Een ethische mensgerichte ontwikkeling van artificial intelligence (AI) biedt Europa een unique selling point in de concurrentie met de VS en China. De recent gepubliceerde ambitie van Europa om mee te gaan in het innovatietempo van deze grootmachten, maar wel binnen een strak gereguleerd kader is op korte termijn niet haalbaar. Wie strenge regelgeving invoert, accepteert daarmee dat de ontwikkeling van AI aanvankelijk langzamer zal verlopen.
Uit een whitepaper die de Europese Unie op 19 februari jongstleden publiceerde, blijkt dat de unie graag aansluiting wil vinden bij de VS en China. Tegelijkertijd wil ze strakke regels handhaven of invoeren om burgers tegen de risico’s van deze technologie te beschermen. Dat lijkt ergens op tegelijkertijd gas geven en op de rem trappen.
Terwijl op dit moment de EU en afzonderlijke lidstaten bezig zijn met de gewenste vormgeving van een toekomst met AI, werken wij in ons rapport The many futures of AI vier scenario’s uit van hoe AI in 2025 in de EU eruit kan zien. Deze scenario’s zijn gebaseerd op twee vragen of onzekerheden: zullen overheden de ontwikkeling van AI actief stimuleren en sturen, of zullen ze dat aan de vrije markt overlaten? En passen overheden strikte regelgeving toe rond het verzamelen van data, de ontwikkeling van algoritmes en de marktmacht van grote techbedrijven, of geven ze de voorkeur aan een meer liberaal wetgevend kader en liberale regelgeving? Wij hebben deze scenario’s getoetst aan de huidige realiteit in een aantal landen.
Het rapport laat zien dat de perfecte toekomst voor AI niet bestaat. Het laat wel zien wat de gevolgen zijn van keuzes die overheden kunnen maken en waarop bedrijven zich kunnen voorbereiden. Wie deze scenario's bekijkt ,zal zien dat er trade-offs gemaakt zullen worden en dat verschillende niveaus van wetgeving verschillende uitkomsten hebben op de toekomst van AI.
In een scenario waarin de overheid de ontwikkeling van AI pusht (bijvoorbeeld door investeringen in bepaalde prioriteitsgebieden zoals de gezondheidszorg te doen) binnen een strak regelgevend kader, verloopt de ontwikkeling van AI langzamer. De ‘winst’ van een dergelijk scenario is echter dat de adoptie van AI-toepassingen gemakkelijker verloopt, omdat het vertrouwen van burgers groter is. In een scenario waarin de ontwikkeling van AI, met een minimum aan overheidsregels en zelfregulering, wordt overgelaten aan de markt, is het vertrouwen van de burger in dergelijke technologie veel lager. De winst is echter wel dat AI zich veel sneller ontwikkelt, omdat er meer ruimte is om te experimenteren.
Daarbij komt dat wij los van scenario’s in onze dagelijkse praktijk zien dat ondernemers zich bij innovaties die raken aan dataprivacy laten tegenhouden door de bestaande strenge regelgeving. Die terughoudendheid is niet onlogisch. De Europese Unie heeft met de invoering van de GDPR een soort gouden standaard gezet voor het beschermen van persoonsgegevens. In onze CEO Survey, het onderzoek dat PwC jaarlijks doet naar de stemming onder CEO’s, stelden we de vraag of ze vinden dat regeringen met privacyregels komen die gericht zijn op het vergroten van én het vertrouwen van de burger én tegelijkertijd de concurrentiekracht van bedrijven. Wereldwijd beantwoordde 43 procent van de ondervraagde CEO’s deze vraag met een ‘nee’. In Nederland kwam maar liefst 54 procent met een negatieve response.
Het is wel te begrijpen dat juist bij een onderwerp als artificial intelligence CEO’s extra voorzichtig zijn. Ze zijn vaak nog aan het verkennen wat deze technologie aan mogelijkheden biedt en wat dat voor hun organisatie kan betekenen. Tegelijkertijd krijgen ze in deze verkennende fase al te maken met ingrijpende regelgeving die ook nog moet rijpen. Ze hebben het gevoel deel uit te maken van een spel dat ze niet begrijpen. Dat maakt ze op voorhand bang voor boetes en het verlies van vertrouwen van klanten.
Europa kan volgens ons niet tegelijkertijd innovatiekampioen en kampioen verantwoorde AI zijn. Wij roepen de Nederlandse en Europese politiek op om een keuze maken. Wat ons betreft ligt die keuze in een balans tussen beide, waarbij we dan tegelijkertijd accepteren dat ons innovatief vermogen misschien minder groot is dan dat in andere delen van de wereld, in ruil voor meer vertrouwen. Laten we niet vergeten dat een dergelijk unique selling point evenzeer kansen biedt.
Artificial intelligence (AI) is als de komst van elektriciteit of het internet. Er zijn zoveel toepassingen dat het moeilijk is te voorspellen is welke invloed deze technologie op ons leven gaat krijgen. Deze toekomst hangt bovendien niet alleen af van verdere technologische, maar ook van politieke en maatschappelijke ontwikkelingen.
In ons rapport The many futures of AI werken wij vier scenario’s uit van hoe AI er in 2025 in de Europese Unie uit kan zien. het rapport laat zien wat de gevolgen zijn van keuzes die overheden maken en waarop bedrijven zich kunnen voorbereiden.
Mona de Boer
Partner, Data & Artificial Intelligence, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)61 088 18 59