Kwalificatie buitenlandse rechtsvormen*
Het kwalificatiebeleid van buitenlandse rechtsvormen wordt wettelijk geregeld. Inhoudelijk wijzigt een aantal zaken.
De kwalificatie van buitenlandse rechtsvormen die vergelijkbaar zijn met Nederlandse entiteiten blijft plaatsvinden aan de hand van de rechtsvormvergelijkingsmethode. Echter, voor buitenlandse rechtsvormen die niet vergelijkbaar zijn met Nederlandse entiteiten worden twee aanvullende methoden geïntroduceerd; de ‘symmetrische methode’ en de ‘vaste methode’. Lees meer in ons Belastingnieuwsartikel over dit onderwerp.
Afschaffing ‘open cv’ als zelfstandig belastingplichtige*
Het verschil tussen open (= niet-transparante) en besloten (= transparante) cv’s vervalt. Alle cv’s zijn voortaan transparant. De bedoeling is om het aantal hybride mismatches in een internationale context te verminderen.
De overgang van een niet-transparante naar een transparante cv wordt aangemerkt als een fictieve overdracht en staking. Voor de gevolgen daarvan zijn er vier overgangsmaatregelen: (i) doorschuiffaciliteit, (ii) aandelenfusiefaciliteit, (iii) doorschuiffaciliteit bij tbs-situaties en (iv) uitstel van betaling. Lees meer in ons Belastingnieuwsbericht over dit onderwerp.
Faciliteit dividendbelasting voor inkoop van eigen aandelen waarschijnlijk toch behouden
Vorig jaar was tijdens het debat over het Belastingplan 2024 per amendement bepaald dat deze inkoopfaciliteit per 2025 zou worden afgeschaft. Het kabinet adviseerde nog om de faciliteit te behouden. In het Hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet is opgenomen dat men de faciliteit wil behouden. Lees ook ons Belastingnieuwsbericht.
Aanpassingen fbi-regime*
Fiscale beleggingsinstellingen (fbi’s) mogen niet langer rechtstreeks beleggen in onroerend goed dat in Nederland is gelegen. Het blijft mogelijk dat een fbi zich bezighoudt met het besturen van een met de fbi verbonden vastgoedlichaam. Ook blijft het mogelijk om rechtstreeks te beleggen in buitenlands onroerend goed. Daarvoor blijft de bestaande financieringseis zoals deze was; de financiering met vreemd vermogen mag niet hoger zijn dan 60 procent van de boekwaarde van het vastgoed. Voor andere beleggingen geldt dat de financiering met vreemd vermogen is beperkt tot ten hoogste 20 procent van de boekwaarde van die beleggingen. Lees ook ons Belastingnieuwsbericht over dit onderwerp.
Wijziging transparantieregels fgr*
De voorwaarden waaronder een fonds als zelfstandig vennootschapsbelastingplichtig (non-transparant) fonds voor gemene rekening (fgr) kwalificeert, wijzigt. Een fonds kwalificeert als non-transparant wanneer:
- het fonds kan worden aangemerkt als een beleggingsfonds of fonds voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 1:1 Wft; én
- er sprake is van verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid.
Een niet kwalificerend fonds is fiscaal transparant en de vermogensbestanddelen worden daarbij toegerekend en rechtstreeks belast bij de beleggers met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Zie voor de gevolgen en achtergronden ons Belastingnieuwsbericht.
Samenloop kwijtscheldingswinstvrijstelling en verliesverrekening
De samenloop tussen de verliesverrekeningsmaatregel in de Vpb en de kwijtscheldingswinstvrijstelling kan in bepaalde gevallen sanering van een verlieslijdende onderneming bemoeilijken, namelijk als vorderingen op die onderneming worden kwijtgescholden. Er onstaat dan een kwijtscheldingswinst. Door de huidige verliesverrekeningsregels kan deze kwijtscheldingswinst ondanks de vrijstelling toch tot heffing van vennootschapsbelasting leiden. In de voorjaarsnota is aangekondigd dat er een aanpassing in de kwijtscheldingswinstmaatregel komt.
Aanpassing liquidatieverliesregeling*
De zogeheten tussenhoudsterbepaling van de liquidatieverliesregeling voorkomt dat een operationeel verlies van een deelneming of een niet-aftrekbaar verkoopverlies kan worden omgezet in een aftrekbaar liquidatieverlies op een tussenhoudster. Deze bepaling wordt aangepast/verduidelijkt, al is nog niet duidelijk op welke aspecten.
