisch groeiende samenwerking zien wij nog te vaak stranden in goede bedoelingen. Dat is zonde, want het tijdig neerzetten van een gemeenschappelijke visie vertaald in een bijpassende structuur, governance en planning voor de samenwerking is een investering die zich moeiteloos terugbetaalt. En het kan wel, zo laat de coronacrisis zien: in zeer korte tijd werden op verschillende fronten succesvolle samenwerkingen op bijvoorbeeld inkoop en zorgcoördinatie opgezet.
Daarnaast is het belangrijk dat de beoogde resultaten van de gemeenschappelijke visie goed gemonitord worden. Als dat niet gebeurt, kan het uitblijven van tastbaar resultaat leiden tot afbreuk aan het draagvlak. Om dit te voorkomen, moet er een neutrale partij zijn die steeds vanuit het belang van de cliënt toezicht houdt op de inhoud en de voortgang van de samenwerking. Hier zou een rol voor de (zorg)verzekeraar of de gemeente kunnen liggen, als regisseur(s) van ons zorgstelsel.
Wij pleiten voor een aanpak zoals dat in de Regiodeals gebeurt: betrokken partijen in de regio – al dan niet onder leiding van een neutrale toezichthouder – stellen een plan van aanpak op hoe ze de in die regio knellende problemen te lijf te gaan en op welke wijze taken en verantwoordelijkheden worden belegd. Daarbij zou werken volgens het instrument van de Regiodeal kaderend, structurerend en verplichtend kunnen werken: stel duidelijke doelen op basis van een gemeenschappelijke visie, leg de samenwerking vast (in een samenwerkingsovereenkomst of richt een coördinerende entiteit op), regel de governance, verdeel bevoegdheden en financiën, bouw formele overlegmomenten in en verdeel de publieke en private verplichtingen. Regiopartijen zouden vervolgens kunnen kijken of ze op basis van deze structurele samenwerkingsmaatregelen de financiële bijdrage van het instrument van de Regiodeal kunnen aanvragen, waardoor het Rijk bijdraagt aan de realisatie van de doelstellingen.
Kortom, benut het moment van de crisis om in de regio (en waar nodig bovenregionaal) met elkaar de samenwerking te pakken en structureler vorm te geven. Pak de handschoen op en toon leiderschap, want dit is hét moment om die kans te verzilveren.
Organisaties in de (semi-)publieke sector zoals gemeenten, provincies, onderwijsinstellingen, zorginstellingen en woningcorporaties zijn de afgelopen jaren intensiever gaan samenwerken in (tijdelijke) allianties en netwerken. Als gevolg van een verzwaring van hun taken en bevoegdheden, samenhang in de problematiek en een toenemende druk op schaalvergroting, worden samenwerkingen gezocht om deze nieuwe uitdagingen gezamenlijk het hoofd te bieden. In samenwerkingsverbanden is het eenvoudiger kennis te delen, een gezamenlijke visie na te streven of integraliteit in een keten te borgen.