Moet je een nieuwe medewerker ‘verwennen’ met het laatste model telefoon en laptop van het merk dat een fruitsoort als logo gebruikt? Die discussie voerde ik onlangs weer eens. Mijn gesprekspartner vond het maar onzin om werknemers die net op de arbeidsmarkt komen kijken, te paaien met secundaire arbeidsvoorwaarden. ‘Laat ze eerst maar eens tonen dat ze iets kunnen’, was zijn betoog.
Zoals u misschien verwacht, ben ik het daar volstrekt niet mee eens. Een opkomend buzzwoord is upskilling. Onder invloed van technologische ontwikkelingen hebben bedrijven binnen hun personeelsbestanden andere vaardigheden nodig en daar is onder meer bij- en omscholing voor nodig. Maar in mijn ogen is upskilling veel meer dan het inrichten van een uitgebreid trainingsaanbod met cursussen over robotisering, data-analyse en kunstmatige intelligentie.
Als bedrijven straks de medewerkers met de juiste vaardigheden in huis willen hebben en houden, moeten ze de zogenoemde employee experience optimaal maken. En daarvoor heb je onder andere secundaire arbeidsvoorwaarden nodig die zijn toegespitst op wat de doelgroep belangrijk vindt, de juiste cultuur, een inspirerende werkomgeving en leiderschap. Want een timmerman geef je geen versleten materiaal en een ontwerper of data-analist geen achterhaalde, trage computer.
De CEO’s die hebben meegedaan aan de jaarlijkse CEO Survey van PwC, realiseren zich dat er op dit vlak iets moet gebeuren, maar tegelijk ook dat ze eigenlijk nog niet heel veel hebben gedaan. De resultaten van ons onderzoek, die vandaag tijdens het World Economic Forum in Davos zijn gepresenteerd, laten zien dat slechts 24 procent van de wereldwijd ondervraagde bestuurders ‘significant’ aan de slag is met het vaststellen van de vaardigheden die in hun bedrijf in de toekomst nodig zijn.
Achttien procent van de CEO's geeft aan dat ze al flinke stappen maken met het implementeren van een upskilling-programma voor het ontwikkelen van een mix aan technische, digitale en ‘zachte’ competenties. In Nederland liggen deze percentages op respectievelijk negen en zeventien procent. De overige bedrijven die aan de CEO Survey meededen, gaven aan zich op een ‘gemiddeld’ niveau te bevinden of zelfs nog te moeten beginnen. Terwijl een investering hierin de toekomst van hun bedrijf bepaalt.
Dat Nederlandse bedrijven iets achterlopen bij de rest van de wereld als het gaat om upskilling, is overigens deels te verklaren. Omdat wij een goed ontwikkelde dienstensector hebben, zijn we ‘onbewust’ al goed voorgesorteerd. Bij de verschuivingen in het vaardighedenlandschap zijn namelijk de vaardigheden waarmee mensen iets toevoegen aan technologie belangrijk. Dat was een van de bevindingen van ons eerdere onderzoek 'De verschuiving van vaardigheden - een analyse van de evolutie van onze competenties'. We hebben het dan over intermenselijke zaken als creativiteit en aanpassingsvermogen. Door onze dienstencultuur scoren we hierop al heel goed.
Dat betekent niet dat we het in Nederland rustig aan kunnen doen. Integendeel, zeker als het gaat om de genoemde employee experience kunnen we nog de nodige meters maken. En met de employee experience bedoelen we dan alle percepties die een (toekomstige) werknemer heeft van een organisatie en alle contactmomenten (cultuur, technisch, fysiek) die daarbij plaatsvinden. Het gaat dus niet alleen om het proces rondom het binnenhalen van mensen, maar onder meer ook om het goed inrichten van automatiseringsprocessen en het creëren van een cultuur waarin iedereen zichzelf kan zijn. Op die manier moet er een werkomgeving ontstaan waar mensen graag wíllen werken.
Dit vraagt binnen de hele organisatie om een andere manier van denken over het werkproces, te beginnen bij het management. Upskilling is namelijk niet alleen een verantwoordelijkheid van de HR-afdeling, maar hoort nadrukkelijk thuis op de agenda van het bestuur. Onderzoek laat zien dat van alle zogenoemde touchpoints, de contactmomenten op cultureel, technisch en fysiek vlak tussen een werknemer en de organisatie waar hij of zij werkt, slechts dertig procent binnen de invloedsfeer van HR valt. Voor het creëren van een goede ‘employee experience’ is het belangrijk uit al deze contactmomenten de momenten te selecteren die er echt toe doen (moments that matter) en die waar nodig te verbeteren.
Blijf daarna ook monitoren. Vraag regelmatig aan werknemers waar hun voorkeuren liggen en vraag om hun feedback over verbeterprocessen. Op die manier geeft u echt waarde aan upskilling. Voor buitenstaanders groeit u als populaire werkgever en daarmee bent u beter in staat de vaardigheden die u nog niet in huis hebt, naar binnen te halen. Daarnaast – en dat is misschien nog wel belangrijker – houdt u de onmisbare mensen binnen de deur en staan uw medewerkers eerder open om iets nieuws te leren.
Om de cirkel dan rond te maken: een goede employee experience, oftewel een hoge medewerkerstevredenheid, zorgt voor een goede klantervaring. Voor consumenten blijft de menselijke interactie belangrijk in het koopproces. Goede werknemers zorgen voor een positieve ervaring en daarmee het aantrekken en het behouden van klanten.
Nog maar twee jaar geleden toonden bestuurders wereldwijd zich in onze CEO Survey zeer optimistisch over de economische vooruitzichten. Vorig jaar zagen we al scheurtjes in het vertrouwen en dit jaar is de stemming onder CEO’s tamelijk pessimistisch.
Voor de 23e keer vroegen we CEO's wereldwijd naar hun agendapunten, hun verwachtingen en hun bezorgdheden. Het percentage CEO’s dat aangeeft ‘enigszins vertrouwen’ te hebben in omzetgroei gedurende de komende twaalf maanden, is in vergelijking met de vorige editie ongeveer gelijk gebleven op circa 45. Het aantal CEO’s dat veel vertrouwen heeft in omzetgroei, is echter gedaald van 35 naar 27 procent.