Tegengaan opknippen vastgoedvennootschappen vanwege renteaftrek
Het opknippen van een vennootschap met (aan derden) verhuurd vastgoed in meerdere vennootschappen, met het oog op renteaftrek, wordt tegengegaan. Door een vennootschap op te knippen in meerdere kleinere vennootschappen kan worden bereikt dat een groter bedrag aan rente aftrekbaar wordt onder de earningsstrippingmaatregel (ook wel EBITDA-maatregel). Dan kan de franchise van 1 miljoen euro namelijk vaker worden toegepast. Voorgesteld wordt bij dergelijke vastgoedlichamen de drempel van 1 miljoen euro helemaal buiten toepassing te laten.
Verruiming renteaftrek door verhoging percentage earningsstrippingmaatregel
In het Hoofdlijnenakkoord is aangekondigd dat het percentage voor toepassing van de earningsstrippingmaatregel wordt verhoogd van 20% naar 25% van de fiscale EBITDA. Rente tot 1 miljoen euro is niet in aftrek beperkt (althans niet op basis van deze renteaftrekbeperking). Per saldo betekent dit voor bepaalde bedrijven dat er meer ruimte komt om rente op geldleningen in aftrek te kunnen brengen.
Algemene anti-misbruikmaatregel uit ATAD 1
De algemene anti-misbruikmaatregel (general anti-abuse rule ofwel GAAR) uit ATAD 1 wordt vastgelegd in de wet. Deze maatregel bestrijdt kunstmatige constructies die zijn opgezet om op oneigenlijke wijze belastingheffing te ontgaan. De invoering van de GAAR werd eerder niet nodig geacht vanwege de mogelijkheid om misbruik van het recht met fraus legis te bestrijden. Er is met de wettelijke vastlegging van de GAAR geen materiële wijziging beoogd ten opzichte van de toepassing van fraus legis.
Aanpassingen onderworpenheidstoetsen Wet Vpb 1969*
Voor de toepassing van de onderworpenheidstoetsen in de vennootschapsbelasting (bijvoorbeeld voor de deelnemingsvrijstelling) is het belangrijk om te weten of de minimumbelasting (Pijler 2) geldt als een ‘naar de winst geheven belasting’. Door aanpassingen in de wet of een toelichting moet dit duidelijk worden gemaakt.
Een nieuw groepsbegrip in de Wet bronbelasting 2021*
De gelieerdheid tussen entiteiten is een voorwaarde voor de heffing van bronbelasting. Dit wordt bepaald door de aanwezigheid van een zogenoemd kwalificerend belang. Dit kwalificerend belang kan mede bepaald worden op basis van de aanwezigheid van een zogenoemde samenwerkende groep. De uitwerking van het begrip samenwerkende groep blijkt in de praktijk in veel gevallen onduidelijk. Er wordt daarom voorgesteld om het begrip ‘samenwerkende groep’ in de Wet bronbelasting 2021 te vervangen door een nieuw en eigen groepsbegrip.
Bezwaar tegen inhoudingsvrijstelling dividendbelasting wordt mogelijk
De optionele inhoudingsvrijstelling voor dividenden uit deelnemingen waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is óf die onderdeel uitmaken van dezelfde fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, wordt een verplichte inhoudingvrijstelling. Een belangrijk gevolg is dat aandeelhouders ten laste van wie dividendbelasting is ingehouden voortaan bezwaar kunnen indienen tegen de inhouding. Zij krijgen op die manier toegang tot de belastingrechter.
Eerste Public CbCR rapportage voor de meeste bedrijven over 2025*
Op 22 juni 2024 is de Nederlandse Wet Richtlijn openbaarmaking winstbelasting (public country-by-country reporting) ingegaan. Dit is een door de EU geïnitieerde, verplichte, openbare rapportage voor grote, internationale ondernemingen. Onder andere de betaalde winstbelasting, het aantal werknemers en het inkomen per land moeten worden gerapporteerd.
De rapportage start voor boekjaren die beginnen op of na 22 juni 2024. Voor ondernemingen die een boekjaar hebben dat gelijk is aan het kalenderjaar betekent dit dat zij eerst over 2025 zullen rapporteren. Deze rapportage moet dan uiterlijk op 31 december 2026 openbaar zijn. Lees meer over public CbCR in Nederland in ons belastingnieuwsbericht.
Beperking giftenaftrek en geven vanuit vennootschap (H)
Het voorstel is de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting en de regeling geven vanuit vennootschap af te schaffen.